3.1.1.3 Analyse op basis van populariteitscijfers
Volgens de cijfers van de VRIND van 2014 heeft 94% van de Vlaamse bevolking ouder dan 18 jaar een radio gebruikt de voorbije drie maanden. 86% van de Vlaamse bevolking gebruikte de radio om op de hoogte te blijven van de actualiteit. Terwijl het aandeel Vlamingen dat het radionieuws beluistert ongeveer hetzelfde is gebleven over de periode 2000-2014 is het dagelijks gebruik ervan fors verminderd. De gemiddelde Vlaming blijft dus dit medium gebruiken om zich op de hoogte te stellen van de actualiteit, maar hij doet dat minder frequent.[103]
Uit de studie van Digimeter uit 2015 blijkt dat 58,9% van de Vlamingen dagelijks naar de radio luistert voor zijn nieuwsgaring. Dit is een daling van 6,9% ten opzichte van de vorige studie uit 2014. Elke dag luisteren 50,6% van de Vlamingen naar hun autoradio, 49,8% luistert thuis naar de radio. Bijna 3 op de 10 luistert maandelijks naar een internetradio. DAB radio is niet goed ingeburgerd. Slechts 10,2% van de Vlamingen heeft ooit al via een DAB-toestel naar de radio geluisterd.[104] In de toekomst wil het beleid wel sterk inzetten op DAB+.
3.1.1.3.1 Luistercijfers
De marktverhoudingen tussen de verschillende radio-omroeporganisaties kunnen geschetst worden aan de hand van luistercijfers. Deze worden door het CIM in “golven” geregistreerd.
Volgens de meest recente CIM-cijfers (golf 2016-2, van april tot juni 2016) zijn de marktaandelen tussen de verschillende Nederlandstalige zenders als volgt verdeeld:
Figuur 37: Marktaandeel per zender - Golf 2016-2 - tekstuele beschrijving figuur 37
Bron: CIM, geconsulteerd op 19/08/2016
Net zoals de afgelopen jaren blijkt uit bovenstaand diagram dat Radio 2 en Qmusic dagelijks het grootste aantal luisteraars weten te bereiken in Vlaanderen. Studio Brussel nadert tot dichtbij Qmusic op de derde positie. MNM blijft de vierde grootste maar ook Radio 1 laat van zich horen.
Naast de marktaandelen, het aantal mensen dat naar een radiozender luistert kunnen we ook kijken naar de gemiddelde tijd die een persoon besteedt aan een radiozender. In onderstaande figuur bekijken we de gemiddelde luistertijd per zender (ook voor Golf 2016-2). De landelijke zender die in Vlaanderen per dag het langdurigst beluisterd wordt, is Radio 2, gevolgd door Studio Brussel. JOE zag zijn gemiddelde luistertijd maar liefst halveren het voorbije jaar, terwijl Studio Brussel en Klara lichtjes langer beluisterd worden. Qmusic gaat lichtjes achteruit.
Figuur 38: Gemiddelde luistertijd per zender - Golf 2016-2 - tekstuele beschrijving figuur 38
Bron: CIM, geconsulteerd op 19/08/2016
Over een langere periode worden gestage verschuivingen tussen de marktaandelen van de verschillende zenders genoteerd. Dit wordt voor de periode 2006-2015 weergegeven in Figuur 39: Evolutie marktaandelen radio o.b.v. luistercijfers. De laatste jaren zien we dat Radio 1 en Klara erop vooruitgaan. Radio 2 en Qmusic verliezen luisteraars.
Figuur 39: Evolutie marktaandelen radio o.b.v. luistercijfers - tekstuele beschrijving figuur 39
Bron: bewerking CIM: 12+, Maandag-Zondag, 6-22h en VAR
Wanneer de evolutie van de verhouding tussen publieke en private radio op basis van luistercijfers wordt bekeken, blijkt dat het marktaandeel van publieke radio langzaam afnam in de periode 2006-2016, maar dit jaar weer wat toenam. In 2015 daalde het marktaandeel tot 60%, maar in 2016 was het weer 63%.
Figuur 40: Verhouding landelijke publieke versus private radio o.b.v. luistercijfers - tekstuele beschrijving figuur 40
Bron: bewerking CIM: 12+, Maandag-Zondag, 6-22h
Omdat er op de radio-omroepmarkt twee grote spelers zijn, leek het interessant om naast de C4 ook de C2 te berekenen, de som van de marktaandelen op basis van luistercijfers van VRT en Medialaan. In Figuur 41: Evolutie concentratie radio is te zien dat de concentratie op basis van deze methode bijzonder hoog is. De concentratiewaarde van C2 valt de laatste jaren nagenoeg samen met deze van C4. Sinds de opkomst van Nostalgie vormt zich een klein verschil tussen beide.
De HHI illustreert dat de verhouding tussen de groepen VRT en Medialaan veranderd is. Sinds 2008 is de index gedaald van 0,50 naar 0,42 in 2015. Dit valt te verklaren door het toenemend marktaandeel van de Medialaanzenders ten koste van het aandeel van VRT. In 2016 zien we echter weer een stijging naar 0,50. Dit is het gevolg van het toenemend marktaandeel van VRT-zenders, maar ook van de daling van het marktaandeel van de kleinere zenders.
Tabel 64: Concentratie-indexen groepen radio op basis van luistercijfers 2006-2016
sept-dec 06 - Golf 13 |
aug-dec 07 - Golf 15 |
jan-mei 08 - Golf 16 |
jan-mei 09 - Golf 18 |
jan-mei 10 - Golf 20 |
apr-juni 11 - Golf 2011-2 |
apr-juni 2012 Golf 2012-2 |
apr-juni 2013 Golf 2013-2 |
apr-juni 2014 Golf 2014-2 |
apr-juni 2015 Golf 2015-2 |
Apr-juni 2016 Golf 2016-2 |
|
C4 |
87% |
85% |
91% |
90% |
89% |
89% |
89% |
88% |
90% |
89% |
91% |
C2 |
87% |
85% |
89% |
86% |
83% |
83% |
81% |
83% |
84% |
83% |
85% |
HHI |
0,4759 |
0,4533 |
0,5021 |
0,4661 |
0,4421 |
0,4342 |
0,4231 |
0,4414 |
0,4502 |
0,4234 |
0,5028 |
Bron: VRM op basis van CIM
Figuur 41: Evolutie concentratie radio op basis van groepen 2006-2016 - tekstuele beschrijving figuur 41
Bron: VRM op basis van CIM
3.1.1.3.2 Online populariteit van radiomerken
Onderstaande figuur geeft de absolute cijfers van de websitebezoeken en het aantal volgers op sociale media van de Nederlandstalige radiozenders waarover het CIM bericht. Het aantal websitebezoeken staat op de primaire as (links) en het aantal volgers op sociale media op de secundaire as (rechts).
Figuur 42: Online populariteit radiozenders - tekstuele beschrijving figuur 42
Bron: VRM op basis van CIM en eigen onderzoek bij betrokken sociale netwerken, cijfers september 2016
Studio Brussel scoort met zijn website het beste, met MNM en Radio 2 respectievelijk op de tweede en derde plaats. Het valt op dat Qmusic slechts vierde is op het vlak van websitebezoeken, net voor Radio 1. Mensen surfen naar een site van een radiozender om verschillende redenen. Ze kunnen via de website naar de radiozender in kwestie luisteren, maar kunnen ook nieuwtjes over muziek en actualiteit lezen, deelnemen aan wedstrijden of informatie over de verschillende programma’s opzoeken.
Via de online radiospeler van de VRT, radioplus.be, zijn alle (web)radio’s te beluisteren en krijgt de luisteraar een overzicht van de programmatie en de sociale mediaberichten van de verschillende (web)radio’s. Via de site kunnen ook programma’s herbeluisterd worden. Over de bezoeken van radioplus.be rapporteert het CIM geen cijfers.
Als we de populariteit op sociale media bekijken, zien we een gelijkaardige tendens als bij de websites: Studio Brussel scoort het hoogste, gevolgd door Qmusic en MNM op ruime afstand. Het valt op dat Facebook en Twitter zeer actief worden ingezet door de radiozenders. Op Instagram zijn slechts drie radio-omroepen actief, maar Studio Brussel heeft daar wel een groot aantal volgers. Google Plus wordt door de radio-omroepen praktisch volledig genegeerd. De radio-omroepen gebruiken YouTube actief. Ze hebben ook heel wat abonnees. Studio Brussel, Qmusic en MNM zijn bovendien erg actief op Snapchat.
We kunnen concluderen dat de radio-omroepen die zich richten op een jong publiek het meeste bezoekers lokken naar hun website en het meeste volgers hebben op de sociale media.
Wat apps betreft, zijn er heel wat verschillende radio-apps die een overzicht bieden van Vlaamse internetradio’s. Daarnaast biedt de VRT met de Radioplus app sinds oktober 2014 een app via dewelke haar eigen radiostations kunnen worden beluisterd samen met MNM Hits, Klara Continuo en Ketnet Hits. Qmusic was het eerste radiostation met een eigen app, maar dit jaar geraakten de radioapps in een stroomversnelling. Er kwamen bijvoorbeeld vijf nieuwe radioapps voor de VRT (Radio 1, Radio 2, MNM, Studio Brussel en Klara). Hieronder enkele cijfers. Let er wel op dat de vijf nieuwe radioapps van de VRT pas 1 juni 2016 gelanceerd werden. Qmusic updatet zijn app tot Q, met zowel inhoud van de radiozender Qmusic als van de tv-zender Q2.
Zoals in de inleiding van dit hoofdstuk vermeld, stelt enkel Google Play gegevens beschikbaar omtrent het aantal installaties van een app. De App Store van Apple doet dit niet.
Naam applicatie |
Groep |
Aantal installaties juli 2016 |
Q |
Medialaan |
100.000-500.000 |
Radioplus |
VRT |
50.000-100.000 |
MNM |
VRT |
10.000-50.000 |
JOE |
JOEfm |
10.000-50.000 |
Radio 2 |
VRT |
5.000-10.000 |
Studio Brussel |
VRT |
5.000-10.000 |
Radio 1 |
VRT |
1.000-5.000 |
Klara |
VRT |
1.000-5.000 |
Nostalgie |
Vlaanderen één |
1.000-5.000 |
Tabel 65: Aantal installaties applicaties radio via Google Play
Bron: VRM op basis van Google Play
Vervolgens zoomen we in op de acht landelijke Nederlandstalige radiozenders. In onderstaande figuur[105] zijn de marktaandelen tussen de verschillende zenders opgenomen op basis van de luistercijfers, websitebezoeken en hun volgers op sociale media.
Figuur 43: Marktaandelen landelijke radiozenders - tekstuele beschrijving figuur 43
Bron: VRM op basis van CIM en eigen onderzoek
Wanneer we naar de verhouding tussen publieke en private radio kijken op basis van het aantal volgers op sociale media is deze verhouding 70-30 in het voordeel van de publieke omroep. Op basis van het aantal websitebezoeken is dat zelfs 75-25. De publieke radiozenders hebben dus nog een groter marktaandeel op de nieuwe media dan op basis van de luistercijfers (63-37).
Figuur 44: Verhouding marktaandelen landelijke publieke versus private radio - tekstuele beschrijving figuur 44
Bron: VRM op basis van CIM en eigen onderzoek
[103] Studiedienst van de Vlaamse Regering (2015), VRIND 2015 Vlaamse Regionale Indicatoren, pp. 323-324. De studiedienst van de Vlaamse regering geeft jaarlijks een overzicht weer van Vlaamse regionale indicatoren.
[104] iMinds Digimeter, “Measuring Digital Media Trends in Flanders aug-okt 2015”, 2015, pp. 191-198. Het iMinds digimeter rapport brengt elk jaar het bezit & gebruik van media(technologie) bij Vlamingen in kaart.
[105] Dit gaat enkel over de marktaandelen van de Nederlandstalige landelijke radiozenders. Lokale, internet- of buitenlandse radiozenders zijn hier niet in opgenomen.