2.2. Het reglementair kader

2.2.1. Europese regelgeving

Het Vlaamse Mediadecreet bestaat in grote mate uit bepalingen die omzettingen vormen van op EU-niveau geharmoniseerde regelgeving.[1] Dit Europese regelgevend kader, dat betrekking heeft op zowel omroepinhoud als -infrastructuur, werd in het licht van de strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa, gemoderniseerd in 2018. Deze nieuwe regelgeving, met name de herziene Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (AVMD Richtlijn)[2] en het Europees Wetboek voor Elektronische Communicatie (EWEC)[3], diende tegen eind 2020 door de lidstaten (met inachtneming van de Belgische bevoegdheidsverdeling, ook voor Vlaanderen) te worden omgezet.[4]

In grote mate ten gevolge de coronacrisis hebben de omzettingen in heel veel lidstaten echter vertraging opgelopen, zo ook in de Vlaamse Gemeenschap. Uitzondering hierop vormen twee bepalingen uit de herziene AVMD Richtlijn die afzonderlijk vroeger werden omgezet:

De omzetting van het nieuwe artikel 13 van de AVMD Richtlijn gebeurde reeds in 2018. Bij decreet van 29 juni 2018 werd, met ingang van 1 januari 2019, de afdeling uit het Mediadecreet: ‘De bevordering van Europese producties’, en met name artikel 157 met betrekking tot niet-lineaire televisieomroeporganisaties, in dit verband aangepast.[5]

Op 8 mei 2020 werd ook het nieuwe artikel 23, eerste lid, van de AVMD Richtlijn omgezet. Daarin worden de limieten voor het aandeel televisiereclame- en telewinkelspots (de kwantitatieve reclameregels) versoepeld. Deze bepaling voorziet in meer flexibiliteit bij het inplannen en spreiden van reclame tijdens de loop van de dag. In plaats van een uurlimiet van 20% (elk uur maximum 12 minuten reclame), wordt de 20%-limiet voortaan op ruimere tijdvakken berekend (enerzijds van 6u tot 18u en anderzijds van 18u tot middernacht, nl. primetime). Dit geeft meer flexibiliteit aan de omroeporganisaties om reclame te concentreren, en later uit te balanceren door minder of geen reclame uit te zenden verderop in het tijdvak.[6]

Ondanks de opgelopen vertraging, zijn voorts in 2020 wel al vergevorderde regelgevende initiatieven genomen ter (verdere) omzetting van de herziene Europese regelgeving:

Op 26 juni 2020 heeft de Vlaamse Regering een eerste keer haar principiële goedkeuring gehecht aan het voorontwerp van decreet ter (gedeeltelijke) omzetting van de herziene AVMD Richtlijn, wat de dwingende nog niet omgezette bepalingen betreft. Het opzet van de wijzigingen aan het Mediadecreet is om een gelijk speelveld in het medialandschap te bewerkstelligen (tussen lineaire en niet-lineaire diensten), alsook een afdoende bescherming van de mediagebruikers (van onder meer videoplatformdiensten) te verzekeren.

Over dit voorontwerp van wijzigingsdecreet werd het advies ingewonnen van de Sectorraad Media van de SAR CJSM, die zijn advies gaf op 17 juli 2020[7]. Op 30 oktober 2020 is ook de Raad van State verzocht een advies te verstrekken over het voorontwerp. Dit advies is door de Raad van State gegeven op 16 december 2020.[8]

Na dit advies van de Raad van State, heeft de Vlaamse Regering op 15 januari 2021 het voorontwerp van wijzigingsdecreet voor advies overgemaakt aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens.

Nadat ook het advies van de Vlaamse Toezichtscommissie voor de verwerking van persoonsgegevens werd verkregen op 26 januari [9], heeft de Vlaamse Regering op 5 februari 2021 haar definitieve goedkeuring gehecht aan het ontwerpdecreet, waarna het op 12 februari 2021 werd ingediend bij het Vlaams Parlement.

Het ontwerpdecreet werd reeds een eerste keer behandeld in de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van het Vlaams Parlement op 25 februari 2021.[10]

In 2020 werd ook het voorontwerp van decreet ter (gedeeltelijke) omzetting van het EWEC al voorbereid. Hoewel telecommunicatie een federale bevoegdheid is, hebben heel wat artikelen uit het EWEC ook betrekking op omroep, zoals de marktregulering. Ook de Vlaamse Gemeenschap moet het daarom gedeeltelijk omzetten, wat een wijziging van het Mediadecreet vereist. Het gaat onder meer om artikelen betreffende de marktregulering van kabel- en etheromroepnetwerken, de must-carry bepalingen, het organiseren van openbare raadplegingen en de VRM.
 
Op 12 februari 2021 heeft de Vlaamse Regering een eerste keer haar principiële goedkeuring gehecht aan dit voorontwerp van decreet en werd het advies gevraagd van de Sectorraad Media van de SAR CJSM en de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens binnen de 30 dagen en van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie.
 
Omdat de omzetting van deze nieuwe Europese regelgeving leidt tot de uitbreiding van de bevoegdheden en taken van de VRM (bv. toezicht videoplatformdiensten), heeft de Vlaamse Regering op 18 december 2020 (alvast) een aanpassing van het personeelsplan van de VRM goedgekeurd. Deze aanpassing aan het personeelsplan stelt de VRM in staat om, met het oog op de uitvoering van deze bijkomende taken, twee bijkomende personeelsleden aan te werven.

[1] Decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, BS 30 april 2009.
[2] Richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) in het licht van een veranderende marktsituatie, Pb.L. 303 28 november 2018, p. 69.
[3] Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie, Pb.L. 321 17 december 2018, p. 36.
[4] Overeenkomstig artikel 127, § 1, 1°, van de Grondwet en artikel 4, 6°, BWHI zijn de Gemeenschappen bevoegd voor: “de inhoudelijke en technische aspecten van de audiovisuele en de auditieve mediadiensten met uitzondering van het uitzenden van mededelingen van de federale regering;”
[5] Decreet van 29 juni 2018 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, BS 26 juli 2018. De Vlaamse Regering kreeg vervolgens een ruime delegatie voor de bepaling van de grondslag, het tarief of het bedrag en eventuele vrijstellingen of verminderingen van de financiële bijdrage. Het besluit van 1 februari 2019 van de Vlaamse Regering betreffende de deelname van de particuliere niet-lineaire televisieomroeporganisaties aan de productie van Vlaamse audiovisuele werken geeft uitvoering aan artikel 157, § 2, van het Mediadecreet. Dit besluit werd, zoals decretaal voorzien in artikel 157 van het Mediadecreet, ter bekrachtiging voorgelegd aan het Vlaamse Parlement.
[6] Decreet van 8 mei 2020 tot wijziging van artikel 81 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, wat het aandeel televisiereclame- en telewinkelspots betreft, BS 8 mei 2020.
[7] Advies van 17 juli 2020 over de wijziging van het Mediadecreet, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van de herziene AVMD-richtlijn, Sectorraad Media, https://cjsm.be/sarc/SR_media/adviezen/20200717_Advies_wijziging_Mediadecreet_n.a.v._AVMD2018.pdf.
[8] Adv.RvS nr. 68.221/3 van 16 december 2020 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap tot wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) in het licht van een veranderende marktsituatie.
[9] Advies wetgeving VTC nr. 2021/10 van 26 januari 2021, https://overheid.vlaanderen.be/sites/default/files/media/VTC/VTC_A_W_2021_10_advies.pdf
[10] Zie voor het procedureverloop in het Vlaams Parlement: https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initiatieven/1479723#procedureverloop 

2.2.2. Vlaamse regelgeving

  • De Vlaamse Regering heeft voorts in 2020, in het kader van de COVID-19 pandemie verschillende maatregelen genomen ter ondersteuning van de mediasector, in uitvoering van het decreet van 19 juni 2020 met betrekking tot onder meer noodfondsen voor de mediasector.[11]

    • Op 3 juli 2020 heeft de Vlaamse Regering addenda goedgekeurd bij drie beheersovereenkomsten met het Vlaams Audiovisueel Fonds (voor het Filmfonds, Gamefonds en het Mediafonds) voor steun aan producties, nodig om de productieschade te compenseren en om het lopende project af te kunnen maken.

    • De Vlaamse Regering heeft op 10 juli 2020 een eenmalige forfaitaire subsidie van 186.250 euro voorzien om de overlevingskansen te verhogen van de lokale radio-omroeporganisaties en de netwerkradio-omroeporganisaties. Het subsidiebesluit[12] bevat de definities, de voorwaarden en de procedure voor steun uit het noodfonds aan lokale radio-omroeporganisaties en netwerkradio-omroeporganisaties. Door het wegvallen van de advertentie- en andere inkomsten ten gevolge van de economische impact door de COVID-19 pandemie zagen zij zich immers geconfronteerd met grote minderinkomsten die hun voortbestaan in gedrang kunnen brengen. Deze maatregel komt tegemoet aan de problematiek van de erkende lokale en netwerkradio-omroeporganisaties die veelal met vrijwilligers werken en tussen de mazen van het net vallen van de andere voorziene maatregelen.

    • Via een bijkomende subsidie van maximaal 3.800.000 euro heeft de Vlaamse Regering op 10 juli 2020 eveneens de overlevingskansen willen verhogen van de regionale televisieomroepen die de overheid via een samenwerkingsovereenkomst ondersteunt bij de uitvoering van hun decretale opdracht.[13] Door het wegvallen van de advertentie- en andere inkomsten ten gevolge van de economische impact door de COVID-19 pandemie zagen zij zich immers geconfronteerd met grote minderinkomsten die het voortbestaan van de omroeporganisatie in gedrang kunnen brengen.

    • De Vlaamse Regering heeft ook steun uit het noodfonds toegekend (313.750 euro) aan organisaties ter ondersteuning van geschreven pers, in het bijzonder vzw Journalismfund.eu (Fonds Pascal Decroos) en Media.21.

    • Aan VRT werd een bijkomende toelage van 3.800.000 euro toegekend.

    • In 2020 werd, (grotendeels) los van de omzetting van de hogervermelde nieuwe Europese regelgeving, ook een ander regelgevend initiatief gestart tot wijziging van het Mediadecreet.

      Op 17 juli 2020 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet tot wijziging van het Mediadecreet, met betrekking tot de landelijke en regionale radio-omroeporganisaties. De erkenningen van de landelijke radio-omroeporganisaties vervallen decretaal op 31 december 2021. De wijzigingen voorzien daarom in een nieuwe erkenningsronde en een nieuwe erkenningsduur voor landelijke radio-omroeporganisaties (erkenning voor 5 jaar die ingaat op 1 januari 2023, éénmalig verlengbaar met maximaal 3 jaar). Ze heffen ook de categorie van de vroegere regionale radio-omroeporganisaties op, voeren enkele praktische en operationele bepalingen in die anticiperen op de toekomstige uitdoving en afschaffing van de FM-radio-uitzendingen en anticiperen op de inwerkingtreding van de bepaling (uit het EWEC) die DAB+ ontvangsttoestellen verplicht maakt in nieuwe personenwagens vanaf 21 december 2020.

      Het Departement CJM heeft tussen 27 juli 2020 en 31 augustus 2020 over dit voorontwerp van wijzigingsdecreet een publieke raadpleging georganiseerd en een verslag hierover aan de Vlaamse Regering bezorgd.[14] Het voorontwerp van wijzigingsdecreet werd ook voor advies voorgelegd aan de Sectorraad Media van de SAR CJSM die zijn advies gaf op 16 september 2020.[15]

      Vervolgens heeft de Vlaamse Regering op 23 oktober 2020 het voorontwerp van decreet opnieuw principieel goedgekeurd en voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Dit advies is door de Raad van State gegeven op 30 november 2020.[16]

      Op 18 december 2020 heeft de Vlaamse Regering dan het ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie met betrekking tot de landelijke en regionale radio-omroeporganisaties en de technische eindapparatuur voor FM-radio-ontvangst van radio-omroeporganisaties definitief goedgekeurd en ingediend bij het Vlaams Parlement.[17]

      Op 10 februari 2021 werd het decreet aangenomen in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement, waarna het op 12 februari 2021 werd bekrachtigd en afgekondigd.

    • In 2020 werd vervolgens ook een nieuwe beheersovereenkomst 2021-2025 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT afgesloten. Daarin legt de Vlaamse Regering alle doelstellingen voor de openbare omroep VRT vast. De vorige beheersovereenkomst liep van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020.

      Op 9 juni 2020 had de Sectorraad Media van de SAR CJSM een advies voorgelegd ter voorbereiding van de nieuwe beheersovereenkomst (overeenkomstig artikel 20 van het Mediadecreet).[18] De Sectorraad organiseerde daarvoor twee grote bevragingen/onderzoeken bij de burger/mediagebruiker enerzijds en de stakeholders anderzijds over de omvang van de openbare-omroepopdracht en de invulling ervan tijdens de nieuwe beheersovereenkomst. Er werd eveneens een beroep gedaan op wetenschappelijke experts.

      Het Vlaams Parlement, dat via resoluties richting kan geven aan een beheersovereenkomst, heeft in dat kader hoorzittingen georganiseerd met academische experts en diverse stakeholders.[19] In de plenaire vergadering werd uiteindelijk het voorstel van resolutie van de meerderheidspartijen aangenomen.[20]

      De Vlaamse Regering heeft dan ten slotte op 10 december 2020 de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT goedgekeurd, die loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025. Ze bevat de strategische doelstellingen van de VRT, meer concrete operationele doelstellingen en KPI’s.

      De basisvisie wordt in de beheersovereenkomst als volgt omschreven: “niet langer als traditionele radio- en televisieomroeporganisatie, maar als publieke mediaorganisatie met focus op audio en video een maatschappelijke taak ter versterking van de Vlaamse samenleving in Vlaanderen en Brussel op te nemen. In een mediasector die gekenmerkt wordt door nooit geziene internationalisering en tal van uitdagingen die daarmee gepaard gaan op vlak van lokale productie en desinformatie, kan en moet de publieke omroep een unieke rol spelen door dicht bij alle Vlamingen te staan, haar maatschappelijke en breed-educatieve opdracht voorop te stellen, correcte informatie en duiding aan te bieden in de strijd tegen desinformatie, en dit alles op een toekomstgerichte en in toenemende mate digitale manier.[21]

  • Er werden in 2020 ook wijzigingen aangebracht aan twee besluiten van de Vlaamse Regering die betrekking hebben op de mediasector:

    • In de eerste plaats werden er twee frequenties: Poperinge 104.5 en Brussel 102.8 toegevoegd aan het FM-frequentieplan. Bij besluit van 18 september 2020 heeft de Vlaamse Regering hiervoor twee bijlagen gewijzigd bij het besluit over het frequentieplan.[22] Door technische redenen konden deze frequenties bij de oorspronkelijke opmaak van het frequentieplan niet toegevoegd worden, en werd toen beslist ze in een latere fase toe te voegen. De Sectorraad Media van de SAR CJSM bracht op 22 april 2020 een advies uit bij het ontwerp van besluit.[23] Tussen 10 april 2020 en 13 mei 2020 hield het Departement CJM hierover ook een publieke raadpleging.[24

    • Op 18 september 2020 heeft de Vlaamse Regering ook een technische aanpassing doorgevoerd aan het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 waardoor bepaalde parameters van FM-frequenties van de VRT voortaan via ministerieel besluit worden vastgelegd.[25]

  • Eind juni 2020 liep ook voor vijf van de tien regionale televisieomroeporganisaties de erkenningsperiode af. Het ging om FOCUS Televisie vzw; Vlaams-Brusselse Media vzw (VBM/BRUZZ); Regionale Televisie Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas, Dagelijkse Regionale Informatie en Educatie vzw (TV Oost); Tele-Visie Limburg vzw (TVL); en TV Kempen en Mechelen vzw (RTV). De Vlaamse Regering heeft op 26 juni 2020 de erkenning van deze regionale televisieomroeporganisaties verlengd met 9 jaar, voor de periode juli 2020 tot en met eind juni 2029.

  • Op 18 december 2020 heeft de Vlaamse Regering ook het ontwerp van overeenkomst 2021-2025 goedgekeurd tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Vlaams-Brusselse Media (VBM, merknaam: BRUZZ). De overeenkomst legt het kader vast waarbinnen de vzw VBM over meerdere jaren zal werken en geeft aan welke beleidsopdrachten de vzw moet vervullen en welke subsidiëring hier tegenover staat. Er wordt verwacht dat BRUZZ inspeelt op de veranderingen in het medialandschap, het constant en snel wijzigende mediagebruik en aansluiting zoekt met nieuwe doelgroepen en technologieën.

  • Het Vlaams Parlement keurde in 2020 ook een samenwerkingsakkoord goed met de Federale overheid en de andere Gemeenschappen over het ‘Tax Shelter’-stelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken en tot informatie-uitwisseling.[26] Bij decreet van 10 juli 2020 werd ingestemd met dit samenwerkingsakkoord van 19 maart 2020.[27]

  • Op 15 januari 2021 heeft de Vlaamse Regering een addendum goedgekeurd bij de subsidieovereenkomst 2018-2020 tussen de Vlaamse Gemeenschap en imec vzw met betrekking tot Mediawijs, het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid. Met het oog op het beter informeren van de burgers over actuele mediawijze thema’s (bv. desinformatie, sexting, ...) zal Mediawijs 150.000 euro extra subsidie ontvangen om hun initiatieven te versterken met betrekking tot onder andere online polarisatie en haatspraak op sociale media en om hun communicatiekanalen te actualiseren. Om de continuïteit van het beleid rond mediawijsheid in 2021 te verzekeren en de initiatieven van Mediawijs verder te zetten, wordt de huidige subsidieovereenkomst met één jaar verlengd tot eind 2021. De doorlichting van het Vlaamse mediawijsheidsbeleid wordt in opdracht van het Departement CJM via een externe opdracht uitgevoerd door de KU Leuven. Via artikel 4 van het addendum wordt de deadline voor de doorlichting gewijzigd naar eind februari 2021.

[11] Decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, BS 29 juni 2020.
[12] Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 betreffende de toekenning van steun aan de lokale radio-omroeporganisaties en de netwerkradio-omroeporganisaties, BS 24 juli 2020.
[13] Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 betreffende de toekenning van steun aan regionale televisieomroeporganisaties, BS 23 juli 2020.
[14] https://www.vlaanderen.be/cjm/nl/media/raadplegingen/afgelopen-raadplegingen.
[15] Advies van 16 september 2020 bij de wijziging aan het Mediadecreet met betrekking tot de landelijke en regionale radio- landelijke en regionale radio-omroeporganisaties, Sectorraad Media, https://cjsm.be/sarc/SR_media/adviezen/20200916_advies_wijziging-mediadecreet_radio.pdf.
[16] Adv.RvS nr 68.222/3 van 30 november 2020 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie met betrekking tot de landelijke en regionale radio-omroeporganisaties.
[17] Zie https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initiatieven/1459545.
[18] Advies van 9 juni 2020 over de beheersovereenkomst 2021-2025 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT, Sectorraad Media, https://cjsm.be/sarc/SR_media/adviezen/20200609_MED_advies_Beheersovereenkomst_VRT.pdf
[19] Zie https://www.vlaamsparlement.be/over-het-vlaams-parlement/statistieken-en-jaarverslagen/jaarverslag-2019-2020/beheersovereenkomst
[20] Resolutie van 1 juli 2020 over de nieuwe beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie (VRT) en de Vlaamse Gemeenschap, Parl.St. Vl.Parl. 2019-2020, nr. 388/2, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1587617
[21] Beheersovereenkomst 2021-2025 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie, https://www.vrt.be/nl/over-de-vrt/beheersovereenkomst/.
[22] Besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020 tot wijziging van bijlage 1 en 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2019 houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk -en lokale radio-omroeporganisaties, BS 24 oktober 2020.
[23] Advies van 22 april 2020 bij de wijziging van het frequentiebesluit particuliere radio-omroepen, Sectorraad Media, https://cjsm.be/sarc/SR_media/adviezen/20200422_Advies_wijziging_BVR_frequentieplan.pdf
[24] Zie het verslag van de raadpleging van 22 mei 2020, Departement CJM, https://www.vlaanderen.be/cjm/sites/default/files/2020-06/VR_20200506_FM-frequentieplan_verslag-raadpleging.pdf
[25] Besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020 tot wijziging van artikel 1 en de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 waarbij de nodige frequenties voor analoge radio ter beschikking van de Vlaamse Radio- en Televisieomroep worden gesteld, BS 14 oktober 2020.
[26] Samenwerkingsakkoord van 19 maart 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenschappen en van de federale staat inzake het taxshelterstelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken en tot informatie-uitwisseling.
[27] Decreet van 10 juli 2020 betreffende instemming met het samenwerkingsakkoord van 19 maart 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenschappen en van de federale staat inzake het taxshelterstelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken en tot informatie-uitwisseling, BS 23 juli 2020.