Inleiding
Concentratie is een begrip dat vele ladingen dekt en dat vanuit verschillende invalshoeken benaderd kan worden. Van bij de publicatie van het eerste rapport in 2008 heeft de VRM ervoor geopteerd om deze thematiek vooral vanuit economische invalshoek te bestuderen. Er wordt dus vooral nagegaan hoeveel spelers er op een bepaalde markt opereren, wat de positie is van die spelers op die markt (en over verschillende mediamarkten heen), en hoe de verhoudingen liggen tussen de verschillende spelers op de markt (welke verbanden bestaan er tussen die spelers?). De VRM voert zelf geen inhoudsanalyses uit, maar informeert de lezer wel over relevante initiatieven in dit verband in Vlaanderen of daarbuiten.
Om een en ander systematisch te kunnen duiden wordt in dit rapport in sterke mate gebruik gemaakt van toegevoegde waardeketens, een concept dat door Michael Porter (1985) werd voorgesteld.[1]
Volgens dit concept worden ketens uitgetekend die bestaan uit opeenvolgende schakels waarin toegevoegde waarde gecreëerd wordt. De keten volgt het traject van contentproducent over aggregator en via distributeur naar de consument.
Deze keten kan meer of minder opgesplitst zijn. Binnen elke schakel van de keten kan tussen de aanwezige ondernemingen een andere marktvorm heersen (afhankelijk van aantal aanbieders en hun verhouding tot de vraag). Andersen (2002) leverde op die manier een toegevoegde waardeketen voor de audiovisuele industrie.
Figuur 1: Toegevoegde waardeketen van de audiovisuele industrie - tekstuele beschrijving figuur 1
Bron: Eigen bewerking door VRM van Andersen, i.o. Europese Commissie (2002).
Binnen mediaconcentratie kunnen horizontale, verticale en crossmediale concentratie worden onderscheiden.
Figuur 2: Illustratie verschillende vormen mediaconcentratie - tesktuele beschrijving figuur 2
Bron: VRM op basis van M. Porter
Horizontale concentratie duidt erop dat het aantal spelers binnen 1 schakel beperkt is.
Verticale concentratie geeft aan dat een aantal verschillende, opeenvolgende schakels in handen zijn van eenzelfde speler.
Van crossmediale concentratie wordt gesproken wanneer er bindingen zijn tussen de aanbieders van de verschillende ketens.
In een eerste hoofdstuk van dit rapport wordt de Vlaamse mediasector afgebakend. De waardeketens van radio, televisie, internet en geschreven pers worden uitgetekend en er wordt nagegaan welke spelers aanwezig zijn in alle schakels van de keten. Dit geeft reeds een eerste indicatie van de horizontale concentratie.
Door crossmedialiteit en convergentie kunnen de grenzen tussen de verschillende mediavormen (radio, televisie, geschreven pers …) niet altijd duidelijk afgebakend worden. Op het einde van het eerste hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan deze fenomenen.
Dat de verschillende spelers binnen de Vlaamse mediasector sterk met elkaar verbonden zijn, wordt geïllustreerd in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt nagegaan hoe de in hoofdstuk 1 beschreven spelers zich tot elkaar verhouden en kunnen gerekend worden tot een bepaalde mediagroep. Daarenboven gaan de verschillende groepen onderling nog strategische allianties aan. Tenslotte wordt er nagegaan hoe het met de concentratie van mandaten bij personen binnen de mediasector gesteld is.
In een derde hoofdstuk wordt meer cijfermateriaal gegeven en worden de verschillende vormen van mediaconcentratie aan de hand van een aantal indicatoren gekwantificeerd. Sommige hiervan zijn het resultaat van eigen onderzoek, voor een aantal indicatoren worden bestaande cijfers van diverse organen (bv. sectororganisaties, overheden, studiebureaus) gebruikt. De populariteit van websites en sociale media die aan een klassieke mediavorm verbonden zijn wordt behandeld bij de bijhorende mediavorm. Tevens wordt er een apart overzicht geboden van de populairste websites en sociale media, onafhankelijk van de mediavorm waaraan zij verbonden zijn.
Actuele feiten en toelichtingen bij deelaspecten van bepaalde mediasegmenten worden vermeld onder de vorm van infofragmenten. Zo wordt het mogelijk om aandacht te schenken aan specifieke gebeurtenissen die zich voordeden sinds de publicatie van het vorige rapport, zonder de algemene structuur van het rapport uit balans te trekken.
In het vierde hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van bestaande en mogelijke nieuwe wettelijke initiatieven rond de bevordering van diversiteit en pluriformiteit in de media. Sommige daarvan worden als beleidsaanbeveling extra onderlijnd.
Tot slot wordt het rapport beëindigd met een algemeen besluit in hoofdstuk 5.
De redactie van dit rapport werd afgesloten op 1 oktober 2017. Het kan dus zijn dat de lezer informatie over feiten van na deze datum niet terugvindt in het rapport.
[1] Porter M. (1985), Competitive Advantage: Creating and Sustaining Superior Performance.