Korte samenvatting van de beslissing:
De VRM ontving een klacht tegen de uitzending van de fictiereeks ‘Thuis’ (uitzending vrijdag 19 april 2024).
De klagende partij dient de klacht in omwille van “alcoholmisbruik, drugs en suggestieve seksuele handelingen in primetime voor minderjarige kinderen”.
De klagende partij voert aan dat er voortdurend alcohol, drugs, geweld en seksueel suggestieve beelden op de voorgrond treden in de reeks en de kijkers iedere dag te maken krijgen met bedrog, leugens en verraad. Zij verwijst daarbij met name naar het personage ‘Lowie’ die zijn vriendin gewelddadig zou hebben verkracht en brutaal vernederd.
De klagende partij acht het ongepast dat de reeks wordt uitgezonden in primetime, een tijdstip waarop kinderen en adolescenten kijken. Zij verzoekt de soapserie later op de avond uit te zenden, voormelde situaties uit de serie te schrappen of een bepaald leeftijdslogo (bv. -12) aan te brengen in de afleveringen.
Beoordeling door de VRM:
De betroffen aflevering van Thuis (19 april 2024) bevat meerdere scènes met moeilijkere of zwaardere thema’s zoals geweld en pesten, verslavende middelen en seks. Dit zijn onderwerpen die potentieel voor bepaalde minderjarigen leeftijdsinadequaat zouden kunnen zijn, afhankelijk van de manier waarop ze aan bod komen en/of in beeld worden gebracht.
In de voorliggende aflevering is de aanwezigheid van dergelijke thema’s echter bijna uitsluitend terug te brengen tot het onderwerp van gesprekken, veeleer dan dat zij in beeld worden gebracht of worden getoond.
Het aangeklaagde “alcohol- en drugsmisbruik”, blijft beperkt tot het tonen van het personage ‘Lowie’ die onder invloed van drank of drugs op kantoor toekomt en ruzie maakt met het personage ‘Viv’. Het gebruik zelf van verdovende middelen wordt hierbij geenszins in beeld gebracht en zeker ook niet verheerlijkt of aangemoedigd. Het gedrag van ‘Lowie’ wordt daarentegen expliciet veroordeeld door het personage ‘Peter’.
Ook het gegeven dat geweld voortdurend aanwezig zou zijn, zoals de klagende partij aanvoert, blijkt niet bij het bekijken van deze aflevering. Uit de vaststellingen blijkt dat geen expliciet of voortdurende geweld getoond wordt.
Ten slotte voert de klagende partij ook aan dat er seksuele handelingen, zowel suggestief als weinig verhullend, zouden voorkomen in de uitzending. Uit de beelden blijkt echter dat in de voorliggende aflevering geen seksuele handelingen worden getoond. In bepaalde scènes is seks het gespreksonderwerp, zonder dat de kijker daadwerkelijk seks te zien krijgt.
Daarenboven worden er veeleer toespelingen gemaakt en, volgens de vaststellingen van de Kamer, geen expliciete seksuele termen gebruikt die schadelijk zouden kunnen zijn voor de ontwikkeling van bepaalde minderjarigen.
De VRM besluit dan ook dat in de aangeklaagde aflevering geen elementen voorkomen die de lichamelijke, geestelijke of morele ontwikkeling van minderjarigen zouden kunnen aantasten, in de zin van artikel 42, eerste lid, van het Mediadecreet. VRT diende dan ook verder geen maatregelen te nemen, zoals een aangepast uitzenduur, om te waarborgen dat minderjarigen deze specifieke aflevering van ‘Thuis’ niet te zien zouden krijgen.
De klacht wordt bijgevolg ontvankelijk doch ongegrond verklaard.