Verslag symposium 2019

Verslag symposium VRM 'De toekomst van de openbare omroep' 

Op maandag 18 november 2019 organiseerde de Vlaamse Regulator voor de Media zijn jaarlijks symposium. Onderwerp van dit jaar was 'De toekomst van de openbare omroep'. 

Het symposium werd geopend met een verwelkoming door dhr. Joris Sels, gedelegeerd bestuurder van de VRM. In zijn welkomstwoord licht hij kort het programma van het symposium toe en stelt de vier panelleden en de moderator voor.

Probleemstelling: Carlo Adams

Vervolgens leidt dhr. Carlo Adams, voorzitter van de algemene kamer van de VRM het paneldebat in, en wijst daarbij op de delicate rol van de openbare omroep binnen het Vlaamse medialandschap. Als publieke omroep, gefinancierd met gemeenschapsgeld, moet deze tegelijkertijd toch voldoende performant blijven om de maatschappelijke opdracht te kunnen vervullen zonder daarbij marktverstorend te zijn.

De dotatie van de Vlaamse overheid aan de VRT vormt het grootste aandeel van de werkingsbudget (61%), wat neerkomt op een bijdrage per Vlaming van  € 41 in 2018. De overige 39% van de werkingsmiddelen komen uit de private markt, met inkomsten uit advertentiegelden, sponsoring of het uitzenden van boodschappen van algemeen nut.

Maar ook bij deze besparingsronde blijft de VRT niet buiten beeld en wordt opnieuw gesneden in de inkomsten. De verplichtingen die de publieke rol van de VRT met zich meebrengt, worden vastgelegd in de beheersovereenkomst en daarbij zullen mogelijk nieuwe keuzes moeten gemaakt worden inzake de financiering. Kunnen er meer inkomsten gehaald worden uit commerciële communicatie? Of moet de opdracht van de VRT worden beperkt?

Hoe dan ook blijft de VRT een belangrijke spilfiguur in het Vlaamse medialandschap, met een werking die ook inkomsten verschaft aan externe bedrijven en productiehuizen. De oefening rond de beheersovereenkomst en de toekomst van de openbare omroep wordt dus belangrijk.

Paneldebat

Na deze inleiding volgt het paneldebat, gemodereerd door dhr. Wouter Verschelden (GMGroup), met volgende sprekers: 

  • Dhr. Paul Lembrechts (CEO VRT)
  • Dhr. Kris Vervaet (CEO DPG Media)
  • Mevr. Ann Jacobs (CEO VOFTP - Vlaamse Onafhankelijke Film & Televisie Producenten)
  • Prof. dr. Tim Raats (VUB – SMIT – Research group Studies in Media, Innovation and Technology, )

De moderator haalt aan dat het symposium een unieke kans biedt om te debatteren over het thema, dat reeds in het voorjaar was vastgelegd, lang voor het regeerakkoord er was en verwijst naar de diverse elementen uit het regeerakkoord m.b.t. de VRT zoals de besparingsmaatregelen, het reclameplafond, de nieuwssite, de Vlaamse Netflix.

Hij start de vragenronde bij Paul Lembrechts, die gevraagd wordt naar zijn visie op de besparingsmaatregelen.

Paul Lembrechts verklaart dat de VRT zich steeds solidair heeft opgesteld sedert het begin van de besparingen vanaf 2007. Sedertdien is het dotatiebedrag verminderd met €86 miljoen en telt de VRT ook 600 personeelsleden minder.

Als de aangekondigde maatregelen onverkort worden uitgevoerd, zal dit een grote impact hebben op de werking van de VRT én op het aanbod aan de kijker. De vraag is: wat wil men wat de VRT nog doet. De openbare omroep heeft voor het nakomen van de verplichtingen uit de beheersovereenkomst steeds een goed rapport gekregen van de VRM en om dit te blijven doen moet er sprake blijven van een gepaste budgettering.

De moderator vraagt aan Kris Vervaet of DPG Media de pen heeft vastgehouden bij het inschrijven van deze punten in het regeerakkoord.

Kris Vervaet stelt dat DPG Media de eigen standpunten steeds heeft gedeeld met iedereen, ook met de VRT. DPG Media verkeert momenteel ook in een situatie van besparingen, met een sociaal plan. Een op vier jobs zijn momenteel ook in het gedrang. Toch blijft DPG Media investeren in content, zoals de jaarlijkse investering van €20 miljoen in VTM Nieuws.

Paul Lembrechts reageert hierop dat de opdracht van de VRT inzake de nieuwsberichtgeving veel breder en ruimer gaat. Het budget dat hieraan wordt besteed is dus proportioneel groter. Het gaat om een inzet van 400 personeelsleden, ondersteunend en technisch personeel inbegrepen, waarvan 270 journalisten. De verhouding tussen het informatief aanbod en de mankracht die wordt ingezet moet dus ook in rekening worden gebracht.

Kris Vervaet stelt in het algemeen dat 2/3de van de middelen naar content gaat en 1/3de naar de werking. In eerste instantie wordt zoveel mogelijk op de werking bespaard en een ‘slank en strak’ profiel aangehouden.

De moderator vraagt Ann Jacobs of de reactie van de VRT op de besparingsplannen voor onrust in de sector zorgt.

Ann Jacobs antwoordt dat minister Dalle heeft benadrukt dat door de VRT een kwalitatief programma-aanbod aan de kijker moet blijven geboden worden. Het ‘core’ aanbod moet gehandhaafd blijven. De rest van het beschikbare budget moet gaan naar de ondersteuning en de werking. Zij sluit zich aan bij Kris Vervaet dat er daarbij niet op het aanbod kan worden bespaard. Het grootste gedeelte van het budget wordt door de VRT nog steeds besteed aan interne producties. Terwijl er ook een duidelijk voordeel is om externe producties te bestellen. Hierdoor hoeft men immers geen duur intern creatief apparaat te handhaven en kan er efficiënter worden gewerkt. Als de kijker wordt verwend is dit ook te danken aan de inbreng van externe productiebedrijven. Daarnaast zijn er nog andere gunstige effecten, zoals de tax shelter.

Hoe gaat VRT de verslaggeving van Olympische Spelen van 2020 aanpakken? Er zal moeten gekozen worden: wordt er kostenefficiënt gewerkt of worden de grote middelen ingezet en is er in de zomer van volgend jaar alweer een grote leegte op TV?

Paul Lembrechts wil dit weerleggen. De VRT werkt voor de verslaggeving van dergelijk groot evenement reeds samen met de omroep van de Franse Gemeenschap, RTBF, waardoor er ook reeds minder mensen en middelen moeten worden ingezet om toch nog hetzelfde kwalitatief aanbod te kunnen leveren. De VRT besteedt jaarlijks €80 miljoen aan opdrachten bij externe bedrijven, zowel onafhankelijke productiehuizen als facilitaire bedrijven. De openbare omroep is daarmee de grootste besteller en investeerder in deze productiesector. Het gaat om 18,5% van het totale budget. Hij beschouwt de gemeenschapsmiddelen voor de VRT niet als subsidies maar als een investering in de creatieve sector in Vlaanderen en als een groeipad voor talent in Vlaanderen.

Kris Vervaet reageert dat de besteding aan interne producties bij DPG Media relatief klein is. Met een Vlaamse Netflix zullen er ook nog meer Vlaamse producties van hoge kwaliteit komen.

De moderator vraagt Kris Vervaet dat voor de Vlaamse Netflix toch de inbreng en content van de VRT nodig zijn.

Kris Vervaet antwoordt dat vooral ‘goede’ content nodig is, om te kunnen opboksen tegen initiatieven zoals de komst van Netflix evenals de streamingdienst van Disney. DPG Media wil werk maken van deze Vlaamse Netflix, liefst in samenwerking met anderen, zoals de VRT.

Paul Lembrechts stelt dat het uitgangspunt nog steeds is dat de openbare omroep een kwalitatief en kosteloos aanbod brengt. De VRT moet echter ook kunnen meegaan in deze evolutie en blijven nadenken om hierin mee te stappen. Ook de distributeurs moeten mee betrokken worden. In tegenstelling tot het Engelse of Franse kijkpubliek is het geografische bereik in Vlaanderen, met 6 miljoen kijkers, relatief beperkt. Om dit bereik en de economische haalbaarheid te vergroten kan er ook Nederlandse content op het platform worden aangeboden.

Tim Raats stelt ook dat content, gemaakt in openbare opdracht, zo toegankelijk mogelijk moet blijven, doch dat inderdaad ook een betalend aanbod zou moeten kunnen. Hij pleit er ook voor af te stappen van de Netflix-benaming. Om dit platform met succes te lanceren zullen extra investeringen per abonnee vereist zijn én exclusieve content. Het nieuwe platform zal ook geen ‘holy grail’ worden en daarom moet er ook steeds naar andere oplossingen worden gekeken.

De moderator stelt de vraag of meer samenwerking niet het enige antwoord is tegen grote spelers als Youtube, Google of Netflix.

Kris Vervaet stelt dat dit nodig is. Het aandeel van het Vlaamse budget dat naar digitale advertentie-inkomsten gaat voor spelers als Google en Facebook is exuberant hoog (85%) en marktverstorend. De reactie hierop vanuit de Vlaamse sector is misschien wat laat gekomen.

Ann Jacobs vreest dat bij de Vlaamse Netflix de producenten het gelag zullen betalen. Er zou niet alleen moeten worden betaald bij de aflevering van de productie maar ook bij de distributie. De werkelijke kostprijs van een Vlaamse Netflix wordt onderschat in verhouding tot een realistisch aantal abonnees. . De klassieke financieringsbronnen drogen op, daarom moeten investerings- en bestedingsverplichtingen worden uitgebreid. Iedereen die consumeert, om op elk moment en overal te kunnen kijken, moet meebetalen.

De moderator vraagt naar de andere punten en restricties m.b.t. de VRT in het regeerakkoord zoals het reclameplafond, de beperking van de nieuwssite en de biedingen op sportrechten.

Tim Raats reageert m.b.t. de nieuwssite. De informatieve opdracht van de openbare omroep blijft de meest belangrijke. De vraag wat de VRT nog moet doen, blijft het uitgangspunt. Er is meer en meer online contentconsumptie, dus moet ook de VRT daarin volgen. Ook de journalistiek zelf zit in een moeilijke situatie. Informatie moet ook jongeren bereiken en ook de desinformatie vormt een probleem. Hieraan tegemoetkomen is moeilijk indien het aantal woorden per artikel moet worden beperkt. De toegang tot informatie moet laagdrempelig zijn.

Kris Vervaet reageert m.b.t. het reclameplafond: Advertentiegelden zijn de enige inkomstenbron voor de commerciële radio en TV. Daarnaast wil DPG ook abonnementen verkopen. Het gaat niet zozeer om de inkomsten uit online advertenties. Daarom moet voor hen in de eerste plaats het reclameplafond van de VRT behouden blijven en daarnaast moet er waarde blijven gecreëerd worden met digitale abonnementen.

Paul Lembrechts stelt dat de publieke omroep de garantie vormt voor pluralisme en voor hoogkwalitatieve journalistiek. Uit een onderzoek van het Reuters Institute te Oxford blijkt dat in de belangrijkste Europese landen meer en meer betalende digitale abonnementen worden verkocht. 50% van de artikels van de VRT zijn audio- en video-ondersteund. De VRT wil dat dit informatieaanbod toegankelijk blijft en houdt vast aan een belangrijke duidingscomponent.

De moderator vraagt aan Kris Vervaet of de lange analyses door journalisten als Johnny Vansevenant en Peter Vandenbempt moeten verdwijnen.

Kris Vervaet: Het businessmodel van de private omroepen moet overeind blijven, door de verkoop van reclame en advertenties en door de verkoop van abonnementen. Daarom moeten er ook richtlijnen komen voor de VRT. DPG Media blijft hierover ook in dialoog met de VRT. Hij gaat wel akkoord dat VRT audio- en video ondersteunde artikels op de nieuwssite kan blijven brengen.

Kris Vervaet reageert m.b.t. de beperking op het bieden op sportrechten: DPG Media vindt niet dat de VRT niet mag bieden op de uitzendrechten van sportwedstrijden, wel dat er op dit vlak moeten worden samengewerkt zodat de mooiste sportevenementen vóór de betaalmuur blijven. Inzake het inhalen van schermgezichten stelt hij dat het gezond verstand dient te regeren en acht hij opbieden onnodig.

Paul Lembrechts reageert hierop zich niet aangesproken te voelen. Het aantal schermgezichten dat zich aan de VRT heeft gebonden is beperkt (20-tal). Deze mensen maken ook de keuze om te komen naar of te blijven bij de VRT omwille van de specifieke programma’s en projecten, die passen in de opdracht van de publieke omroep, die ze er kunnen maken. Inzake de kwestie omtrent de sportrechten, staat het vast dat sportuitzendingen de cohesie en verbinding onder kijkers en luisteraars bevorderen, zodat de VRT ook inzake het sportaanbod een belangrijk aandeel wil blijven aanbieden. Bovendien is het zo dat de maatregel dat het opbieden moet worden beperkt moeilijk uit te voeren zal zijn. De VRT weet immers niet wat de andere kandidaten zelf bieden.

De moderator stelt het panel de vraag of het journalistiek aanbod op de VRT door de besparingen niet onder druk komt te staan.

Tim Raats stelt dat de VRT reeds lang een moeilijke relatie heeft met de politiek. De politiek lijkt steeds meer greep te willen krijgen en de invloed op de VRT te willen vergroten, zoals blijkt uit het groeiend aantal parlementaire vragen over de inhoud van sommige programma’s.. De nieuwe minister voor Media, Benjamin Dalle, heeft hierop reeds verklaard zich zeer terughoudend te zullen opstellen. Als het over de VRT gaat, kunnen vragen worden gesteld over de noden voor de samenleving, over de noden voor de markt maar tegenwoordig lijkt de nadruk te worden gelegd op wat de VRT vandaag doet en brengt. Hij stelt de open vraag wie gaat toezien op de onpartijdigheid binnen de programma’s. De politici? Men mag zich ook best niet laten leiden door teveel emoties en anekdotes hierrond.

De moderator stelt het panel de vraag hoe de openbare omroep er binnen 10 jaar zal of moet uitzien.

Ann Jacobs stelt dat de VRT moet blijven inzetten op een hoogkwalitatief aanbod voor een ruim publiek. Ook de private sector is ermee gebaat om te pleiten voor het behoud van dit aanbod. Zo wordt de kwaliteit van het totaalaanbod aangejaagd.

Paul Lembrechts stelt dat de focus van de VRT geëvolueerd is naar een meer maatschappelijke richting en zegt dat de VRT die weg moet verderzetten. Hij geeft enkele voorbeelden zoals de actie ‘move tegen pesten’. Een duurzame financiering is vereist om de continuïteit te verzekeren. Daarnaast is er ook een economische realiteit: uit een studie blijkt dat voor elke euro die aan de VRT wordt besteed, er een return is van €2,5. De blijvende investering in de VRT vormt een vliegwiel dat technologisch en inhoudelijk allerlei dingen in gang zet.

Kris Vervaet meent dat het Vlaamse medialandschap in zijn geheel gezond moet blijven, met een gezonde VRT inbegrepen. Dit kan door goede afspraken te maken.

Tim Raats hoopt dat de VRT over 20 jaar nog steeds een verbindende en inspirerende rol in de samenleving kan spelen en ook de jongeren blijft bereiken.

Vragen uit de zaal

Na afsluiting van het paneldebat worden er vragen uit het publiek gesteld.

Thierry De Neve (radiovisie.eu) tot Paul Lembrechts: De VRT kan steunen op riante VAR-inkomsten. Bent u van mening dat de lancering van nog meer non-stop kanalen de omslag nar DAB+ ondersteunt?

Paul Lembrechts: Voor het succes van DAB is de Europese maatregel om deze radiotechnologie te verplichten in de nieuwe wagens met autoradio, de ‘killer application’. Dat betekent dat er geen weg terug is. Daarom moét VRT aanwezig zijn op dit DAB platform, waar trouwens voordelen zijn ten opzichte van FM, zoals een hogere uitzendkwaliteit en de data die kunnen meegestuurd worden.

Rik Otten (tweede kamer VRM): Hoe ziet u de overlevingskansen van een Vlaamse Netflix?

Tim Raats: Het zal zeer moeilijk worden om dit op korte termijn rendabel te maken. De Vlaamse kijker is momenteel verwend en dat vormt één van de drempels. Blijft de doorspoelmogelijkheid als een van de oorzaken van de dalende reclame-inkomsten bestaan?

Kris Vervaet: Het zal inderdaad moeilijk worden en veel focus vereisen maar het kan. Hij verwijst naar het Nederlandse voorbeeld (met Videoland) en naar Zweden waar dergelijke platformen wel succes kennen. Dat zou wel meebrengen dat er geen ‘binge watching’ meer mogelijk wordt gemaakt op het VRT.nu platform.

Vraag: Waarom moet er eigenlijk een nieuw platform komen? Waarom zou er niet kunnen worden samengewerkt met grotere platformen, zoals Apple TV, die reeds een grotere en stevige structuur hebben?

Kris Vervaet: Dat kan men niet alleen beslissen. Netflix of Disney zijn geen vragende partij om met kleine lokale spelers in zee te gaan. Er moet voornamelijk worden geïnvesteerd in goede content, meer dan in de ondersteuning en de technologie van zulk platform. Hij gelooft dat het nog niet te laat is om dit initiatief met succes te lanceren.

Paul Lembrechts: Vlaamse productiehuizen worden erkend voor hun excellente producties en willen hun programma’s uiteraard ook exporteren en op internationale platformen krijgen. Maar dat sluit niet uit dat zij tegelijkertijd ook op de Vlaamse Netflix aanwezig zijn.

Wouter Verschelden neemt de vrijheid om een laatste vraag voor te leggen aan DPG Media met betrekking tot de federale steun aan BPost in het kader van het krantenbedelingscontract: zou het niet relevanter zijn om dit budget aan te wenden om te investeren in de Vlaamse Netflix?

Kris Vervaet: Dit budget komt niet rechtstreeks naar DPG Media maar is een indirecte subsidie voor het bedelen van dagbladen. Wanneer deze indirecte steun via BPost zou wegvallen, zal iemand de de distributiekost moeten dragen. DPG Media trekt volop de kaart van de digitalisering en zet in op digitale abonnementen. Het is vooral de vraag op welke manier het nieuws op een economisch verantwoorde manier tot bij de Vlaming kan geraken. 

Slotwoord: Vlaams minister van Media

Het slotwoord is voor Benjamin Dalle, minister van Media:

Het gaat om een zeer belangrijk onderwerp. De VRT moet over sterke kwaliteiten beschikken om ook in de toekomst stand te houden en mee te evolueren in een gezonde Vlaamse mediasector. De minister verwijst naar een dansfilmpje, dat 2 Brusselse meisjes op Youtube hadden gepost, waardoor zij plots in een populaire Amerikaanse talkshow werden uitgenodigd en wereldnieuws werden. Nieuwe mediaspelers dagen de oude spelers uit. Door de internationalisering en de digitalisering wordt alles anders. Wij moeten ons wendbaar aanpassen aan een wijzigende realiteit. Hoe kunnen wij het radiolandschap digitaliseren? Hoe kunnen wij het hoge niveau van onze content bewaren?

De toekomst van de openbare omroep leidt logischerwijze tot veel debat. De openbare omroep neemt een belangrijke plaats in het leven van de Vlaming in en de Vlaamse Regering erkent het centrale belang van de VRT. Dit is ook bevestigd in het regeerakkoord en in de beleidsnota. Er bestaat een discussie over de neutraliteit, waarbij men de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid en autonomie van de redactie tracht te definiëren. De focus blijft evenwel dat de VRT een sterk audiovisueel aanbod blijft brengen. De openbare omroep moet nabij zijn en ook makkelijk terug te vinden zijn op de diverse platformen. De Vlaamse identiteit van de VRT is zeer belangrijk voor deze regering. De VRT moet een breed bereik hebben, een verbindende rol spelen en ook jongeren blijven aanspreken. De VRT is daarnaast een onderdeel van de Vlaamse mediasector, samen met de Vlaamse private spelers, met wie de concurrentie met de grote internationale spelers moet worden aangegaan. De minister wijst op de noodzaak om samen te werken met de andere Vlaamse mediabedrijven om samen op zoek te gaan naar een duurzaam economisch rendabel model. De VRT moet een marktversterkende factor zijn en inzetten op innovatie. Het nieuwe project op de Reyerssite is een voorbeeld. De focus moet uitgaan naar het maatschappelijk debat. Iedereen heeft zijn eigen mening over de content in de programma’s. De minister heeft op dit vlak geen instructies te geven en zal zich niet moeien met de programmering en de autonomie van de redacties. Er moeten wel bepaalde strategische doelstellingen worden uitgezet. Er wordt vanwege de VRT een visienota verwacht voor nieuwjaar, die verder zal bediscussieerd worden. De minister wil daarbij een partner zijn van de VRT en van de VRM, die de ogen en oren zijn van het beleid. De minister wil daarom inzetten op een sterke VRM. Hoe moet de controle op de onpartijdigheid, die nu intern verloopt, worden georganiseerd? Een externe controle kan gebeuren door een versterking van de VRM, die zich ook zal moeten aanpassen door een uitbreiding van de toezichtsbevoegdheid naar de videoplatformen. Zowel onze openbare omroep als alle andere mediaspelers moeten zichzelf in vraag blijven stellen om alle uitdagingen die zich stellen te kunnen blijven aangaan.