1.1.1.2. Diversiteit en doelgroepenbeleid

SD2: De VRT zet diversiteit centraal in de organisatie en hanteert een integrale aanpak op vlak van aanbod en beeldvorming. Het charter diversiteit zal daarbij de leidraad zijn.

OD2.1.: De VRT ontwikkelt jaarlijks een actieplan m.b.t. de vertegenwoordiging van specifieke doelgroepen, vertaald in streefcijfers voor de vertegenwoordiging van vrouwen (33% in het gehele intern en extern geproduceerde tv-aanbod, uitgezonderd programma-aankoop) en van nieuwe Vlamingen (5% in het gehele intern en extern geproduceerde tv-aanbod, uitgezonderd programma-aankoop), en m.b.t. bereik.

OD2.2.: Binnen de inclusieve generalistische programmering – zowel in de amusements- als in de informatieve programma’s – is er aandacht voor een evenwichtige vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen en voor een genuanceerde en genderneutrale beeldvorming. Er gaat speciale aandacht naar onder meer vrouwen, nieuwe Vlamingen, personen met een handicap, medioren en senioren. 

  • De VRT organiseert een jaarlijkse monitoring via een externe, onafhankelijke partij m.b.t. de evenwichtige vertegenwoordiging en genuanceerde beeldvorming van de doelgroepen vrouwen, nieuwe Vlamingen, personen met een handicap en senioren in sleutelprogramma’s op ieder tv-net, meer bepaald Vlaamse prime-time programma’s.

OD2.3.: De VRT zal in haar programma’s actuele maatschappelijke kwesties aan de orde stellen zoals onder meer (kans)armoede en seksuele geaardheid en waakt hierbij over een genuanceerde beeldvorming.

  • De VRT werkt samen met hogescholen, universiteiten en belangenorganisaties die expertise hebben m.b.t. de thema’s leeftijd, seksuele geaardheid, gender, herkomst, handicap en kansarmoede. Dit overleg draag bij tot evaluatie van de monitoring en de opmaak van het jaarlijks actieplan.

Om deze maatstaf te behalen, dient de VRT:

  1. Een jaarlijks actieplan m.b.t. de vertegenwoordiging van specifieke doelgroepen, vertaald in streefcijfers op te maken;
  2. Een jaarlijkse monitoring via een externe, onafhankelijke partij m.b.t. de evenwichtige vertegenwoordiging en genuanceerde beeldvorming van de doelgroepen vrouwen, nieuwe Vlamingen, personen met een handicap en senioren in sleutelprogramma’s op ieder tv-net, meer bepaald Vlaamse prime-time programma’s te organiseren;
  3. Samenwerken met hogescholen, universiteiten en belangenorganisaties die expertise hebben m.b.t. de thema’s leeftijd, seksuele geaardheid, gender, herkomst, handicap en kansarmoede. Dit overleg draag bij tot evaluatie van de monitoring en de opmaak van het jaarlijks actieplan;

De VRT stelt dat diversiteit centraal stond bij de openbare omroep in 2012. Een lid van het directiecollege stuurde het thema aan, hierbij ondersteund door een stuurgroep.

De VRT actualiseerde in 2012 het Charter Diversiteit. Het Charter heet Iedereen verschillend, Iedereen welkom en drukt het einddoel van het diversiteitsbeleid van de VRT uit: de omroep zijn van en voor iedereen in Vlaanderen en dit te realiseren via een integrale aanpak.[3]

Bij het charter is ook een handleiding voor programmamakers geschreven. Daarnaast organiseerde de VRT in 2012 een sensibiliseringsdag over diversiteit bij de medewerkers. De VRT spoorde haar medewerkers aan om vrijwillig deel te nemen aan de diversiteitsregistratie. Op deze manier verzamelde de VRT objectieve cijfers met betrekking tot de diversiteit onder haar personeel met als doel haar beleid te verfijnen.

De VRT ontwikkelde een tweede Actieplan Diversiteit (zie bijlage 2). Het formuleerde concrete initiatieven om de diversiteit bij de VRT te verbeteren.

In het tweede actieplan stapte de VRT af van vrijblijvende briefings over diversiteit aan de programmamakers. In plaats van aanbevelingen bij briefings werd overgestapt naar concrete resultaatsverbintenissen en specifieke projecten voor elk net. Daarbij bleef de focus liggen op gender en nieuwe Vlamingen, om zo de streefcijfers m.b.t. vertegenwoordiging van 33% vrouwen en 5% nieuwe Vlamingen (in het gehele interne en externe geproduceerde tv-aanbod, uitgezonderd programma-aankoop) te kunnen behalen.

De VRT is in 2012 overgeschakeld op meetbare doelstellingen in het kader van diversiteit in het aanbod in programma’s als Iedereen beroemd, Volt, de Canvascrack en De vijfhoek... Zowel voor Eén, Canvas en Ketnet, zowel voor interne als voor externe producties. De focus lag daarbij nog steeds op gender en origine (ook in aankoop fictie, comedy en magazines) maar met verhoogde aandacht voor maatschappelijke thema’s als handicap, zorg en armoede. Als bijlage 3 is een (niet exhaustieve) lijst terug te vinden m.b.t. de aandacht van de VRT-televisienetten rond zorg / ziekte, handicap en armoede. [4]

Radio stuurde enerzijds op “de beeldvorming” in een aantal focusprogramma’s per net (zie hiervoor ook jaarverslag diversiteit radio als bijlage 4), in de marketingcampagnes en de toenemende visibiliteit van radio via websites, de vernieuwde radiospeler en OP12.

De VRT monitorde in samenwerking met externe partners een jaar lang de aanwezigheid van vrouwen en nieuwe Vlamingen op het scherm. De VRT haalde in 2012 de streefcijfers zoals bepaald in de beheersovereenkomst: 6,2 % van de sprekende actoren in de programma’s van Eén, Canvas en Ketnet (behalve de aangekochte programma’s) waren nieuwe Vlamingen en 33,8% waren vrouwen.

Een meer gedetailleerd overzicht (onder meer de cijfers per net) van de belangrijkste resultaten van deze diversiteitsmonitor is terug te vinden als bijlage 5.

De VRT stelde in haar programma’s verschillende maatschappelijke thema’s aan de orde, zoals over armoede in Het leven zoals het is: de Marollen (Eén) en over zorg en handicaps in Ik leef verder (Eén) en over dementie bij Music for Life. Een uitgebreider overzicht van de aandacht van de VRT-televisienetten rond zorg / ziekte, handicap en armoede is als bijlage 3 terug te vinden.

Seksuele geaardheid kwam o.a. in volgende programma’s aan bod:

  • Thuis: zowel homo- als lesbisch koppel in verhaallijn
  • Koppen-reportage over gay in Antwerpen door Sven Pichal
  • Topics op radio n.a.v. gaybashing en homofoob geweld

De VRT heeft enkele keren per jaar overleg rond de thema’s leeftijd, seksuele geaardheid, gender, herkomst, handicap en kansarmoede, meer bepaald:

  • Het toegankelijkheidsoverleg (over handicap)        
  • Het diversiteitsforum (over alle thema’s, verschillende verenigingen)
  • Het kernoverleg: gestructureerd overleg met de kernpartners

In 2012 zijn de kernpartners van de VRT in het kader van dit overleg:

  •          Çavaria (holebivereniging)
  •          GRIP (mensenrechtenorganisatie handicap)
  •          de Vlaamse Ouderenraad
  •          de Nederlandstalige Vrouwenraad
  •          het Minderhedenforum

CONCLUSIE: De VRT blijkt deze doelstelling behaald te hebben.


[3] Het nieuwe Charter Diversiteit “Iedereen verschillend, iedereen welkom” is terug te vinden op de VRT-website: http://www.vrt.be/nieuws/2012/03/vrt-actualiseert-charter-diversiteit
[4] Gelieve in het achterhoofd te houden dat de lijst niet volledig is. Voor film gaat het bijvoorbeeld slechts over een paar voorbeelden.

SD3: De VRT sluit met haar aanbod op radio, TV en online aan bij de leefwereld van jongeren en representeert de diversiteit binnen deze doelgroep. In haar strategie t.a.v. jongeren staan volgende kernwoorden centraal: instroom, inbreng, interactie en inventiviteit.

OD3.1: De VRT ontwikkelt een plan voor een specifiek aanbod voor jongeren op radio, TV en online. De VRT realiseert, complementair aan haar generalistisch aanbod, op basis van de opgedane ervaring en gefaseerd, een specifiek tv-aanbod voor jongeren. Dit aanbod is onderscheidend t.a.v. het jongerenaanbod op de particuliere omroepen.

  • Het informatieaanbod op MNM en Studio Brussel sluit aan bij de leefwereld van jongeren; MNM en Studio Brussel hebben specifieke aandacht voor de diversiteit binnen de doelgroep van jongeren.

  • VRT TV brengt een specifiek aanbod voor jongeren:

    • VRT TV  brengt tussen 1 september 2012 en 1 september 2013 minstens één Vlaams programma per week gericht op jongeren en dit gedurende 40 weken.

    • Vanaf 1 september 2013 brengt de VRT op het Ketnetkanaal na 20 uur een specifiek aanbod voor jongeren, dat ook ruimte biedt voor een aanbod door jongeren,en dit gedurende 2 à 4 dagen per week en minstens 40 weken per jaar (cf. 11.3.2).

  • Het specifieke aanbod voor jongeren en de interactie errond wordt ook online uitgewerkt.


OD3.2: De VRT organiseert structureel een overleg met jongeren en jongerenorganisaties met het oog op het realiseren van een grotere instroom, inbreng, interactiviteit en inventiviteit m.b.t. het generalistische aanbod en het specifieke aanbod voor jongeren op TV, radio en online. Dit overleg draagt eveneens bij tot een grotere kennis bij de VRT over jongerencultuur en tot een genuanceerde beeldvorming over jongeren.

  • De VRT rapporteert jaarlijks over de acties die een gevolg zijn van dit structureel overleg.

Om deze maatstaf te behalen, dient de VRT:

  1. Een plan te ontwikkelen voor een specifiek aanbod voor jongeren op radio, TV en online, waarbij het informatieaanbod op MNM en Studio Brussel aansluit bij de leefwereld van jongeren en VRT TV brengt tussen 1 september 2012 en 1 september 2013 minstens één Vlaams programma per week gericht op jongeren en dit gedurende 40 weken. Bovendien wordt het specifieke aanbod voor jongeren en de interactie errond ook online uitgewerkt;
  2. structureel een overleg met jongeren en jongerenorganisaties te organiseren en jaarlijks te rapporteren over de acties die een gevolg zijn van dit structureel overleg.

De VRT stelt dat in 2012 een strategie ontwikkeld is voor de uitrol van een specifiek jongerenaanbod. Daarin stond de 4i-strategie centraal: instroom (inzetten op jonge mensen die aan de slag willen in de media), inbreng (Eén en Canvas brengen een positiever en dynamischer jongerenbeeld, met behulp van de jongeren zelf), interactie (MNM en Studio Brussel gaan interactief om met jongeren) en inventiviteit (OP12 als inventief televisiekanaal met een aanbod van en voor jongeren).

De VRT bracht in 2012 een specifiek aanbod voor jongeren op radio, televisie en online. Enkele voorbeelden:

  • MNM en Studio Brussel waren gericht op een jong doelpubliek in al zijn diversiteit. Ook in hun informatieaanbod sluiten ze aan bij de leefwereld van jongeren.
  • OP12 bracht in 2012 verschillende initiatieven voor en door jongeren:
    • Van mei tot en met augustus op evenementiële basis, zoals StuBru Club 69 en MNM-Marathonradio.
    • Vanaf september 2012 startte OP12 met een meer structurele programmatie waarbij veel aandacht ging naar de participatie van jongeren.
      • Structureel op maandag en vrijdag: Magazinski, In de remix.
  • Magazinski  is sinds 1 september 2012 wekelijks op OP12 te zien en richt zich specifiek tot jongeren. Magazinski  zal minstens 40 weken na elkaar te zien zijn. Naast Magazinski zijn er nog verschillende andere jongerenprogramma’s, maar deze lopen telkens voor een kortere periode.
    • Participatieprojecten: de 327, Work It (in het kader van Zuiddag), …
    • Pop-up-televisie: StuBru Club 69, Radio 1-sessies, MNM 1000 popquiz, StuBru Music for Life, …
  • Het aanbod voor jongeren werd ook online aangevuld met aanvullende informatie. Daarbij was er ook aandacht voor interactie met jongeren, o.a. via de sociale media. Ketnet lanceerde begin april 2012 een nieuwe website. Ketnet.be is daarmee het eerste Vlaamse tv-merk met een volwaardig online platform dat het televisienet ondersteunt maar evengoed een eigen koers kan varen.

De VRT intensifieerde in 2012 haar communicatie met jongeren en jongerenorganisaties, op diverse niveaus en in diverse geledingen van de organisatie. Als bijlage 6 is een oplijsting terug te vinden van de overleg- en interactiemomenten met jongeren en jongerenorganisaties.

Vooral de ‘adviseur jongeren’ van de VRT speelt een belangrijke rol in de intensifiëring van de communicatie met jongeren en jongerenorganisaties.  Deze jongerenadviseur heeft voortdurende communicatie met jongeren via Facebook, Twitter en LinkedIn, geeft advies aan jongeren op hun vraag en fungeert als luisterend oor en go-between naar netten en productiehuizen (intern en extern). De jongerenadviseur volgde ook onderzoek op over de leefwereld en de (media)behoeften van jongeren (aan de hand van vakliteratuur, internet, studiedagen, pers, …)  en gaf advies over jong talent (ook extern talent), vaak op vraag van Media en producties (bvb. In de mix, Café Corsari, Magazinski), en deed ook aan talentscouting via aanwezigheid op evenementen, maar ook via de sociale media (Youtube, Soundcloud, Vimeo, etc.), om op die manier verder te werken aan een talentenbank.

Het advies van de jongerenadviseur situeert zich op 2 domeinen:

  • Intern: De jongerenadviseur spoort, via talloze contacten en projecten met jongeren, zeer divers talent op in verschillende jongerenculturen en in diverse sociale en culturele biotopen. Dit talent wordt bijeengebracht in een databank en deze gegevens worden ter beschikking gesteld van netten of programma’s die naar nieuw en minder evident talent op zoek zijn. De jongerenadviseur probeert hierbij mee te zoeken naar een juiste match en introduceert talentvolle jongeren bij netten en programma’s, om een betere instroom voor meer jongeren mogelijk te maken.
  • Extern: Door de vele contacten met jongeren en de betuigde interesse voor hun projecten, wordt de jongerenadviseur vaak op een spontane manier om advies gevraagd door de jongeren zelf. Zo vragen zij bv. om advies te geven over een project dat ze willen organiseren, een video die zij maakten of een muzikaal nummer dat ze hebben opgenomen. De jongerenadviseur organiseert voor jongeren met talent ook af en toe workshops, bv. radiopresentatie of reportage, om een betere instroom voor meer jongeren mogelijk te maken . Daarnaast begeleidt de jongerenadviseur jonge reporters-in-spe in VRT projecten, bijvoorbeeld in de Belgodyssee wedstrijd van Radio 2 of de jongerenredactie van De327.

CONCLUSIE: De VRT blijkt deze doelstelling behaald te hebben.

SD4: De VRT moet een zo groot mogelijk en gevarieerd publiek bereiken. In het bijzonder moet de VRT  jongeren, nieuwe Vlamingen en mensen met een auditieve/visuele beperking beter bereiken en de band tussen deze groepen en de openbare omroep versterken door het aanbod beter af te stemmen op de behoeften van deze groepen.

OD4.1: De samenstelling van het VRT-publiek mag op verschillende indicatoren (geslacht, leeftijd en opleidingsniveau) niet wezenlijk verschillen van de samenstelling van de mediagebruikende populatie in Vlaanderen. Dit betekent concreet:

  • De VRT zal met haar aanbod over de verschillende media[5] op maandbasis minstens 90% van de bevolking[6] bereiken[7].

  • Radio: de VRT bereikt op weekbasis minstens 70% van de Vlaamse radioluisteraars en minstens 60% binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO).

  • TV: de VRT bereikt op weekbasis minstens 75% van de Vlaamse televisiekijker en minstens 65% binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 4-12, 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO). 

  • Online: de VRT bereikt op maandbasis minstens 40% van de Vlaamse surfers en minstens 30% binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO).

OD4.2: De VRT meet, in samenwerking met een externe partner, het bereik van nieuwe Vlamingen. De resultaten van deze meting zullen mee aan de basis liggen van het jaarlijks actieplan.

OD4.3:De VRT moet haar aanbod ook toegankelijk maken voor personen met een auditieve/visuele beperking. De VRT biedt daarvoor het volgende aan:

  • Voor blinden en slechtzienden:

    • T889 Gesproken ondertiteling: de VRT levert ondertitelinformatie bij alle programma’s en programmaonderdelen in een andere taal dan het Nederlands, met uitzondering van een aantal programma’s van de nieuwsdienst. Tegen eind 2012 zullen ook alle programma’s van de nieuwsdienst voorzien zijn van ondertitelinformatie. Het signaal van de VRT is bruikbaar voor alle in Vlaanderen beschikbare toestellen waarbij tekst wordt omgezet in spraak. Bij alle programma’s en programmaonderdelen van de VRT in een andere taal dan het Nederlands, is er dan gesproken ondertiteling voor wie een toestel heeft waarbij tekst wordt omgezet in spraak.

    • Audiobeschrijving / Audiodescriptie: de VRT zendt 1 (kwaliteits)fictiereeks per jaar uit.

    • De VRT zal haar sites maximaal conform het Anysurfer-label realiseren.

  • Voor doven en slechthorenden:

    • T888 Teletekstondertiteling: 95% van de programma’s, uitgezonderd hosting, trailering en commerciële communicatie, wordt ondertiteld. Daarbinnen worden de nieuws- en duidingsprogramma’s 100% ondertiteld tegen eind 2014. De VRT hanteert daartoe een stappenplan met tussentijdse streefcijfers en stelt de beschikbare ondertitels ook beschikbaar op andere platformen tegen eind 2014. 

    • Gebarentaal: het journaal van 19u en het Ketnet-journaal worden via het open internet met gebarentaal aangeboden binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst. Dit signaal wordt ook digitaal aangeboden aan de distributeurs die de service ook via interactieve digitale televisie kunnen verspreiden. Het weekoverzicht van het Ketnet-journaal wordt via TV met gebarentaal aangeboden binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst.

 Om deze maatstaf te behalen, dient de VRT:

  1. met haar aanbod over de verschillende media[8] op maandbasis minstens 90% van de bevolking[9] bereiken;
  2. op weekbasis minstens 70% van de Vlaamse radioluisteraars en minstens 60% binnen elke relevante doelgroep te bereiken;
  3. bereikt op weekbasis minstens 75% van de Vlaamse televisiekijker en minstens 65% binnen elke relevante doelgroep;
  4. op maandbasis minstens 40% van de Vlaamse surfers en minstens 30% binnen elke relevante doelgroep te bereiken;
  5. in samenwerking met een externe partner, het bereik van nieuwe Vlamingen te meten, waarbij de resultaten mee aan de basis zullen liggen van het jaarlijks actieplan;
  6. ondertitelinformatie bij alle programma’s en programmaonderdelen in een andere taal dan het Nederlands, met uitzondering van een aantal programma’s van de nieuwsdienst leveren. Tegen eind 2012 zullen ook alle programma’s van de nieuwsdienst voorzien zijn van ondertitelinformatie;
  7. Een (kwaliteits)fictiereeks per jaar uitzenden;
  8. haar sites maximaal conform het Anysurfer-label te realiseren;
  9. 95% van de programma’s, uitgezonderd hosting, trailering en commerciële communicatie, te ondertitelen;
  10. het journaal van 19u en het Ketnet-journaal via het open internet met gebarentaal aan te bieden binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De VRT bereikt met haar aanbod een groot en gevarieerd publiek:

  • De VRT moet met haar aanbod over de verschillende media[10] op maandbasis minstens 90% van de bevolking[11] bereiken[12].

Onderstaande cijfers met betrekking tot het gecombineerd bereik televisie en radio[13] tonen aan dat de VRT voldoet aan deze voorwaarde. De VRT bereikte in 2012 maandelijks gemiddeld 96,6% van de bevolking.

Tabel 1: Gecombineerd bereik televisie en radio VRT

Maand Bereik (%)
Tabel 1 : Gecombineerd bereik televisie en radio VRT
Januari 97,3%
Februari 97,3%
Maart 98,0%
April 96,1%
Mei 95,3%
Juni 96,2%
Juli 94,2%
Augustus 94,9%
September 97,0%
Oktober 97,9%
November 97,3%
December 97,8%
Totaal 96,6%

Bron: de PPM-studie (Portable People Meter), uitgevoerd door TNS Media, in opdracht van de VRT en de VAR

De VRT moet met haar radionetten op weekbasis minstens 70% van de Vlaamse radioluisteraars bereiken en minstens 60% binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO). Dat was in 2012 het geval. De VRT bereikte in 2012 wekelijks gemiddeld 79,8% van de Vlaamse radioluisteraars. [14]

Tabel 2 : Gemiddeld weekbereik VRT-radionetten

Maand bereik (%)
Tabel 2: Gemiddeld weekbereik VRT-radionetten
Januari - Maart 78,9%
April-Juni 79,1%
Juli -
Augustus-December 81%
Totaal 79,8%


Tabel 3 : Gemiddeld weekbereik VRT-radionetten

Radioluistaars Jan. Feb. Maart April Mei Juni Juli Aug-Dec. Totaal
Tabel 3: Gemiddeld weekbereik VRT-radionetten
leeftijd12-24 77,3% 77,3% 77,3% 74,3% 74,3% 74,3% - 81,4% 78,0%
leeftijd 25-44 73,5% 73,5% 73,5% 75,8% 75,8% 75,8% - 76,4% 75,6%
leeftijd 45-64 80,4% 80,4% 80,4% 80% 80% 80% - 81,4% 80,9%
leeftijd 65+ 87,1% 87,1% 87,1% 86,3% 86,3% 86,3% - 87,5% 86,9%
geslacht: man 79,3% 79,3% 79,3% 81,6% 81,6% 81,6% - 81% 80,9%
geslacht: vrouw 78,6% 78,6% 78,6% 76,5% 76,5% 76,5% - 80,9% 79,0%
opleidingsniveau: LSO 76,6% 76,6% 76,6% 77,6% 77,6% 77,6% - 79,6% 78,4%
opleidingsniveau: HSO 75,7% 75,7% 75,7% 76,7% 76,7% 76,7% - 76,7% 76,5%
opleidingsniveau : HO 85,9% 85,9% 85,9% 84% 84% 84% - 88,4% 86,4%

Bron: CIM-Radiostudie in 3 golven: golf 1 van januari t.e.m. maart, golf 2 van april t.e.m. juni, golf 3 van augustus t.e.m. december.[15]

De VRT-televisienetten moeten op weekbasis minstens 75% van de Vlaamse televisiekijker en minstens 65% binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 4-12, 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO) bereiken.

Deze doelstelling werd door de VRT in 2012 behaald. De VRT bereikte in 2012 op weekbasis 89,2% van de Vlaamse televisiekijker.  Als bijlage 7 is een overzicht van de cijfers op weekbasis terug te vinden.

Tabel 4 : Weekbereik VRT-televisie

Maand Gemiddeld weekbereik Vlaamse televisiekijker (%)
Tabel 4: Weekbereik VRT-televisie
Januari 89,8%
Februari 90,4%
Maart 89,8%
April 88,6%
Mei 87,5%
Juni 90,4%
Juli 88,5%
Augustus 89,3%
September 87,3%
Oktober 88,4%
November 89,9%
December 91,0%
Totaal 89,2%

Tabel 5a : Weekbereik VRT-televisie (Januari - Juni)

TVkijkers Jan. Feb. Maart April Mei Juni
Tabel 5a: Weekbereik VRT-televisie (januari - juni)
leeftijd
4-12
80,5% 84,7% 82,6% 79,7% 75,7% 81,4%
leeftijd
12-24
75,2% 76,0% 75,4% 72,9% 72,5% 77,8%
leeftijd
25-44
87,9% 88,6% 87,0% 85,7% 83,3% 88,1%
leeftijd
45-64
95,3% 94,1% 94,6% 93,6% 93,3% 95,0%
leeftijd
65+
97,3% 98,8% 98,6% 99,0% 99,4% 98,6%
geslacht:
man
90,5% 90,3% 89,9% 88,8% 87,4% 90,8%
geslacht:
vrouw
89,1% 90,5% 89,7% 88,4% 87,5% 90,0%
opleiding:
LSO
89,6% 90,9% 90,2% 90,2% 87,6% 90,7%
opleiding:
HSO
89,8% 89,1% 88,4% 87,4% 86,6% 90,5%
opleiding:
HO
93,7% 93,8% 93,6% 92,4% 92,1% 92,8%

Tabel 5b : Weekbereik VRT-televisie (juli - december)

TVkijkers Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal
Tabel 5b: Weekbereik VRT-televisie (juli - december)
leeftijd
4-12
79,2% 81,9% 82,8% 85,0% 87,7% 86,7% 82,3%
leeftijd
12-24
72,7% 76,0% 72,8% 70,4% 76,1% 79,5% 74,8%
leeftijd
25-44
85,2% 86,5% 82,7% 86,1% 86,8% 89,2% 86,4%
leeftijd
45-64
93,1% 93,7% 92,5% 93,9% 94,5% 94,6% 94,0%
leeftijd
65+
98,8% 97,8% 97,9% 97,3% 97,8% 98,1% 98,3%
geslacht:
man
89,1% 89,5% 87,0% 88,6% 89,9% 91,4% 89,4%
geslacht:
vrouw
88,1% 89,2% 87,6% 88,2% 89,9% 90,7% 89,1%
opleiding:
LSO
90,8% 90,6% 88,9% 87,5% 89,4% 91,3% 89,8%
opleiding:
HSO
87,2% 88,6% 85,5% 87,7% 88,7% 90,7% 88,3%
opleiding:
HO
92,2% 92,4% 90,1% 91,7% 93,2% 92,9% 92,6%

Bron: de CIM-Audimetriestudie, norm: 15’ consecutief gekeken op maandbasis.

De VRT moet met haar online-aanbod op maandbasis minstens 40% van de Vlaamse surfers[16] en minstens 30% binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO) bereiken.

In 2012 bereikte de VRT gemiddeld op maandbasis 58,1% van de Vlaamse surfers. [17] Hiermee blijkt deze doelstelling behaald.

Tabel 6 : Gemiddeld maandbereik t/m Vlaamse surfers

Maand Bereik (%)
Tabel 6: Gemiddeld maandbereik t/m Vlaamse surfers
Januari - September 58,1%
Oktober - December -
Totaal 58,1%

Tabel 7 : Gemiddeld weekbereik VRT-internet

Surfer Januari-September Oktober-December Totaal
Tabel 7 : Gemiddeld weekbereik VRT-internet
Leeftijd 12-24 65,9% - 65,9%
Leeftijd 25-44 60,9% - 60,9%
Leeftijd 45-64 51,2% - 51,2%
Leeftijd 65+ 45,9% - 45,9%
geslacht:man 56,7% - 56,7%
geslacht:vrouw 59,6% - 59,6%
opleidingsniveau: LSO 49,5% - 49,5%
opleidingsniveau: HSO 56,3% - 56,3%
opleidingsniveau: HO 63,3% - 63,3%

Bron: de CIM-Metriwebstudie (tot september 2012) / nieuwe CIM-internetstudie (vanaf oktober). 2 golven: golf 1 van januari t.e.m. september, golf 2 van oktober t.e.m. december.

Het ENA voerde, in opdracht van de VRT, een studie uit over het mediagebruik van nieuwe Vlamingen van Turkse, Marokkaanse en Poolse herkomst.  Er werd voor deze 3 herkomsten gekozen op basis van de grootte van aanwezigheid in Vlaanderen.

  • Uit cijfers van de studiedienst van de Vlaamse regering blijkt dat de grootste niet-Westerse migratiegroepen in Vlaanderen Marokkanen, Turken en Oost-Europeanen zijn.
  • Los daarvan zijn Vlamingen van Turkse en Marokkaanse origine ook onder de oudste ‘migratiegroepen’ in Vlaanderen.
  • Daarnaast werd onder de groep van Oost-Europeanen gekozen voor Polen omdat dit ook de grootste migratiegroep is onder de Oost-Europeanen in Vlaanderen.

De belangrijkste conclusies van het onderzoek waren (zie ook bijlage 8):

  • Nieuwe Vlamingen zijn nieuwsgierig naar Vlaamse media, maar combineren veeleer media uit het land van herkomst en Vlaamse media dan voor één van de twee te kiezen.
  • Algemeen gesproken zijn Turkse en Poolse Vlamingen meer georiënteerd op media uit het land van herkomst dan de Marokkaanse Vlamingen die intensiever de Vlaamse media gebruiken.
  • Televisie wordt in Vlaanderen druk bekeken door alle drie de groepen. Marokkaanse Vlamingen kijken vaker naar de Vlaamse zenders dan de Turkse en Poolse Vlamingen.
  • De nieuwe Vlamingen luisteren minder naar radio dan de doorsnee-Vlaming. Poolse Vlamingen luisteren wel een stuk meer naar radio dan Turkse of Marokkaanse Vlamingen. De nieuwe Vlamingen luisteren wel relatief meer naar Vlaamse zenders dan naar een zender uit het land van herkomst.
  • De helft van de nieuwe Vlamingen gebruikt minstens een keer per dag het internet. De populairste internationale websites bij deze groepen zijn Facebook, Youtube en Google, zoals bij de doorsnee-Vlaming.

De VRT had in 2012 veel aandacht voor het toegankelijk maken van haar aanbod voor personen met een auditieve/visuele beperking:

  • Voor personen met een visuele beperking bood de VRT in 2012 twee diensten aan om televisieprogramma’s toegankelijk te maken.
  1. De VRT leverde voor alle programma’s (uitgezonderd programma’s met ingebrande ondertitels) in principe gesproken ondertiteling (GO: ondertitels als gesproken tekst) aan via de teletekstpagina 889.
    1. Structureel heeft enkel Terzake ingebrande ondertitels. Dit is 12% van de programma’s van de nieuwsdienst. Daarnaast hebben nog enkele losse uitzendingen (cfr. sportuitzendingen, …) ingebrande ondertitels. Alle andere programma’s worden volledig ondersteund via gesproken ondertitels.
    2. Voor de drie televisienetten samen, heeft de VRT 220 uur uitgezonden in de categorie nieuws- en duidingsprogramma’s. 195 uren van die programma’s waren te volgen met GO (indien er anderstalige ondertitels aanwezig waren). Dit komt neer op 88% gesproken ondertiteling en 12% ingebrande ondertitels voor de programma’s van de nieuwsdienst. [18]
  2. In 2012 bood de VRT de 13e en laatste reeks van Witse en de eerste afleveringen van Wolven met audiobeschrijving (AD) aan. Deze reeksen werden uitgezonden met twee extra audiosporen, waarin de beschrijving gemonteerd was samen met de dialogen. Daardoor krijgt de gebruiker een kwalitatief hoogstaand product. Digitale kijkers kunnen die audiosporen oproepen bij de uitzending, zodat de kijker op elk moment kan kiezen of hij de uitzending met of zonder AD wil volgen. De uitzendingen werden ook met de AD-audiosporen op een ander tijdstip herhaald, zodat ook kijkers die niet over een settopbox beschikken de uitzending met AD-audiosporen kan bekijken.
  3. Blinden en slechtzienden, maar ook doven en slechthorenden, kunnen momenteel niet alle informatie op de VRT-websites raadplegen. Daarom startte de VRT in 2012 met de ontwikkeling van plan om haar websites toegankelijker te maken. In overleg met het Belgische kwaliteitslabel Anysurfer[19] werden opportuniteiten geïdentificeerd waarna technologische en inhoudelijke trajecten zijn opgestart. Bij de bouw van nieuwe online-diensten werd ook voorzien in een toegankelijkheidsanalyse door externen.
  • Voor personen met een auditieve beperking bood de VRT teletekstondertiteling en Vlaamse gebarentaal aan om haar televisieprogramma’s toegankelijk te maken.
  1. Via teletekstondertiteling (of T888) kon de kijker ondertiteling oproepen bij zo goed als alle televisieprogramma’s. In 2012 was op jaarbasis 94 % (of 8067 uur) van alle Nederlandstalige programma’s te volgen met T888. Ook bij de nieuws- en duidingsprogramma’s van de VRT had 94% teletekstondertiteling. In bijlage 9 is het jaaroverzicht van T888 voor 2012 terug te vinden.
  2. In de loop van 2012 startte de VRT met het aanbieden van Vlaamse gebarentaal (VGT) bij enkele programma’s. Sinds mei werd De Week van Karrewiet (zijnde het wekelijkse overzicht van het jeugdjournaal) aangeboden met VGT op Ketnet en Ketnet.be. Vanaf september werd ook het dagelijkse jeugdjournaal, Karrewiet met VGT aangeboden via Ketnet.be. Vanaf 3 december werd dagelijks Het journaal van 19 uur met VGT gestreamd op deredactie.be. Deze programma’s waren ook gratis te (her)bekijken via Net Gemist en Ooit Gemist (de op-aanvraag-diensten van de VRT). Op vraag van de doelgroep werkte de VRT hiervoor samen met zowel dove als horende tolken VGT.

Wanneer de digitale kijker programma’s opneemt met een digicorder of opvraagt via Net Gemist / Ooit Gemist waren zowel GO, AD, T888 of gebarentaal gratis beschikbaar en/of oproepbaar indien ze voorzien waren in de originele uitzending.

CONCLUSIE: De VRT blijkt deze doelstelling gedeeltelijk behaald te hebben.

De VRM stelt vast dat de doelstelling inzake gesproken ondertiteling enerzijds en teletekstondertiteling anderzijds niet behaald zijn.

In het kader van gesproken ondertiteling is vooropgesteld dat tegen eind 2012 alle programma's van de nieuwsdienst voorzien moeten zijn van ondertitelingsinformatie. Dit was in 2012 voor 88% het geval. Voor de andere 12% ging het om het programma 'Ter Zake' dat ingebrande ondertiteling heeft.

In het kader van teletekstondertiteling is vooropgesteld dat 95% van de programma's (uitgezonderd hosting, trailering en commerciële communicatie) ondertiteld dient te worden. De VRT heeft dit net niet behaald met 94%.

De andere onderdelen van deze strategische doelstelling en hieraan gekoppelde operationele doelstellingen lijken wel behaald.


[5] Hier worden in de eerste plaats TV en radio bedoeld, maar zonder andere mediatypes uit te sluiten.
[6] Bevolking: gangbare referentiegroep die in de officiële onderzoeken wordt gebruikt: bij TV is dit 4+, bij radio 12+.
[7] Bereik: verklaart in de laatste maand minstens éénmaal met het VRT-aanbod in contact gekomen te zijn. Kan opgemeten worden door CIM PPM onderzoek of andere betrouwbare referentie.
[8] Hier worden in de eerste plaats TV en radio bedoeld, maar zonder andere mediatypes uit te sluiten.
[9] Bevolking: gangbare referentiegroep die in de officiële onderzoeken wordt gebruikt: bij TV is dit 4+, bij radio 12+.
[10] Hier worden in de eerste plaats tv en radio bedoeld, maar zonder andere mediatypes uit te sluiten.
[11] Bevolking: gangbare referentiegroep die in de officiële onderzoeken wordt gebruikt: bij tv is dit 4+, bij radio 12+.
[12] Bereik:verklaart in de laatste maand minstens éénmaal met het VRT-aanbod in contact gekomen te zijn. Kan opgemeten worden door CIM PPM onderzoek of ander betrouwbare referentie. Voor tv wordt de CIM Audimetrie gehanteerd, voor radio de CIM Radiostudie, voor online de CIM Metriwebstudie/nieuwe CIM internetstudie.
[13] Het gecombineerde bereikcijfer is het resultaat van een meting van de bereikcijfers van de VRT-televisienetten en VRT-radionetten bij een zelfde panel van respondenten (minimum 15 minuten kijken naar VRT-televisienet of luisteren naar een VRT-radionet zonder onderbreking).
[14] De cijfers in de tabel zijn gemiddelde weekcijfers per maand. Doordat het bereik van de radionetten in golven gemeten wordt, zijn cijfers per week niet mogelijk.
[15] Voor de maand juli zijn er geen cijfers beschikbaar, aangezien er tijdens die maand geen veldwerk verricht werd.
[16] Vlaamse bevolking 12+= +/- 5,4 miljoen personen
[17] De bereikcijfers van het online aanbod voor de maanden oktober, november, december zullen aangeleverd worden door de nieuwe CIM-studie (ter vervanging van de Metriprofil-studie die de cijfers voor de voorgaande maanden aanleverde). Deze nieuwe CIM-internetstudie staat helaas nog niet op punt, waardoor de eerste bereikcijfers op maandbasis ten vroegste pas in de periode mei/juni 2013 verwacht worden. De VRT heeft helaas geen vat op de timing van het aanleveren van deze cijfers, aangezien de oorzaak van het probleem niet bij de VRT zelf, maar bij de CIM ligt (die momenteel druk aan de oplossing aan het werken zijn).
[18] Vooral het dagelijkse actualiteitenprogramma Terzake heeft een grote invloed op de cijfers, omwille van de structureel ingebrande ondertitels.
[19] Om het kwaliteitslabel AnySurfer voor toegankelijke websites te krijgen moet een website aan heel wat voorwaarden voldoen. Deze checklist van voorwaarden is online terug te vinden op  http://www.anysurfer.be/nl/in-de-praktijk/checklist