9.3. Beslissingen bij ambtshalve onderzoek m.b.t. radio-organisaties

1. VRM tegen VZW Radio Activity - 2015/008

Na veldsterktemetingen tijdens de maand juni 2014 door het onderzoeksteam van de VRM blijkt dat de uitzendingen van Radio Activity (roepnaam Club FM Antwerpen) duidelijk verder reiken dan het vergunde zendbereik toelaat.

Op verzoek van de VRM stelt het Belgische Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) een onderzoek in naar de uitzendingen van Club FM Antwerpen.

Uit de vaststellingen van het BITP blijkt volgens de onderzoekscel van de VRM dat Club FM Antwerpen uitzond met een veelvoud (10x) van het vergunde vermogen (160 Watt in plaats van de vergunde 16 Watt). Het effectief uitgestraalde vermogen bedroeg 430 Watt in plaats van de vergunde 43 Watt. Hierdoor was het effectieve zendbereik 3x hoger dan het theoretische mogelijke bereik volgens de vergunde zendvoorwaarden. Volgens de onderzoekscel van de VRM werd het vermogen door Club FM Antwerpen teruggedraaid na het vernomen van de vraag tot controle van de zendinstallatie, dit in een poging om het BIPT te misleiden en het onderzoek te manipuleren.

De orde binnen het radiolandschap – zoals die gecreëerd wordt door het frequentieplan van de Vlaamse Regering- en het zendcomfort van andere radio-omroeporganisaties, wordt verstoord of zelfs teniet gedaan wanneer één of meerdere radio-omroeporganisaties zich niet houden aan hun maximaal vergund zendvermogen. 
Bovendien heeft Club FM Antwerpen het vermogen teruggedraaid na het vernemen van de vraag tot controle van de zendinstallatie, dit in een poging om het BIPT te misleiden en het onderzoek te manipuleren.

Voor de begane inbreuken op het Mediadecreet legt VRM aan Club FM Antwerpen een administratieve geldboete van 750 euro op.

2. VRM tegen VZW Stad - 2015/009

Na veldsterktemetingen tijdens de maand juli (2014) door het onderzoeksteam van de VRM werd vastgesteld dat de uitzendingen van Radio Stad duidelijk verder reiken dan het vergunde zendbereik toelaat.

Op verzoek van de VRM stelt het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) een onderzoek in naar de uitzendingen van Radio Stad.

Uit de vaststellingen van het BIPT blijkt volgens de onderzoekscel van de VRM dat Radio Stad uitzond met een veelvoud (7x) van het vergunde vermogen (350 Watt in plaats van 48 Watt) en gebruikmaakt van een niet-vergunde zender om een hoger vermogen te kunnen uitsturen.

De orde binnen het radiolandschap – zoals die gecreëerd wordt door het frequentieplan van de Vlaamse Regering- en het zendcomfort van andere radio-omroeporganisaties, wordt verstoord of zelfs teniet gedaan wanneer één of meerdere radio-omroeporganisaties zich niet houden aan hun maximaal vergund zendvermogen. 
Een radio-omroeporganisatie is steeds gehouden op elk moment de bepalingen van de zendvergunning na te leven. Iedere wijziging moet steeds vooraf worden aangevraagd aan de VRM en kan desgevallend pas worden doorgevoerd na ontvangst van een aangepaste zendvergunning.

Voor de begane inbreuken op het Mediadecreet legt VRM aan Radio Stad een administratieve geldboete van 1.000 euro op.

3. VRM tegen VZW Brasschaatse Radio Omroep - 2015/010

Bij een eerdere beslissing (2014/007 – 24 februari 2014) werd VZW Brasschaatse Radio Omroep (BRO) een boete opgelegd van 750 euro wegens het niet conform de zendvergunning uitzenden. De radio-omroeporganisatie werd toe eveneens aangemaand haar installatie onverwijld aan de bepalingen van de zendvergunning aan te passen.

Met een brief van 16 juni 2014 verzoekt de onderzoekscel van de VRM het BIPT om na te gaan of BRO zich intussen geconformeerd heeft aan de voorwaarden van de zendvergunning.  Uit het rapport van het BIPT blijkt dat de lokale radio-omroeporganisatie nog steeds uitzendingen verzorgt met een ander type zender dan vergund. De overige vergunningsvoorwaarden blijken wel te worden nageleefd.

Op 15 januari 2015 – ruim na de vaststellingen van het BIPT op 9 juli 2014 – ontvangt de VRM een aanvraag tot wijziging van de zendvergunning van BRO. Op 21 januari 2015 kent de VRM deze nieuwe zendvergunning toe aan BRO.

Uit vaststellingen van het BIPT blijkt dat BRO de bepalingen van artikel 135 van het Mediadecreet niet heeft nageleefd. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat intussen een nieuwe zendvergunning werd afgeleverd. De VRM waarschuwt bijgevolg BRO voor deze inbreuk.

4. VRM tegen VZW Euregio Media - 2015/040

Naar aanleiding van een bericht op de website van de krant ‘Het Belang van Limburg’, waarbij gemeld wordt dat de uitzendingen door Ping FM te Lanaken (106.0 MHz) zouden zijn gestaakt door een defect aan de zendmast, stelt de onderzoekscel van de VRM een onderzoek ter plaatse in naar het uitzendgedrag. Hierbij wordt vastgesteld dat de zendmast op de vergunde zendplaats gedeeltelijk is afgebroken, de antennes niet meer aanwezig zijn en er geen uitzendingen meer waarneembaar zijn op de frequentie 106.0 MHz.

Na de uitgevoerde controle laat Ping FM aan de VRM weten dat de zendmast op de vergunde site is omgevallen en dat daarom een verhuis wordt gepland naar een ander adres. Het verhuisdossier wordt aan de VRM bezorgd.

De onderzoekscel van de VRM voert vervolgens een onderzoek ter plaatse uit op het adres van de nieuw aangevraagde zendlocatie en stelt vast dat daar reeds een (mobiele) zendmast, een zendinstallatie en een parabool antenne aanwezig zijn. Op de zendmast staat één dipool gemonteerd, gericht op Maastricht (Nederland). Dit is weggericht van het vergunde zendgebied (lokaliteit Lanaken). Eveneens wordt vastgesteld dat er reeds uitzendingen verzorgd worden op de frequentie 106.0 MHz.

Volgens de onderzoekscel van de VRM is deze wijze van uitzenden niet in overeenstemming met de toepassing van artikel 135 van het Mediadecreet.

Ping FM erkent aan de VRM een overtreding te hebben begaan op artikel 135 van het Mediadecreet.

De VRM besluit dat Ping FM gedurende een tijd niet volgens de zendvergunning heeft uitgezonden. Dit omdat Ping FM niet meer uitzond vanop de vergunde locatie, zonder vergunning de zendlocatie heeft verplaatst over een afstand van 2,4 kilometer en een niet vergunde antenneconfiguratie gebruikte door met één dipool gericht op Nederland uit te zenden.

De VRM benadrukt dat de verplaatsing van een zendinstallatie pas is toegelaten nadat de aanpassing van de zendvergunning is goedgekeurd door de VRM. Door het verhuizen van de zendinstallatie, zonder de aflevering van de zendvergunning af te wachten, miskent Ping FM alle verplichtingen die gepaard gaan met de erkenning als lokale radio-omroeporganisatie en de toekenning van de daaraan gekoppelde zendmogelijkheden. Door het onvergund verplaatsen van de zendlocatie worden immers ook alle overige vergunde karakteristieken zoals de antennehoogte, stralingsdiagramma, kabellengte, uitzendvermogen, … niet nageleefd. 

De VRM besluit Ping FM een administratieve geldboete van 2.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie wordt rekening gehouden met de ernst van de inbreuk. Door het niet respecteren van de zendvergunning, verstoort Ping FM ernstig de orde van het radiolandschap. Bovendien wordt het zich richten op een ander zendgebied dan het vergunde in het bijzonder als zeer ernstig beschouwd. 

5. VRM tegen VZW Antwerpse Ontspanningsstichting (AOS) - 2015/065

Op 14 januari 2015 legt de onderzoekscel van de VRM een rapport voor aangaande het ongebruikt laten van de toegewezen zendmogelijkheden door VZW Antwerpse Ontspanningsstichting (AOS). Da algemene kamer besliste op de vergadering van 26 januari om tegen AOS een procedure op tegenspraak te starten.

De VRM meldt bij brief van 2 maart 2015 dat, rekening houdend met het feit dat de radio-omroeporganisatie in haar schriftelijke opmerkingen verklaart op korte termijn tot uitzending te kunnen overgaan, de zaak voor verdere behandeling is uitgesteld met een periode van twee maanden.

Op 21 april 2015 dient AOS een aanvraag tot wijziging van zendvergunning in. Op 22 juni reikt de VRM aan AOS een gewijzigde zendvergunning uit.

Op 1 oktober 2015 stelt de onderzoekscel van de VRM vast dat AOS gebruikmaakt van de toegewezen zendmogelijkheden.

Bijgevolg wordt beslist om de procedure op tegenspraak stop te zetten.

6. VRM tegen VZW Kuurnse Lokale Omroep - 2015/076

Naar aanleiding van een aanvraag tot verhuizing van de zendinstallatie onderzocht de VRM het zendgedrag van lokale radio Family Radio Kuurne-Kortrijk. Op het ogenblik van het onderzoek was de zendvergunning van 4 juli 2012 voor Family Radio Kuurne-Kortrijk van kracht.

Bij brief van 19 oktober 2015 diende Family Radio Kuurne-Kortrijk bij de VRM een aanvraag in voor een nieuwe zendvergunning met het oog op een verhuizing van de zendlocatie.

Op 6 november 2015 voerde de VRM veldsterktemetingen uit waaruit blijkt dat Family Radio Kuurne-Kortrijk geen uitzendingen meer verzorgt vanop de vergunde locatie, maar wel reeds zonder vergunning uitzendt vanop de aangevraagde zendlocatie.

Overeenkomstig artikel 135 van het Mediadecreet dient een radio-omroeporganisatie op elk moment de bepalingen van de zendvergunning na te leven. Iedere wijziging moet steeds vooraf worden aangevraagd en kan pas worden doorgevoerd na ontvangst van een aangepaste zendvergunning van de VRM.

Door het verhuizen van de zendinstallatie zonder de aflevering van een nieuwe zendvergunning af te wachten, miskent Family Radio Kuurne-Kortrijk alle verplichtingen die gepaard gaan met de erkenning als lokale radio-omroeporganisatie en de toekenning van de daaraan gekoppelde zendmogelijkheden. Door het onvergund verplaatsen van de zendlocatie worden immers ook alle overige vergunde karakteristieken zoals antennehoogte, stralingsdiagramma, kabellengte, uitzendvermogen, … niet nageleefd.

De VRM besluit dat Club FM Kortrijk de bepalingen van artikel 135 van het Mediadecreet niet heeft nageleefd. Bij het bepalen van de strafmaat wordt rekening gehouden met de ernst van de inbreuk. Door het niet respecteren van de zendvergunning kan de orde van het radiolandschap ernstig worden verstuurd. De VRM besluit een administratieve geldboete van 1.500 euro op te leggen.

7. VRM tegen VZW Stadsradio Metropolys - 2015/077

Naar aanleiding van een aanvraag tot verhuizing van de zendinstallatie onderzocht de VRM het uitzendgedrag van lokale radio Club FM Kortrijk. Op het ogenblik van het onderzoek was de zendvergunning van 28 februari 2011 voor Club FM Kortrijk van kracht.

Bij brief van 19 oktober 2015 diende Club FM bij de VRM een aanvraag in voor een nieuwe zendvergunning met het oog op een verhuizing van de zendlocatie.

Op 6 november 2015 voerde de VRM veldsterktemetingen uit waaruit blijkt dat Club FM geen uitzendingen meer verzorgt vanop de vergunde locatie, maar wel reeds zonder vergunning uitzendt vanop de aangevraagde zendlocatie.

Overeenkomstig artikel 135 van het Mediadecreet dient een radio-omroeporganisatie op elk moment de bepalingen van de zendvergunning na te leven. Iedere wijziging moet steeds vooraf worden aangevraagd en kan pas worden doorgevoerd na ontvangst van een aangepaste zendvergunning van de VRM.

Door het verhuizen van de zendinstallatie zonder de aflevering van een nieuwe zendvergunning af te wachten, miskent Club FM alle verplichtingen die gepaard gaan met de erkenning als lokale radio-omroeporganisatie en de toekenning van de daaraan gekoppelde zendmogelijkheden. Door het onvergund verplaatsen van de zendlocatie worden immers ook alle overige vergunde karakteristieken zoals antennehoogte, stralingsdiagramma, kabellengte, uitzendvermogen, … niet nageleefd.

De VRM besluit dat Club FM Kortrijk de bepalingen van artikel 135 van het Mediadecreet niet heeft nageleefd. Bij het bepalen van de strafmaat wordt rekening gehouden met de ernst van de inbreuk. Door het niet respecteren van de zendvergunning kan de orde van het radiolandschap ernstig worden verstuurd. De VRM besluit een administratieve geldboete van 1.500 euro op te leggen.