3.1.2.3. Analyse op basis van kijkcijfers / abonnee-aantallen

3.1.2.3.1 Productiehuizen

Sommige productiehuizen werken in opdracht van meerdere televisie-omroeporganisaties, sommige voor één enkele. Het digitale magazine Inside TV geeft wekelijks een overzicht van producties die in de maak zijn, of op Vlaamse televisie-omroepen uitgezonden worden. In de eerste jaarhelft van 2015 werden in de overzichten van Inside TV naast de interne productiehuizen van de omroepen in totaal 16 productiehuizen vermeld die 5 of meer producties verzorgen in opdracht van een andere partij. Zij worden weergegeven in Tabel 64: Productiehuizen met 5 producties of meer en de opdrachtgevers waarvoor ze werken. Ze verzorgden samen 174 producties.

Tabel 64: Productiehuizen met 5 producties of meer en de opdrachtgevers waarvoor ze werken

Productiehuis

Aantal

Opdrachtgevers

Studio 100

21

Nederland (6), Ketnet (9), Nickelodeon BE/NL/US (1)

Njam! (2), RTL Club (1), SBS6, tros(NL)(1), VTM (1)

TV Bastards

19

VTM(15), Vitaya( 1), Anne(1)

deMENSEN

15

Canvas(3), Eén(3), Ketnet(1), VTM(4)

Sputnik Media

14

ATV(1), BNN(1), canvas(1), Eén (3), JIM(1), RTBF(1), SBS6(NL)(1), VIER(2), VIJF(3)

Warner Bros Belgium

13

Belgacom TV (1), 2BE (1), Eén (3), Medialaan (1), VIER(2), VIJF (1), VTM (4)

Woestijnvis

13

Belgacom TV (1), VIER (11)

Hotel Hungaria

12

LIBELLE TV (4), online platform jani tv (1), Eén (3), film (1), Ketnet (3)

Zodiak Belgium

12

Eén(4), M6(F)1, RTBF(1), VTM(5), Zuidafrika(1)

Dedsit

10

2BE(1), Eén (1), Nickelodeon Germany(1), Njam!(2), VTM (5)

Sultan Sushi

9

LIBELLETV(3), 2BE(1) ,Eén(1), PRO(1), SBS6(NL)(1), Vitaya(2)

FremantleMedia Belgium

7

Acht (1), RTL-Tvi (3), VIJF (1), VTM (2)

Red Pepper Media

7

KanaalZ (4), Nickelodeon (1),tba (1),VIJF (1)

Caviar

6

Eén (1), vier/Prime (1), VTM (3)

Menuet

6

Acht(1), Co-productiemetdeMensen(1), Eén(1), VTM (3)

BlazHoffski Belgie

5

2BE(1), canvas(1), lux(1), VIJF(1), VTM(1)

Daarnaast werden er in Inside TV 57 productiehuizen vermeld met minder dan 5 producties. 3 daarvan verzorgden 4 producties, 6 productiehuizen maakten elk 3 producties, 10 productiehuizen stonden in voor telkens 2 producties en 38 productiehuizen werden met slechts 1 productie vermeld.

Wanneer diezelfde informatie vanuit het perspectief van de omroepen bekeken wordt, levert dat Tabel 65: Opdrachtgevers en het aantal productiehuizen waarop ze beroep doen op. Daaruit blijkt dat vooral VRT nv en Medialaan nv zeer veel Vlaamse producties programmeren. Die maken ze ofwel in eigen huis, ofwel doen ze beroep op verschillende onafhankelijke productiehuizen.

Tabel 65: Opdrachtgevers en het aantal productiehuizen waarop ze beroep doen

Opdrachtgevers

Aantal productiehuizen waarop ze beroep doen

Aantal producties

VRT

51

184

Medialaan

27

97

SBS Belgium

16

41

Andere

17

32

Wallonië/buitenland

14

29

Regionaal

2

2

Totale aantal

80

385

Om de populariteit van het aanbod van de productiehuizen te bestuderen, werd gebruik gemaakt van de top 100 van populairste televisieprogramma's. Voor elk programma werd nagegaan welk productiehuis (intern of extern) het programma heeft gemaakt.

In 2014 werden de 100 populairste programma's gemaakt door 24 productiehuizen. Een groot deel van de top 100 werd echter ingenomen door de wedstrijden van het WK voetbal.

Omdat een top 100 op jaarbasis een vrij beperkte dataset oplevert, werd deze oefening herhaald voor meerdere jaren. De 25 best scorende productiehuizen werden verzameld in Tabel 66: Aantal vermeldingen in top 100 per productiehuis. Er moet worden opgemerkt dat top 100-noteringen slechts een deel van de volledige programmatie vertegenwoordigen. Zij geven louter een indicatie en geen absoluut bewijs over de lage graad van concentratie binnen de sector van productiehuizen.

De populariteit van de programma's van productiehuizen hangt uiteraard ook af van de plaats in het programmaschema en dit wordt bepaald door de zenders. Ook de plaats in de elektronische programmagids (die mede door de distributeurs bepaald wordt) is van tel.

Tabel 66: Aantal vermeldingen in top 100 per productiehuis

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

VRT Televisie/

Nieuws/

(internationale

Sport/EBU)

14

27

24

31

30

33

28

48

42

51

Buitenlandse

productie

7

4

1

4

16

3

7

5

5

7

Medialaan nv-

TvBastards-

Studio-A

6

4

4

4

3

5

7

3

5

5

deMensen nv

3

4

5

4

4

12

9

4

7

5

DED's It

Productions cvba

-

-

-

-

-

2

3

1

1

3

Woestijnvis nv

7

10

8

6

6

20

16

13

4

2

De Filistijnen bvba

0

1

1

2

2

2

1

3

3

2

Alaska-TV bvba

-

-

-

-

-

-

-

-

1

2

Endemol België nv

2

0

0

0

3

-

1

1

1

2

Eyeworks nv

12

15

14

12

7

3

5

3

5

2

Koeken Troef bvba

-

-

-

-

-

1

1

2

1

2

Menuet bvba

1

0

1

1

1

-

2

2

1

2

Zodiak Belgium

-

-

-

-

-

-

-

-

-

2

Warner Bros

Belgium

-

-

-

-

-

-

-

-

-

2

Sultan Sushi bvba

-

-

-

-

-

5

2

1

4

1

Kanakna

Productions nv

0

0

2

2

7

5

6

2

3

1

Skyline TV & Film

0

1

2

1

2

2

1

2

3

1

De Chinezen bvba

-

-

-

-

-

-

-

1

2

1

FremantleMedia nv

4

1

3

2

2

1

3

4

2

1

Hotel Hungaria

bvba

-

-

-

-

-

-

1

1

1

1

Operatie Koekoek

-

-

-

-

-

-

-

-

1

1

Sputnik TV bvba

2

1

2

0

1

-

1

1

1

1

RV Productions nv

3

4

4

2

2

2

1

1

-

1

XINIX

-

-

-

-

-

-

-

-

-

1

TV Makers

-

-

-

-

-

-

-

-

-

1

VIER

-

-

-

-

-

-

-

-

4

-

Ciné cri de

coeur bvba

-

-

-

-

-

-

-

-

1

-

De tv-makers nv

-

-

-

-

-

2

1

-

1

-

Fobic Films bvba

-

-

-

-

-

-

-

-

1

-

A Private View

bvba

-

-

-

-

1

-

-

-

-

-

BGoodMedia bvba

-

-

-

-

-

-

-

1

-

-

Blazhoffski bvba

-

-

-

-

-

-

1

-

-

Caviar nv

-

-

-

-

-

-

-

1

-

-

D&D

Productions nv

3

0

2

0

-

-

-

-

-

-

Elisabeth nv

-

-

-

-

-

-

1

-

-

-

Jok Foe

2

3

1

1

-

-

-

-

-

-

MMG nv

-

-

-

-

2

-

-

-

-

-

Primo Piano

Productions bvba

-

-

-

-

2

-

-

-

-

-

Tévé Company

bvba

-

-

-

-

-

-

2

-

-

-

3.1.2.3.2 Televisieomroeporganisaties

De CIM-cijfers over de kijktijden voor de belangrijkste Vlaamse omroepen worden publiek gemaakt op de CIM-website. Kijktijden zijn gedefinieerd als het aantal minuten dat een Vlaming per dag naar televisie kijkt. In 2014 bedroeg dit 179 minuten per dag over de verschillende omroepen. De verdeling wordt weergegeven in Figuur 52: Aandelen van de Vlaamse zenders in gemiddelde kijktijd in 2014 (totale bevolking).

Figuur 52: Aandelen van de Vlaamse zenders in gemiddelde kijktijd in 2014 (totale bevolking) - tekstuele beschrijving figuur 52

Aandelen van de Vlaamse zenders in gemiddelde kijktijd in 2014 (totale bevolking)

Bron: CIM, CIM TV - Noord, 1/1-31/12/2014, 02-26h, doelgroep & gasten - GfK Audimetrie nv, geraadpleegd op 28/09/2015

In Figuur 53: Evolutie van de aandelen van de Vlaamse zenders in gemiddelde kijktijd wordt een evolutie geschetst van het aandeel van de omroepen sinds 2005. De cijfers voor de periode voor de laatste 10 jaar worden weergegeven in Tabel 67: Evolutie van de aandelen van deVlaamse zenders in de gemiddelde kijktijd.

Eén kende in het begin van deze 10 jaar een constante groei, maar in 2012 werd een daling ingezet. De kijktijden voor VTM ondergingen tot vorig jaar een lichte daling. In 2014 nam het aandeel echter weer toe. VIER en VIJF bleven vorige jaren rond 6% en 3% schommelen maar kenden vanaf 2013 toch een lichte stijging tot 7,74% en 3,6%. De regionale en de buitenlandse zenders kenden een zeer lichte stijging van hun marktaandeel.

Op 1 januari 2010 werd door het CIM uitgesteld kijken of Time Shifted Viewing (TSV) geïntroduceerd in de meting van de kijkcijfers. Het CIM meet sindsdien niet enkel het kijken naar televisieprogramma's op het moment van uitzending maar ook programma's die tot en met 6 dagen later worden (her)bekeken. De kijkmeter registreert ook ander gebruik van het tv-toestel, zoals dvd kijken, gaming, foto's bekijken enzovoort.

Door de uitgebreide opnamemogelijkheden wijken steeds meer kijkers uit naar uitgesteld kijken om geen programma's te missen. Bij populaire reeksen loopt het aandeel uitgesteld kijken op tot een derde van het totaal aantal kijkers. Op lange termijn kan het een bedreiging vormen voor de inkomstenmodellen van de omroepen aangezien de reclameblokken doorgespoeld kunnen worden.

Sinds kort bieden de omroepen ook de mogelijkheid om via hun websites programma's uitgesteld te bekijken. Heel veel jongeren blijken dit te doen. Kijkers krijgen dan wel reclame te zien die niet kan worden doorgespoeld.

Dit leidt tot conflicten tussen omroepen en distributeurs over de verdeling van de inkomsten. Het thema werd in het Vlaams Parlement opgevolgd onder de benaming "Signaalintegriteit", wat heeft geleid tot een aanpassing van het Mediadecreet op 19 juli 2013 (zie ook onder 4.1.2.4).

Figuur 53: Evolutie van de aandelen van de Vlaamse zenders in gemiddelde kijktijd - tekstuele beschrijving figuur 53

Evolutie van de aandelen van de Vlaamse zenders in gemiddelde kijktijd

Bron: Eigen bewerking op basis van CIM-cijfers

Tabel 67: Evolutie van de aandelen van de Vlaamse zenders in de gemiddelde kijktijd

Zenders

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Eén

27%

29%

30%

32%

32%

33%

33%

31%

30%

28,73%

Canvas/

Ketnet

10%

10%

9%

8%

9%

10%

8%

9%

8%

8,92%

OP12

-

-

-

-

-

-

-

1%

2,8%

2,05%

VTM

22%

21%

21%

21%

21%

20%

20%

18%

17%

19,84%

2BE

6%

7%

6%

6%

6%

5%

5%

5%

5%

4,89%

Vitaya

2%

3%

4%

4%

4%

3%

4%

4%

5%

4,73%

VTM-

Kzoom

-

-

-

-

-

-

-

0,9%

0,8%

0,65%

VIER

6%

7%

6%

7%

6%

6%

7%

7%

7%

7,74%

VIJF

2%

4%

4%

4%

4%

3%

3%

3%

4%

3,64%

Disco-very

Chan-nel

-

-

-

-

-

-

-

-

1%

1,33%

Nicke-lodeon

(NL)

-

-

-

-

-

-

-

-

1%

0,94%

Acht

-

-

-

-

-

-

-

0,5%

1%

0,58%

Njam!

-

-

-

-

-

-

-

0,5%

0,4%

0,25%

Studio

100 TV

-

-

-

-

-

-

-

-

0,2%

0,23%

Cartoon

Network

(NL)

-

-

-

-

-

-

-

-

0,2%

0,23%

Foxlife

(NL)

-

-

-

-

-

-

-

-

0%

0,01%

Disney

Channel

-

-

-

-

-

-

-

-

1%

0,77%

National Geo-

graphic

NL

-

-

-

-

-

-

-

-

1%

0,82%

Nick Jr.

-

-

-

-

-

-

-

-

1%

0,77%

TMF

-

-

-

-

-

-

-

-

-

0,21%

DOBBIT

TV

-

-

-

-

-

-

-

-

-

0,21%

KANAAL

Z (NL)

-

-

-

-

-

-

-

-

-

0,11%

Andere

25%

19%

20%

18%

18%

19%

19%

17%

14%

12,35%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

Bron: op basis van CIM TV – Noord/Zuid, 1/1-31/12/2014, 02-26h, doelgroep & gasten - GfK Belgium

Wanneer de kijkcijfers voor de zenders per omroeporganisatie gegroepeerd worden (zie Tabel 68: C3 en HHI op basis van de marktaandelen van de omroeporganisaties voor de periode 2005-2014), kunnen de concentratiemaatstaven C3 en HHI berekend worden.

Over de periode 2005-2014 is er een concentratietendens aan de gang. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het gezamenlijk marktaandeel van de 3 grootse spelers licht toeneemt (C3 stijgt van 75% in 2005 naar 81.19% in 2014%) maar de HHI-Index stijgt niet in dezelfde mate, doordat er een verschuiving van het marktaandeel van de marktleider VRT nv naar de derde speler SBS Belgium nv gebeurde.

Tabel 68: C3 en HHI op basis van de marktaandelen van de omroeporganisaties voor de periode 2005-2014

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

C3

75,00%

81,00%

80,00%

82,00%

82,00%

80,00%

80,00%

78,90%

79,60%

81,19%

HHI

0,2333

0,2603

0,2582

0,2682

0,2742

0,2714

0,2622

0,2559

0,2564

0,2617

Bron: eigen berekening op basis van CIM TV – Noord/Zuid, 1/1/2005-31/12/2014, 02-26h, doelgroep & gasten - GfK Belgium

Figuur 54: Evolutie concentratiewaarden HHI en C3 tussen 2005 en 2014 - tekstuele beschrijving figuur 54

Evolutie concentratiewaarden HHI en C3 tussen 2005 en 2014

Bron: eigen berekening op basis van CIM TV – Noord/Zuid, 1/1/2005-31/12/2014, 02-26h, doelgroep & gasten - GfK Belgium

3.1.2.3.3 Distributie

In Vlaanderen vormt coaxkabel de enige manier om nog analoge tv-signalen te ontvangen. Binnen hun bedieningsgebied zijn Telenet nv, Numericable nv en Nethys (intercommunale) dus de enige dienstenverdelers op de markt voor analoge tv-signaaldistributie.

De populariteit van analoge TV vermindert echter. Figuur 55: Evolutie van het aantal kabelabonnees (coax en IPTV) toont een duidelijke afname van het aantal kijkers dat enkel nog via analoge kabel kijkt. Hierbij dient wel verduidelijkt te worden dat er nog een groot aantal analoge tv-klanten blijft bestaan die naast hun analoog abonnement een digitaal abonnement nemen.

Figuur 55: Evolutie van het aantal kabelabonnees (coax en IPTV) - tekstuele beschrijving figuur 55

Evolutie van het aantal kabelabonnees (coax en IPTV)

Bron: VRM op basis van informatie uit jaarverslagen

De eenmalige stijging van het aantal Telenetklanten in het voorjaar 2009 kan verklaard worden door de overname van abonnees in het Interkabelgebied. Daarnaast besloot Telenet nv om vanaf 1 januari 2012 de digitale INDI-klanten als analoge klanten te beschouwen aangezien er geen interactiviteit bestaat en de abonnees geen toenemende bedrijfsopbrengsten genereren. Vanaf 26 november 2012 werd het digitale signaal volledig afgebouwd doordat de leveranciers het achterliggende digitale INDI-platform niet langer ondersteunen.

Wat (al dan niet interactieve) digitale televisie betreft zijn er op verschillende platformen verschillende aanbieders actief. Over het Vlaamse grondgebied heeft Telenet nv ongeveer evenveel abonnees als concurrent Proximus nv over heel België.

Infofragment 14: De financiële relatie tussen omroepen, distributeurs en auteurs

Door de dubbelzijdigheid van de televisiemarkt kunnen omroeporganisaties als klant én als leverancier beschouwd worden van distributeurs en vice versa. Er kunnen dus geldstromen in beide richtingen lopen.

Deze materie is complex en weinig transparant vermits de omroepen enerzijds transportkosten betalen voor de verspreiding van het signaal, maar anderzijds (samen met de auteurs) auteursrechten ontvangen.

Door allerhande belanghebbenden wordt het gebrek aan transparantie over de verdeling van de geïnde auteursrechten aangeklaagd.[101]

In art. XI. 274-art.XI 278 WER (in voetnoot Wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, BS 12 juni 1994 (errata BS 27 juni 2014) en K.B van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 (BS 12 juni 2014) wordt de oprichting van een "Dienst Regulering van het auteursrecht en de naburige rechten" voorzien naast de reeds bestaande controledienst van de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en naburige rechten. Deze dienst Regulering heeft voornamelijk als bevoegdheid toe te zien op het billijke en niet-discriminatoire karakter van de innings-, tariferings-, en verdelingsregels van de beheersvennootschappen. Ook kan hij een bemiddelingsrol spelen bij geschillen over auteursrecht en naburige rechten, en kan hij adviezen verlenen over de economische waarde van het auteursrecht.

De dienst Regulering zal een register moeten opstellen over het bestaan van overeenkomsten die de doorgifte via de kabel toestaan (art. XI.226 WER). De kabelmaatschappijen zullen de nodige inlichtingen moeten overmaken aan de FOD Economie binnen een termijn van drie maanden. De koning kan de voorwaarden en modaliteiten van dit register bepalen.

In de memorie van toelichting bij het ontwerp dat tot deze bepaling heeft geleid wordt erop gewezen dat deze inlichtingen beperkt moeten worden tot deze die noodzakelijk zijn voor de transparantie, zoals partijen en prijs, en dat de inhoud van deze inlichtingen niet openbaar zal worden gemaakt. (Parl. St. Kamer, 2013-2014, nr. 3391, 43)

Om er zeker van te zijn dat de inning en uitbetaling van de vergoeding voor de doorgifte via de kabel correct en transparant gebeurt, moeten de kabelmaatschappijen alle overeenkomsten die ze hierover afsluiten en de bedragen die ze verschuldigd zijn ook doorgeven aan de dienst Regulering (art. XI.227 WER). Op deze wijze kan de dienst Regulering een beter zicht krijgen over de kabelrechten en nagaan of deze bedragen over het algemeen wel degelijk terechtkomen bij de rechthebbenden, voor wie ze door de kabelmaatschappijen geïnd werden bij de consument.

Tot op heden werd geen uitvoering aan deze bepaling gegeven. De praktische uitvoering ervan wordt bestudeerd.

De marktpartijen zijn niet geneigd informatie over deze materie openbaar te maken. Vaak zijn zij zelf tot vertrouwelijkheid gebonden in de contracten die werden aangegaan.

Sinds 2010 vraagt de VRM inzicht in de overeenkomsten die de dienstenverdelers aangingen met de omroeporganisaties. Daarnaast werden overzichten verschaft van de effectief betaalde/ontvangen bedragen voor de periode van de voorbije vijf jaar. Deze oefening wordt jaarlijks herhaald.

Details kunnen niet vrijgegeven worden aangezien zij op strikt vertrouwelijke basis werden meegedeeld.

In het verleden werd enkel informatie opgevraagd over de transfers tussen omroepen en distributeurs. Sinds 2012 vroeg en kreeg de VRM ook de gegevens over de bedragen die aan andere rechthebbenden betaald werden.

De kabeloperatoren factureren de auteursrechten apart omdat ze wat betreft de prijs van het basisabonnement onder de controle van de Prijzendienst vielen. Extra's, zoals auteursrechten, worden apart op de factuur vermeld en op die manier kan iedereen berekenen hoe groot de te verdelen som is. Bij andere distributeurs (zoals Proximus nv of Base Company nv) zijn de omroeptransmissiediensten en auteursrechten niet apart gefactureerd, maar inbegrepen in de prijs van een "pack". Daardoor is het voor de begunstigden niet meteen mogelijk om te berekenen hoeveel er in totaliteit uitgekeerd zou moeten worden.

De variatie binnen de aangeleverde prijsinformatie is zodanig groot dat het de VRM niet toestond er een eenduidige logica uit te distilleren.

Voor sommige contracten wordt een vergoeding per abonnee per maand afgesproken, soms wordt er gewerkt met forfaitaire bedragen. In een aantal gevallen bevatten de overeenkomsten ook engagementen tot het spenderen van behoorlijk hoge advertentiebudgetten op bepaalde zenders.

De balans wijst in het merendeel van de gevallen in het voordeel van de omroepen, maar in sommige gevallen is dit omgekeerd. Deze verhouding blijkt niet per se bevestigd door de populariteit van de zenders in kwestie. De betaalde bedragen schommelen tussen nul euro, over enkele duizenden euro, tot meerdere miljoenen euro. Voor eenzelfde omroep kunnen de bedragen in de relatie met een ander platform zelfs in een volledig andere grootorde liggen. Zo wordt er bijvoorbeeld op sommige platformen in verhouding zeer veel betaald aan buitenlandse openbare omroepen, terwijl dit bij andere platformen minder het geval is.

[101] Dienst voor de Intellectuele Eigendom, Jaarverslag 2013.