De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (4 september 2017, 17u-23u), waaronder Kanaal Z.
Tijdens de onderzochte periode wordt tweemaal eenzelfde aflevering van het programma “BOUW.TV” uitgezonden
In het desbetreffende programma is productplaatsing aanwezig. De productplaatsing blijkt uit de talrijke visuele en auditieve vermeldingen van de belichte merken en bedrijven (aan bod komen onder meer Volkswagen, Devako Machinery, Iveco, Hyundai, Quality Pumps, TLS en Isuzu). Bij aanvang en aan het einde van het programma is ook het PP-logo aangebracht.
Artikel 100, § 1, van het Mediadecreet bepaalt de voorwaarden waaraan programma’s die productplaatsing bevatten, moeten voldoen. Zo mogen dergelijke programma’s onder meer niet rechtstreeks aansporen tot aankoop van goederen, in het bijzonder door die producten specifiek aan te prijzen, noch mogen de producten in kwestie overmatige aandacht krijgen.
De VRM stelt vast dat er een loutere positieve belichting is van de merken en bedrijven, dit door lovende commentaren (zoals bijvoorbeeld “Volkswagen heeft voor elke toepassing de juiste oplossing” – “Het gamma is bijzonder ruim qua basisvarianten en aandrijvingen” ...). Daarenboven wordt gebruik gemaakt van een promotioneel ondersteunende beeldvorming; met behulp van fragmenten uit bedrijfsfilmpjes worden de merken en bedrijven gunstig belicht. De verwevenheid tussen redactionele inhoud en commerciële communicatie is de facto totaal.
De bedrijven en merken die aan bod komen krijgen nagenoeg alle aandacht, dit op een zodanige manier (onder meer door visuele en auditieve vermeldingen, gebruik van close-up, lovende commentaren) dat de omroeporganisatie de limieten van de aandacht overschrijdt die in geval van productplaatsing mag worden besteed. Er is dan ook sprake van overmatige aandacht.
Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM enerzijds rekening met de ernst van de inbreuk maar anderzijds ook met het beperkte marktaandeel van de omroeporganisatie en het klein aantal kijkers dat bereikt werd. De VRM besluit een boete van 1.250 euro op te leggen.