Met een aangetekende brief van 6 maart 2014 dienen Medialaan, SBS Belgium en VRT een klacht in tegen Right Brain Interface (Bhaalu).
De klacht
Volgens de klagers biedt Right Brain Interface op datum van de klacht aan eindgebruikers een dienst aan ('Bhaalu') met functionaliteiten die het mogelijk maken om lineaire televisieomroepprogramma's op een near(live) uitgestelde, verkorte of gewijzigde wijze te bekijken, zonder onderliggende toestemming van de betrokken televisieomroeporganisaties.
De klagers zijn van oordeel dat Right Brain Interface door het aanbieden van Bhaalu, moet worden gekwalificeerd als een dienstenverdeler in de zin van artikel 2, 7°, van het Mediadecreet. In die hoedanigheid is Right Brain Interface volgens de klagers onderworpen aan de regelgeving die in het Mediadecreet onder Deel IV: Dienstenverdelers werd opgenomen, met inbegrip van het nieuwe artikel 180.
Dat artikel voorziet onder meer in de verplichting voor een dienstenverdeler om lineaire omroepprogramma's die deel uitmaken van zijn aanbod van televisiediensten onverkort, ongewijzigd en in hun geheel door te geven op het ogenblik dat ze worden uitgezonden. Indien een dienstenverdeler aan de eindgebruikers een functionaliteit aanbiedt die het mogelijk maakt om lineaire televisieprogramma's op een uitgestelde, verkorte of gewijzigde wijze te bekijken, dan dient de dienstenverder de voorafgaande toestemming te bekomen van de betrokken televisieomroeporgansiaties.
Beoordeling door de VRM
De algemene kamer van de VRM stelt vast dat de partijen in hun schriftelijke stukken en op de hoorzitting tegenstrijdige verklaringen afleggen omtrent de technische kenmerken en feitelijke werking van de Bhaalu-videorecorder.
Alvorens definitief uitspraak te doen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de voorliggende klacht, acht de algemene kamer het aangewezen om, met het oog op een zorgvuldige feitenvinding, een deskundige aan te stellen. De deskundige heeft als algemene opdracht de werking van Bhaalu technisch te beschrijven en de algemene kamer voor te lichten omtrent alle aspecten die zij nuttig acht voor de beoordeling van de klacht. In de beslissing wordt opgesomd aan welke punten het verslag van de deskundige aandacht dient te besteden.
Beslissing
De algemene kamer beslist dat Prof.dr.Ir. Erik Dejonghe wordt aangesteld als deskundige voor het verstrekken van de technische toelichting zoals hierboven geformuleerd.
Hij bezorgt uiterlijk op 15 september 2014 een voorlopig verslag aan de algemene kamer van de VRM en de partijen.
Binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van het voorlopig verslag kunnen de partijen hun opmerkingen met een aangetekend schrijven aan de deskundige meedelen.
De deskundige zal uiterlijk op 15 oktober 2014 een eindverslag bezorgen aan de algemene kamer en de partijen.
Na neerlegging van het eindverslag zullen de partijen en de deskundige door de algemene kamer worden opgeroepen voor een nieuwe hoorzitting.