De Vlaamse Regulator voor de Media ontving een klacht van Vlaams volksvertegenwoordigers Wienen en Van Dijck (Vlaams Belang) tegen de uitzending van het programma 'Terzake' van 5 juni 2013 (Canvas).
In de uitzending kwam het debat in het Vlaams Parlement over de hervorming van het secundair onderwijs aan bod. Daarbij kwamen volgens de klagers vertegenwoordigers van alle politieke partijen die zich in het debat hadden gemengd aan bod, behalve vertegenwoordigers van het Vlaams Belang.
Artikel 7 van het Mediadecreet bepaalt dat de VRT autonoom zijn programma-aanbod en uitzendschema vaststelt. De openbare omroep beschikt daarbij over de journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid om zelf journalistieke keuzes te maken m.b.t. de programma's die worden uitgezonden. Deze autonomie en vrijheid wordt evenwel begrensd door onder meer de verplichtingen van niet-discriminatie en van politieke en ideologische onpartijdigheid die in artikel 39 van het Mediadecreet worden opgelegd. Artikel 6 van het Mediadecreet voegt hieraan toe dat de VRT als openbare omroeporganisatie de opdracht heeft via de programma's bij te dragen tot een onafhankelijke, objectieve en pluralistische opinievorming in Vlaanderen.
De selectie of keuzes die gemaakt worden moeten dan ook op een redelijke en objectieve manier journalistiek en inhoudelijk kunnen worden verantwoord. Het is de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen van de VRM die dient na te gaan of er voor de gemaakte selectie of keuze een redelijke en objectieve verantwoording wordt gegeven.
De Raad van State heeft met betrekking tot de verplichting tot niet-discriminatie en onpartijdigheid in een arrest van 25 juni 2009 verduidelijkt dat de naleving van die verplichting kan worden bereikt door er in het programma-aanbod voor te zorgen dat een evenwicht tussen die verschillende strekkingen of opiniestromingen in de programma's wordt nagestreefd maar alleszins in de opbouw wordt bereikt. De naleving ervan vereist dus niet dat er steeds in elk individueel programma noodzakelijk en onder alle omstandigheden voor moet worden gezorgd dat alle (relevante) strekkingen worden vertegenwoordigd, zolang maar kan worden aangetoond dat in andere (relevante) programma's de andere relevante strekkingen wel verhoudingsgewijs aan bod zijn kunnen komen.
Volgens de Raad van State kan van dit principe worden afgeweken indien het betreffende programma "dermate speciaal en anders" is in vergelijking met andere informatieve programma's waarin de betreffende partij of strekking wel aan bod is gekomen.
De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen is van oordeel dat het Vlaams Belang m.b.t. de onderwijshervorming wel aan bod is gekomen in andere informatieprogramma's (het Journaal van 18u en 19u op Eén). De kamer oordeelt dat de betreffende uitzending van Terzake niet dermate speciaal en anders was zodat met deze aanwezigheid geen rekening zou moeten worden gehouden.
Deze aanwezigheid in het Journaal van 18u en 19u kan dus als compensatie worden beschouwd voor de afwezigheid van de partij in de uitzending van Terzake. Bovendien werd het debat over de onderwijshervorming in het Vlaams Parlement eerder op de dag al integraal uitgezonden in Villa Politica (Canvas).
De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen meent dan ook dat de VRT doorheen het hele programma-aanbod bij de berichtgeving over de onderwijshervorming naar een zeker evenwicht heeft gestreefd en dat de kijker zich over het onderwerp een objectieve opinie heeft kunnen vormen. De VRT heeft dan ook geen inbreuk gepleegd op de plicht tot niet-discriminatie en politieke onpartijdigheid.