1.6. Besluit hoofdstuk 1
In dit eerste hoofdstuk werd de Vlaamse mediasector afgebakend door na te gaan welke spelers in welke mediasegmenten actief zijn.
Op het vlak van radio is het belangrijkste feit het aanhoudend belang van ketenvorming bij de lokale radio's. In 2015 was op dat vlak de overheveling van de bij Story FM aangesloten radio's naar de Family FM radioketen het belangrijkste nieuwe feit.
Binnen de televisiewaardeketen werd de belangrijkste evolutie van 2015 reeds in 2014 ingezet.
In het voorjaar 2015 werd de overname van het Sanoma-aandeel in De Vijver Media door Telenet aangekondigd. Gezien de potentiële impact voor de markt moest de Europese Commissie hiervoor haar fiat geven. Hierdoor kwam er pas in het voorjaar van 2015 uitsluitsel in de zaak.
Ondertussen proberen bestaande en nieuwe spelers binnen de Vlaamse mediasector via allerhande nieuwe initiatieven een alternatief te bieden voor de wijze waarop de omroepsignalen tot bij de kijker gebracht worden.
Met Stievie ontwikkelden de tv-omroeporganisaties een gezamenlijk platform voor de distributie van hun signalen. Na een testfase was het een volle dochtermaatschappij van Medialaan die dit aanbod op 6 december 2013 lanceerde. In de zomer van 2015 werd er gesleuteld aan het betalend concept van Stievie.
Belgacom dat in 2014 reeds de merknaam van zijn gehele aanbod wijzigde in Proximus, nam in 2015 ook voor de bedrijfsnaam zelf de titel Proximus aan.
Op vlak van geschreven pers waren er in 2015 vooral grote veranderingen in de tijdschriftmarkt. Sanoma Media Belgium verkocht de tijdschriften Humo, Story, TeVe-Blad en Vitaya aan De Persgroep Publishing. Deze verkoop werd door de Belgische Mededingingsautoriteit goedgekeurd met voorwaarden. Op die manier wil de mededingingsautoriteit vermijden dat bepaalde titels zouden verdwijnen of louter kopbladen zouden worden van andere tijdschriften. Door zijn slechte financiële situatie was Think Media Magazines gedwongen om al zijn titels te verkopen.
Om te bepalen welke websites tot de Vlaamse mediasector kunnen gerekend worden, moeten een aantal assumpties aangenomen worden.
Bij het onderdeel internet werd in dit rapport voor het eerst dieper ingegaan op sociale media. Ze worden door buitenlandse ondernemingen gecontroleerd en kunnen dus is strikte zin niet tot de Vlaamse mediasector gerekend worden. Maar de meerderheid van de Vlamingen is actief op deze sociale netwerken en traditionele media maken er gretig gebruik van.
Surfen via mobiele toestellen is hoe langer hoe meer ingeburgerd. Verschillende traditionele mediaspelers kwamen met nieuwe of vernieuwde apps op de proppen.
Op het einde van dit eerste hoofdstuk werd aangetoond dat de oefening om de Vlaamse mediasector af te baken hoe langer hoe moeilijker wordt. We nemen in toenemende mate crossmediale en convergente tendensen waar. Dezelfde mediacontent wordt via verschillende kanalen tot bij de consument gebracht. Nieuwe mengvormen van media zullen ingeburgerd raken.