3.2.1 Analyse op basis van financiële gegevens

De financiële gegevens van deze groepen vindt de lezer terug in Tabel 107.

Een vergelijking op basis van de financiële gegevens is niet evident. De telecomactiviteiten van Proximus en Telenet vallen bijvoorbeeld niet exact uit de financiële gegevens te distilleren, wat de verhoudingen uiteraard vertekent. Vorig jaar werden DPG Media en Telenet bv in onderstaande tabel opgenomen in plaats van De Persgroep (nu DPG Media Group) en Telenet Group Holding. De reden hiervoor is dat De Persgroep en Telenet Group Holding holdingmaatschappijen waren die niet altijd een adequate weergaven gaven, bijvoorbeeld door een opvallend laag werknemersaantal.

Ondernemingsnaam

Eigen vermogen

Activa

Omzet

Bedrijfsopbrengsten

Bedrijfswinst (-verlies)

Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting

Werknemers

10/15

20/58

70

70/76A

9901

9903

9087

Proximus nv

1.674.500.685

7.774.984.757

3.886.699.793

4.318.780.745

-76.787.886

431.549.602

11.298,2

Telenet bv

530.593.407

4.328.946.824

1.952.548.711

2.033.311.219

396.649.529

291.960.991

1.996,5

Mediahuis nv

287.049.024

807.443.698

320.580.079

337.573.050

-33.213.623

45.906.413

885,3

VRT nv

278.817.451

455.504.094

428.893.520

447.176.484

-3.314.068

723.355

2.165,7

Roularta Media Group nv

229.077.196

341.959.811

290.403.667

300.281.911

5.773.232

10.568.070

1.221,7

DPG Media nv

59.186.784

437.060.778

531.102.832

551.242.142

19.739.989

19.514.336

1.122,1

Studio 100 nv

35.716.983

234.819.731

82.300.862

83.019.788

6.102.797

-7.524.770

200

Tabel 107: Financiële gegevens 2019 mediagroepen

Hier wordt de evolutie van de gemiddelde waarden voor mediagroepen sinds 2010 gegeven. De bedrijfswinst en het aantal werknemers ligt lager. De omzet, de CPI en de winst voor belastingen liggen hoger. De CPI en de omzet zitten nagenoeg op hetzelfde niveau

Figuur 77: Evolutie gemiddelde waarden sinds 2010 – mediagroepen - tekstuele beschrijving Figuur 77
Bron: VRM op basis van informatie NBB

Doorheen de jaren zien we dat de omzet en het aantal werknemers een zeer gelijkaardige trend volgen. In 2016 kenden beide curven een piek. Dit komt doordat enkele kleinere mediagroepen (Concentra en Corelio, nu Mediahuis partners) niet meer apart vermeld werden. Dit had een positieve impact op de gemiddelde omzet.

Verder zien we dat de bedrijfswinst in de periode 2010 - 2013 sterk daalde en zelfs bijna halveerde. Dit kwam doordat het toenmalige Concentra, Proximus, Roularta Media Groep en Sanoma Media Belgium slechte winstcijfers optekenden. De jaren nadien was er min of meer een stabilisatie. In 2017 boekten Proximus, Sanoma Media Belgium, Telenet en VRT opnieuw mooie winstcijfers, wat de stijging van de curve in dat jaar verklaart. Deze stijging was echter van korte duur want in 2018 en 2019 daalt de bedrijfswinst opnieuw. Zo kende Proximus bijvoorbeeld een bedrijfsverlies van -76.787.866 euro in 2019, terwijl er in 2018 nog een bedrijfswinst van 318.935.426 euro was. Dit verlies komt door een stijging van de recurrente en niet-recurrente bedrijfskosten. Deze kosten stegen ten gevolge van onder andere een stijging van de afschrijvingen en een aangelegde voorziening na de uitvoering van Proximus haar transformatieplan.

Tot slot de winst van het boekjaar vóór belasting. De curve volgt een soortgelijk verloop met de curve van de bedrijfswinst, met uitzondering van de jaren 2017 en 2018. Tussen beide jaren daalde de bedrijfswinst terwijl de winst vóór belastingen steeg. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat mindere bedrijfswinst in 2018 deels werd goedgemaakt met het overgedragen resultaat uit 2017. Gezien de bedrijfswinsten sinds 2017 opnieuw verder daalden, is het logisch dat de winst van het boekjaar vóór belastingen sinds 2018 ook een daling inzet. In 2019 kende deze curve een lichte daling.

Uit bovenstaande figuur kunnen we dus concluderen dat ondanks de daling van het aantal mediagroepen, de omzet en het aantal werknemers op peil blijft ten opzichte van 2010. De winstgevendheid en dan vooral de bedrijfswinst komt echter steeds meer onder druk te staan wat negatieve gevolgen kan hebben op langere termijn.