De VRM ontving een klacht tegen de uitzending van het telewinkelprogramma ‘TV Winkel’ (14 februari 2016 – 2BE).
Volgens de klager is er sprake van “misleidende of ongeoorloofde reclame voor ‘InstaLife’”, doordat in de bedoelde spot wordt beweerd dat lage rugpijn kan worden voorkomen door het aanbrengen van een brace op het onderbeen. Volgens de klager kan dit niet wetenschappelijk worden aangetoond.
Bij een eerdere beslissing (2016/024) werd de verdere behandeling van de klacht uitgesteld totdat de FOD Economie het onderzoek had afgerond naar het mogelijk misleidend karakter van de commerciële communicatie voor ‘InstaLife’.
Uit het onderzoek van de FOD Economie blijkt dat “de voorstelling van dit product een misleidende en oneerlijke handelspraktijk is (…) waarvoor Medialaan mogelijks medeverantwoordelijk gesteld kan worden.”
De VRM besluit dat de spot misleidend is in de zin van artikel 60 van het Mediadecreet. Bijgevolg wordt een inbreuk vastgesteld op dit artikel van het Mediadecreet.
Volgens het Mediadecreet is Medialaan aansprakelijk voor de commerciële communicatie die wordt uitgezonden op haar kanalen. Hieraan wordt geen afbreuk gedaan door een contractuele bepaling, afgesloten tussen Medialaan en de adverteerder, waarbij de volledige verantwoordelijkheid bij de adverteerder wordt gelegd wat zijn telewinkelprogramma betreft.
De VRM houdt er wel rekening mee dat Medialaan niet over de vereiste medische expertise beschikt om over de correctheid van de inhoud van de telewinkelspot te kunnen oordelen. De VRM stelt tevens vast dat de bedoelde telewinkelspot niet langer wordt uitgezonden.
De VRM besluit Medialaan te waarschuwen.