5.1 De Vlaamse mediasector

In het eerste hoofdstuk werd de Vlaamse mediasector afgebakend door na te gaan welke spelers in welke mediasegmenten actief zijn. Ook de invloed van Corona werd besproken.

Wat radio betreft, werd een voorontwerp van decreet vermeld dat vanaf 1 januari 2023 de categorie van de regionale radio-omroeporganisaties afschaft en de intentie heeft om met ingang van die datum nieuwe erkenningen voor landelijke radio-omroeporganisaties te laten ingaan voor een termijn van vijf jaar, eenmalig verlengbaar met drie jaar. De bestaande erkenningen (erkende en van rechtswege) worden dus met één jaar verlengd. Het voorontwerp bepaalt bovendien – in omzetting van EU-bepalingen – dat autoradio’s vanaf 20 december 2020 voorzien moeten zijn van een DAB+-ontvanger en dat op termijn ook andere radiotoestellen in staat moeten zijn om digitale radiosignalen te ontvangen.

In Vlaanderen wordt er steeds meer digitaal naar radio geluisterd. 26% van het totale luistervolume is ondertussen digitaal. De stijging is het sterkst bij DAB+, van 3% vorig jaar naar 9% dit jaar. Dit blijkt uit onderzoek door onderzoeksbureau Ipsos, in opdracht van de Vlaamse overheid.

Tijdens de coronacrisis vond radio meer gehoor, maar de reclamemarkt stuikte ineen. Radio-omroeporganisaties namen initiatieven om meer Belgische muziek te programmeren, zodat er meer inkomsten uit auteursrechten naar de eigen muziekindustrie gingen.

Wat televisie betreft, is 2020 een keerpunt. Vroeger bouwden de grote commerciële spelers verschillende omroepmerken uit. In 2020 wordt er teruggegrepen naar het sterkste omroepmerk, en daarrond worden de verschillende zenders gebouwd. Zo werd in augustus 2020 bekend dat SBS in 2021 een nieuwe zender zal lanceren, Play Zeven. De andere zenders van de groep worden geheroriënteerd naar Play Vier, Play Vijf en Play Zes. Op deze manier wordt duidelijker dat ze vallen onder het label ‘Play’ van moedergroep Telenet. Ook DPG Media heroriënteert zijn zenders als VTM, VTM2, VTM3 en VTM4.

DPG Media en Telenet gingen op 14 september 2020 met hun SVOD-platform Streamz van start. Streamz is het Vlaamse antwoord op de concurrentie van buitenlandse grootgewichten als Netflix en Disney+ (dat in september 2020 in Vlaanderen zijn intrede deed). Ook de VRT werkt mee aan Streamz. Een catalogus van 1.500 programma’s van de openbare omroep zijn via Streamz te bekijken.

Eind 2020 loopt de huidige beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse Regering af. In het Vlaamse regeerakkoord van 2019 en de beleidsnota van de Minister van Media werden de contouren van de nieuwe beheersovereenkomst al getekend.

Op 29 april 2020 droeg Roularta Media Group haar aandelen (50%) van de Regionale Media Maatschappij, de exploitatiemaatschappij van Focus en WTV, over en verkocht aan WTV Zuid. Hiermee verwierf WTV Zuid 75% van de aandelen in RMM nv. Focus TV oefende op haar beurt haar volgrecht uit en bood haar 25%-aandeel aan, waarbij WTV Zuid statutair gehouden is deze aandelen te kopen aan dezelfde voorwaarden en prijs als de Roularta-aandelen.

Op 26 juni 2020 heeft de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring gehecht aan het voorontwerp van decreet ter omzetting van de herziene Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. Het Mediadecreet zal met name worden gewijzigd om lineaire en niet-lineaire televisie meer op gelijke voet te laten concurreren met elkaar, en nieuwe regels voor videoplatformdiensten in te voeren die kijkers (in het bijzonder minderjarigen) beter moeten beschermen tegen gewelddadige, schadelijke en haatzaaiende inhoud.

De Europese Commissie heeft op 2 juli 2020 richtsnoeren vastgesteld die de lidstaten moeten helpen bij de uitvoering van de herziene Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. Het gaat om richtsnoeren voor Europese producties (berekeningsmethode 30%-aandeel en bepaling vrijstellingen) en richtsnoeren voor videoplatforms/ sociale media (criterium ‘essentiële functie’).

Telenet kondigde aan dat vanaf eind 2020 analoge tv stopgezet zal worden om zo meer ruimte te creëren voor internetverkeer.

Proximus investeert de komende jaren sterk in Fiber to the home (FTTH) om zijn netwerk te verbeteren en Fluvius meldde zich in 2019 aan als kabelomroepnetwerk. In 2020 lanceerde TV Vlaanderen een nieuw tvaanbod via internet: App TV, waarbij je tv kan kijken via een app.

In het kader van de marktanalyse nam de CRC in 2020 een prijsbesluit, waardoor de tarieven waartegen een begunstigde tv-diensten afneemt bij een SMP-operator vastgelegd werden (bv. Orange bij Telenet).

De productiehuizen en facilitaire bedrijven werden hard getroffen door de coronacrisis. De VOTF, beroepsvereniging van Vlaamse audiovisuele bedrijven, wijst na een rondvraag bij haar leden op een werkvermindering van 95 procent tijdens het hoogtepunt van de uitbraak van het coronavirus.

Door Corona boomden de kijkcijfers, maar de advertentiebudgetten volgden niet. Ook op langere termijn zal een algemene economische recessie wellicht zwaar wegen op de reclamebestedingen van de ondernemingen.

De titels op de Vlaamse krantenmarkt blijven ongewijzigd. Daarnaast zet de sterke tendens naar meer convergentie zich verder. Na de creatie van News City vorig jaar, laat DPG Media de nieuwswebsite van VTM Nieuws opgaan in HLN.be. Bezoekers worden automatisch omgeleid. Ondertussen worden ook de gevolgen van deze tendens, zoals verschraling van het aanbod, autopromotie en uitwisseling van artikelen, steeds duidelijker. Dit wordt ook ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.

Redactionele websites van kranten blijven sterk inzetten op digitalisering en video. Uitgevers plaatsen als onderdeel van hun ‘digital-first’-strategie eerst artikelen online op verschillende sociale media. Om economische redenen worden deze artikelen steeds vaker achter een betaalmuur geplaatst. Pas nadien verschijnen de artikelen in de geschreven krant. Eveneens worden meer artikelen voorzien van een korte, samenvattende video. Dit concept slaat aan. Om die reden lanceerde DPG Media het eerste Vlaamse non-stop live videonieuwskanaal HLN Live op de HLN-app en op de website HLN.be.

De COVID-19-pandemie heeft een substantiële invloed gehad op de contentleveranciers van de geschreven pers. Tot slot werden reclameregies en mediacentrales zeer zwaar getroffen aangezien advertentiecampagnes massaal werden geannuleerd of uitgesteld. De komende maanden en jaren zal duidelijk worden wat en hoe groot de precieze impact was.

De impact van het COVID-19-virus op de uitgevers is gemengd. Zo was er een sterke toename van de lees- en kijkcijfers in combinatie met extra verkochte abonnementen. Dit woog echter niet op tegen de grote verliezen door het stilvallen van de advertentiemarkt. Dit fenomeen werd aangeduid als de coronaparadox of de nieuwsparadox.

De magazinemarkt bevond zich voor de pandemie reeds in een turbulente situatie met een grote volatiliteit. In 2019 nam de Nederlandse poot van DPG Media het Nederlandse Sanoma over. Dit heeft ook gevolgen voor de Vlaamse magazinemarkt. Verder werd Roularta 100% eigenaar van Plus magazine en nam het Senior Publications over. De convergentie tussen het papieren en digitale medium blijft echter stroever verlopen dan bij kranten. De crossmediale strategieën naar websites en sociale media slaan bovendien weinig aan. De COVID19-crisis heeft dan ook een grotere impact gehad op de magazinemarkt.

De gratis bladen zijn misschien wel het grootste slachtoffer binnen de familie van de geschreven pers. Zij zijn namelijk volledig afhankelijk van de inkomsten uit de advertentiemarkt om de kosten te kunnen dekken.

Sommige uitgevers van deze bladen stopten noodgedwongen met uitgeven, al dan niet tijdelijk.

Qua distributie blijft de dagbladhandelaar onder druk staan, hoewel zij tijdens de eerste maanden van de COVID-19-pandemie als essentiële winkels geopend mochten blijven. De Belgische overheid verlengde daarenboven de concessie met Bpost voor een periode van twee jaar onder dezelfde voorwaarden.

Het intensieve gebruik van internet zette zich dit jaar verder door. Sociale media, websites en apps zijn de steunpilaren van heel wat mediamerken uit radio, tv en geschreven pers. Verschillende wetenschappelijke studies toonde aan dat het internet de plek is via dewelke media eerst wordt geconsumeerd. Ondernemingen spelen hier met webreeksen en influencers handig op in. Quasi elk Vlaams mediabedrijf heeft ondertussen minstens één account op sociale media en minstens één podcast die online raadpleegbaar is. De podcast blijft echter wachten op zijn grote doorbraak in Vlaanderen.

In de digitale wereld blijven voornamelijk buitenlandse bedrijven de sleutelposities in handen houden. De populairste sociale media, appwinkels en zoekmachines in Vlaanderen zijn eigendom van Amerikaanse bedrijven. Zij bezitten veel digitale advertentieruimtes. De advertentie-inkomsten van deze advertentieruimtes lekken dus weg naar het buitenland. Initiatieven zoals Buymedia.be, Mobilepremium en de Belgian Data Alliance proberen de concurrentie het hoofd te bieden. Dit jaar gaat het rapport dieper in op deze digitale advertentiesystemen. Zo wordt in hoofdstuk 1 de werking uitgelegd en in hoofdstuk 3 de economische kant van de lekken toegelicht.

In het kader van de GDPR-wetgeving opende de Belgische en andere Europese databeschermingsautoriteiten in 2019 een onderzoek naar het systeem van real time bidding. Dit onderzoek is nog altijd lopende.

Wat de aggregatieschakel betreft, zijn er het afgelopen jaar verschillende veranderingen geweest. De belangrijkste zijn de stopzetting van Stievie Premium, de komst van het nieuwe streamingsplatform Streamz en de stopzetting van Roularta’s e-commerceplatform Storesquare. Verder lanceerde Newsweek de eerste streaminggids “TV Digitaal”. Daarnaast blijven de digital-only nieuwsmedia het moeilijk hebben met het aanboren van duurzame financieringsbronnen. Charlie Magazine hield een succesvolle fundraising, maar gooide uiteindelijk toch de handdoek in de ring. Apache ondervond eveneens moeilijkheden. Recent werd het herstelplan voor de nieuwswebsite en een nieuw marketingplan voor meer abonneewerving goedgekeurd.

De impact van COVID-19 op de reclameregies en mediacentrales is nog onduidelijk. Net zoals bij de geschreven pers leden ook zij onder het stilvallen van de advertentiemarkt. Sinds de uitbraak van het virus zijn het aantal websitebezoeken echter (meer dan) verdubbeld. Ook de gemiddelde gespendeerde tijd op een website steeg. De impact van het virus zal hier dus mogelijk beperkt zijn.

Op distributievlak publiceerde de CRC haar beslissingen over de wholesaletoegangstarieven voor de kabelnetwerken van Telenet, Brutélé en Voo NV. Met de tarieven legt de CRC een billijk tarief op wholesaleniveau vast die alternatieve operatoren moeten betalen indien zij toegang willen krijgen tot de kabelnetten. Daarnaast schakelen Proximus en Fluvius een versnelling hoger met de uitrol van de glasvezelkabel. Verder kondigde Fluvius en Telenet bovendien het voornemen aan tot samenwerking met betrekking tot de aanleg van een nieuw datanetwerk in Vlaanderen. Dit netwerk zou bestaan uit een glasvezelnetwerk dat loopt tot in de woning van de consument en heeft als uitgangspunt dat het open staat voor alle telecombedrijven.

Sinds de uitbraak van COVID-19 is het verbruik van vast internet aanzienlijk gestegen. Telecomproviders noteerden een verbruik dat 40% hoger lag dan dezelfde periode vorig jaar. Om congestie van het netwerk te vermijden werden verschillende maatregelen genomen. Zo werd hierboven reeds aangehaald dat YouTube en Netflix hun beeldkwaliteit tijdelijk verlaagden.

De mobiele app-markt in Vlaanderen fluctueert, maar niet uitzonderlijk. Er werden enkele nieuwe apps ontwikkeld en er verdwenen er enkele. Veel app-ontwikkelaars probeerden in te spelen op de pandemie door COVID-19-gerelateerde apps op de markt te brengen. Deze werden echter geweigerd in de Google Play Store en de App Store. Enkel apps die afkomstig zijn van officiële instanties worden getoond.

Wat de distributie van mobiel internet betreft, zijn er momenteel nog altijd maar drie mobiele operatoren. Er zijn echter plannen om een vierde operator toe te laten op de Belgische markt. Bovendien laat een politiek akkoord omtrent de rechten rond 5G op zich wachten. Verder blijft het aantal full MVNO’s beperkt tot 2, met name Mobile Vikings nv en Lycamobile. Daarnaast sloten Proximus en Orange een akkoord om hun mobiele netwerkinfrastructuur vanaf 2020 met elkaar te delen. Dit gezamenlijke netwerk wordt ondergebracht in een 50/50 joint venture. De producten en diensten van beide bedrijven blijven strikt gescheiden. Telenet diende echter een klacht in bij de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA). De BMA oordeelde een tijdelijke pauze van de samenwerking, maar legde geen bijkomende maatregelen op. De joint venture kan dus worden verder gezet terwijl het onderzoek van de BMA nog loopt.

Het verbruik van mobiel internet en vast internet zijn communicerende vaten. Gezien het feit dat veel mensen ‘in hun kot’ bleven daalde het verbruik van mobiel internet aanzienlijk.

Convergentie en crossmedialiteit zijn een courante zaak geworden in het Vlaamse medialandschap. Merken zijn de belangrijkste ankerpunten geworden, en worden probleemloos van de ene mediavorm naar de andere geëxporteerd. Om dit te illustreren wordt aan het einde van hoofdstuk 1 een overzicht gegeven van een aantal Vlaamse multimediale merken en de vormen waarin zij geconsumeerd kunnen worden, gegroepeerd volgens eerste verschijningsvorm (radio/tv/geschreven pers/website/app en sociale media).

Louter op basis van de deelnemers op het speelveld hebben we reeds indicaties dat de verticale en crossmediale integratie in de Vlaamse mediasector toeneemt. Distributeurs doen aan contentcreatie en aggregatie. Aggregatoren, zoals VRT en DPG Media proberen met nieuwe platformen rechtstreeks naar de kijkers te gaan. Zo heeft Canvas geen website meer, maar wordt doorverwezen naar VRT NU, idem voor de DPG Media-zenders naar VTM GO. Afzonderlijke televisiezenders hebben ook minder en minder een eigen app, maar men promoot de apps van VRT NU en VTM GO. Dit in tegenstelling tot radio-omroepen, die nog wel steevast een eigen website en app hebben. Regies werken samen om zoveel mogelijk data en aggregatoren te kunnen bundelen. Deze integratietendensen zullen in het derde hoofdstuk verder gekwantificeerd worden.