VRM verklaart zich onbevoegd bij klacht Weepee tegen VRT

De Vlaamse Regulator voor de Media verklaart zich onbevoegd in de zaak van de klacht van Weepee tegen VRT.

De VRM ontving eind december 2012 een klacht van Weepee tegen VRT. De klacht had betrekking op de overeenkomst van 17 december 2012 tussen Weepee en VRT over de verdeling van de VRT-kanalen door Weepee als aanbieder van over the top televisiediensten.

Volgens de klager bevat deze overeenkomst oneerlijke, onredelijke en discriminerende voorwaarden die de VRT op dwingende wijze heeft opgelegd aan Weepee. Deze voorwaarden zouden volgens Weepee in strijd zijn met het Mediadecreet en de beheersovereenkomst tussen de openbare omroep en de Vlaamse Regering.

Artikel 144 van de Grondwet bepaalt dat geschillen over burgerlijke rechten bij uitsluiting behoren tot de bevoegdheid van rechtbanken.  Betwistingen rond een foutieve totstandkoming en de inhoud en voorwaarden van een overeenkomst ressorteren bijgevolg onder de exclusieve bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken. 

De VRM is niet bevoegd om kennis te nemen van een klacht over contractuele geschillen. Evenmin kan de VRM sancties opleggen ingeval een beweerde schending van de beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse Regering.

De VRM verklaart zich bijgevolg onbevoegd om kennis te nemen van de klacht van Weepee tegen VRT.

Partij 1:
Weepee New Media Ventures NV
Partij 2:
NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie
Kamer:
Algemene kamer
Datum publicatie: 1 maart 2013
Beslissingsnummer:
2013-001
Type procedure:
Klacht