9.2. Beslissingen bij ambtshalve onderzoek m.b.t. commerciële communicatie en boodschappen van algemeen nut / bepalingen van de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen

1. VRM tegen NV Medialaan - 2016/001

De VRM controleerde de uitzendingen (5 oktober 2015, 17u-23u) van diverse televisieomroeporganisaties, waaronder JIM.

Door de onderzoekscel van de VRM worden volgende feiten vastgesteld:

  • Het programma ‘Check’ is een programma dat productplaatsing bevat. Aan het einde van het programma wordt het PP-logo niet getoond.
  • Tijdens de onderzochte periode wordt viermaal een reclamespot voor ‘Tic Tac’ uitgezonden. Het betreft een reclamespot voor commerciële communicatie over suikerhoudend snoepgoed. Het logo dat gedurende de hele uitzending van commerciële communicatie voor suikerhoudend snoepgoed moet worden uitgezonden, ontbreekt.
  • Tijdens de onderzochte periode wordt een publi-reportage voor ‘Mora’ uitgezonden. Deze commerciële spot wordt volgens de onderzoekscel ten onrechte als publi-reportage aangeduid.

Medialaan erkent dat het PP-logo op het einde van het programma ontbreekt. De VRM besluit Medialaan te waarschuwen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat het PP-logo niet geheel ontbrak.

Medialaan erkent eveneens dat op commerciële communicatie voor suikerhoudend snoepgoed, zoals in de reclamespot voor ‘Tic Tac’, een gestileerd logo van een tandenborstel moet worden opgenomen. Medialaan geeft aan dat het hier om een vergetelheid van de adverteerder gaat die niet werd opgemerkt door de omroeporganisatie. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat Medialaan eerder voor gelijkaardige overtredingen werd gewaarschuwd. Daarom wordt een administratieve geldboete van 2.500 euro opgelegd.

M.b.t. de uitgezonden publi-reportage wordt het verweer van Medialaan door de VRM aanvaard. Bijgevolg wordt geen inbreuk op het Mediadecreet vastgesteld.

2. VRM tegen NV Media Ad Infinitum - 2016/002

De VRM controleerde de uitzendingen (31 oktober 2015, 16u-22u) van diverse televisieomroeporganisaties, waaronder Vitaya (NV Media Ad Infinitum, thans NV MEDIALAAN).

De onderzoekscel van de VRM stelt vast dat tijdens de onderzochte periode dertien reclameblokken worden uitgezonden, waarbij de beginbumper telkens tussen de 2 en 3 seconden beeldvullend wordt getoond. De beginbumper bevat echter geen vermelding van het woord “RECLAME”.

Artikel 79, § 1, van het Mediadecreet schrijft voor dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Reclame moet worden gescheiden van andere onderdelen van het programma met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen.

De doelstelling van deze bepaling is te vermijden dat er bij de kijkers verwarring ontstaat tussen reclame en andere programmaonderdelen.

Het loutere feit dat van enig visueel en/of akoestisch en/of ruimtelijk middel gebruik wordt gemaakt om de reclame te scheiden van de programma’s, volstaat op zich niet om aan de bepalingen van artikel 79, § 1, van het Mediadecreet te voldoen. Bij de toetsing van een bepaalde uitzending aan artikel 79, § 1, van het Mediadecreet moet telkens in concreto worden nagegaan of de gebruikte middelen om reclame te scheiden van andere onderdelen van het programma, doeltreffend zijn. Bij de beoordeling van deze elementen in een concrete zaak moet mogelijke verwarring bij de kijkers als leidraad dienen.

Met het oog op het creëren van een grotere rechtszekerheid heeft de VRM een overleg met de sector georganiseerd en op basis daarvan op 23 februari 2015 een standpunt aangenomen over het onderscheid tussen reclame en redactionele inhoud. In dat standpunt wordt 5 seconden naar voren geschoven als standaard voor beginbumpers die geen expliciete vermelding van het woord “RECLAME” bevatten. Dit standpunt werd op 23 maart 2015 publiek gemaakt. Als richtsnoer met betrekking tot beginbumpers is onder meer het volgende gesteld:

Men kan van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud spreken wanneer de beginbumper minstens 5 seconden beeldvullend wordt getoond. Afwijkend hiervan is ook sprake van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud wanneer de beginbumper minstens 2 seconden beeldvullend wordt getoond en op de beginbumper het woord “RECLAME” vermeld wordt in een grootte die voor de doorsnee kijker gemakkelijk leesbaar is.”

Zoals blijkt uit de uitgezonden beelden zijn de beginbumpers van de dertien reclameblokken telkens tussen de 2 en 3 seconden beeldvullend getoond, zonder vermelding van het woord “RECLAME”. Dit volstaat niet opdat de reclamespots duidelijk herkenbaar zouden zijn en kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud, zoals voorgeschreven in artikel 79, § 1, van het Mediadecreet.

In voorliggend geval wordt niet vermeden dat bij de kijkers verwarring kan ontstaan tussen reclame en andere programmaonderdelen. Het hanteren van dergelijke korte beginbumpers zonder dat daarbij het woord “RECLAME” wordt vermeld, zorgt niet voor een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat het hier een ernstige inbreuk betreft, evenals met een eerdere veroordeling voor een dergelijke inbreuk.  De VRM besluit een administratieve geldboete van 5.000 euro op te leggen.

3. VRM tegen NV Netwerktelevisie - 2016/003

De VRM controleerde de uitzendingen (31 oktober 2015, 16u-22u) van diverse televisieomroeporganisatie, waaronder PlattelandsTV (NV Netwerktelevisie).

De onderzoekscel stelt vast dat tijdens de onderzochte periode elf reclameblokken worden uitgezonden. Drie van de reclameblokken worden aangekondigd met een reclamebumper die telkens drie seconden duurt. Deze drie beginbumpers bevatten geen tekst “RECLAME”.

Artikel 79, § 1, van het Mediadecreet schrijft voor dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Reclame moet worden gescheiden van andere onderdelen van het programma met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen.

Bij de toetsing van een bepaalde uitzending aan artikel 79, § 1, van het Mediadecreet moet telkens in concreto worden nagegaan of de gebruikte middelen om reclame te scheiden van andere onderdelen van het programma, doeltreffend zijn. Bij de beoordeling van deze elementen in een concrete zaak moet mogelijke verwarring bij de kijkers als leidraad dienen.

In zijn standpunt van 23 februari 2015 over het onderscheid tussen reclame en redactionele inhoud heeft de VRM, na overleg met de sector, 5 seconden naar voren geschoven als standaard voor beginbumpers die geen expliciete vermelding van het woord “RECLAME” bevatten. Dit standpunt werd op 23 maart 2015 publiek gemaakt. Als richtsnoer met betrekking tot beginbumpers is onder meer het volgende gesteld:

Men kan van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud spreken wanneer de beginbumper minstens 5 seconden beeldvullend wordt getoond. Afwijkend hiervan is ook sprake van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud wanneer de beginbumper minstens 2 seconden beeldvullend wordt getoond en op de beginbumper het woord “RECLAME” vermeld wordt in een grootte die voor de doorsnee kijker gemakkelijk leesbaar is.”

Zoals blijkt uit de beelden zijn drie beginbumpers die in de onderzochte periode zijn uitgezonden telkens drie seconden beeldvullend getoond, zonder vermelding van het woord “RECLAME”. Dit volstaat niet opdat de reclamespots duidelijk herkenbaar zouden zijn en kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud, zoals voorgeschreven in artikel 79, § 1, van het Mediadecreet.

In voorliggend geval wordt niet vermeden dat bij de kijkers verwarring kan ontstaan tussen reclame en andere programmaonderdelen.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat NTV inmiddels maatregelen heeft genomen om dergelijke inbreuken in de toekomst te vermijden. De VRM besluit dat een waarschuwing een gepaste sanctie is.

4. VRM tegen VZW Regionale Televisie Vlaams-Brabant-Halle-Vilvoorde - 2016/004

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (10 oktober 2015, 17u-20u), waaronder Ring TV.                                                                           

Regionale televisieomroeporganisaties mogen publireportages uitzenden.  Dit is een vorm van commerciële communicatie die meer tijd in beslag neemt dan reclamespots omdat het accent ligt op redactionele en informatieve inhoud.  Voorwaarde hierbij is wel dat ze duidelijk gescheiden moeten zijn zodat er geen verwarring kan zijn met andere programmaonderdelen.

Dit was bij Ring TV niet het geval. De uitgezonden publireportages werden niet als dusdanig herkenbaar gemaakt.

De VRM besluit daarom een administratieve geldboete van 500 euro op te leggen.

5. VRM tegen VZW Antwerpse Televisie - 2016/005

De VRM onderzocht de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties op 10 oktober 2015 (17u tot 20u). Het betrof hier onder meer de uitzendingen van het omroepprogramma ATV van VZW Antwerpse Televisie.

De VRM stelt vast dat ATV bij de publi-reportages tijdens de onderzochte periode beginbumpers heeft gebruikt met telkens gedurende maximaal 2 seconden een zeer kleine en onduidelijke vermelding dat het om een publi-reportage gaat. Dit volstaat niet opdat de uitgezonden publi-reportages duidelijk herkenbaar zouden zijn en kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud, zoals voorgeschreven in artikel 79, § 1, van het Mediadecreet.

De VRM besluit dat een waarschuwing in dit geval een gepaste sanctie is.

6. VRM tegen VZW TV Kempen en Mechelen - 2016/006

De VRM onderzocht de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties op 10 oktober 2015 (17u tot 20u), waaronder onder meer de uitzendingen van het omroepprogramma RTV van VZW TV Kempen en Mechelen.

Uit de beelden en het onderzoek blijkt dat RTV een publi-reportage voor de Waddeneilanden heeft uitgezonden. Deze publi-reportage is niet als zodanig aangekondigd, hetgeen door RTV niet wordt betwist. Wegens het ontbreken van enige aankondiging of vermelding dat het een publi-reportage betreft, is niet voldaan aan de verplichting dat publi-reportages duidelijk herkenbaar moeten zijn en moeten kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud, zoals voorgeschreven in artikel 79, § 1, van het Mediadecreet.

De VRM stelt bijgevolg een inbreuk vast op artikel 79, § 1, van het Mediadecreet en waarschuwt RTV hiervoor.

7. VRM tegen VZW Audio Video Studio Oost-Vlaamse Televisie - 2016/007

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (10 oktober 2015, 17u-20u), waaronder AVS.

Bij AVS werden overtredingen vastgesteld op het gebied van sponsorvermeldingen.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de inbreuk op een menselijke fout berust en AVS verklaart inmiddels maatregelen te hebben genomen om soortgelijke inbreuken in de toekomst te vermijden. De VRM besluit dat een waarschuwing in dit geval een gepaste sanctie is.

Bij AVS werden ook overtredingen vastgesteld op het gebied van productplaatsing.  

Productplaatsing is toegestaan voor zover aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.  Zo moet de kijker worden gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing door het gebruik van een PP-logo, mag er geen overmatige aandacht zijn voor het product en mag er niet rechtstreeks worden aangespoord tot aankoop door specifieke aanprijzingen.                                                                                                               

Aan deze voorwaarden werd in het voorliggend geval niet voldaan.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de inbreuk op een misverstand berust en AVS ook hier verklaart inmiddels maatregelen te hebben genomen om soortgelijke inbreuken in de toekomst te vermijden. De VRM besluit dat een waarschuwing eveneens in dit geval een gepaste sanctie is.  

8. VRM tegen VZW Tele-Visie-Limburg - 2016/008

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (10 oktober 2015, 17u-20u), waaronder TV Limburg.                  

Bij TV Limburg werden in het programma ‘TVL Wonen’ overtredingen vastgesteld op het gebied van productplaatsing.  

Productplaatsing is toegestaan voor zover aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.  Zo moet de kijker worden gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing door het gebruik van een PP-logo, mag er geen overmatige aandacht zijn voor het product en mag er niet rechtstreeks worden aangespoord tot aankoop door specifieke aanprijzingen.

Aan deze voorwaarden werd in het voorliggend geval niet voldaan.

De VRM besluit daarom TV Limburg een administratieve geldboete van 500 euro op te leggen.

9. VRM tegen NV SBS Belgium - 2016/009

De VRM controleerde de uitzending ‘Star Wars: the Empire strikes back’ (VIER, 11 december 2015). Er wordt in deze film gedurende zeven seconden een geanimeerde projectie toegevoegd met ‘Star Wars’ – figuren, ‘Star Wars’-logo, de tekstuele vermelding ‘The force awakens’ en de tekstuele vermelding ‘vanaf 16 december in de bioscoop’.                                                                                                                        

De VRM is van oordeel dat deze geanimeerde projectie, uitgezonden in de vorm van commerciële communicatie (reclame) tijdens de speelfilm, niet gemakkelijk als zodanig herkenbaar is. Bijgevolg heeft SBS de bepalingen van artikel 53 van het Mediadecreet geschonden, waarin bepaald wordt dat commerciële communicatie en boodschappen van algemeen nut gemakkelijk als zodanig herkenbaar moeten zijn.

De VRM besluit hiervoor een administratieve geldboete van 10.000 euro op te leggen.

10. VRM tegen NV SBS Belgium - 2016/010

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (16 november 2015, 18u-24u), waaronder VIER.                                         

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding voor ‘Solo patisserie’ uitgezonden. Dit gebeurde echter niet conform de geldende regelgeving.

Uit de controle blijkt dat bij deze sponsorvermelding de beelden vergezeld gaan van zowel auditieve als visuele boodschappen. De positieve eigenschappen van het product worden in deze boodschappen op een rij gezet waardoor in de betrokken sponsorvermelding onmiskenbaar promotionele elementen voorkomen.

Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor wordt door de decreetgever als toegelaten beschouwd, aangezien deze niet aanzet tot consumptie. In voorliggend geval echter wordt de baseline voorafgegaan door en gekoppeld aan een opsomming van de promotionele kenmerken van het product, waardoor deze niet langer als louter imago-ondersteunend kan worden beschouwd.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat SBS reeds eerder voor een soortgelijke inbreuk werd gesanctioneerd.

De VRM besluit een geldboete van 5.000 euro op te leggen.

11. VRM tegen NV Medialaan - 2016/011

Bij de controle van 16 november 2015 (18u-24u) werden de uitzendingen van VTM onderzocht.

De VRM stelde vast dat een uitgezonden sponsorvermelding voor ‘Nasa Rhinathiol’ niet conform de regelgeving werd weergegeven.

De VRM meent dat in de betrokken sponsorvermelding de positieve eigenschappen van het product op een rij worden gezet. Hierdoor komen in de betrokken sponsorvermelding onmiskenbaar promotionele elementen voor.

Voordat het product en diens functionaliteiten worden vermeld, wordt de kijker aangesproken en wordt een vraag gesteld. De combinatie van de vraag aan de kijker en de daaropvolgende verwijzing naar het product met opsomming van de promotionele kenmerken van het product, moet worden beschouwd als een rechtstreeks aansporen tot aankoop ervan.

De VRM besluit dat VTM een inbreuk heeft begaan op het Mediadecreet. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat Medialaan reeds eerder voor soortgelijke inbreuken werd gesanctioneerd.

De VRM besluit een administratieve geldboete van 5.000 euro op te leggen.

12. VRM tegen NV Studio 100 TV - 2016/012

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (2 december 2015, 8u-20u), waaronder Studio 100 TV.

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding 'K3 Horloge - Rodania' uitgezonden. Dit gebeurde echter niet conform de geldende regelgeving.

Uit de controle blijkt dat in voorliggend geval de uitgezonden sponsorvermelding meerdere promotionele elementen bevat en niet in overeenstemming is met artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat het om een eerste inbreuk gaat en dat de bewuste sponsorboodschap intussen niet meer wordt uitgezonden.

In dit geval wordt een waarschuwing als sanctie uitgesproken.

13. VRM tegen NV Medialaan - 2016/013

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (2 december 2015, 8u-20u), waaronder VTM.

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding voor 'Promagnor' uitgezonden. Dit gebeurde echter niet conform de geldende regelgeving.

Uit de controle blijkt dat bij deze sponsorvermelding de beelden vergezeld gaan van zowel auditieve als visuele vermeldingen. De positieve eigenschappen van het product worden in deze boodschappen op een rij gezet waardoor in de betrokken sponsorvermelding onmiskenbaar promotionele elementen voorkomen.

Doordat het product specifiek wordt aangeprezen, gaat de boodschap verder dan het product meer bekendheid geven, waartoe een sponsorvermelding zich overeenkomstig het Mediadecreet dient te beperken. Bovendien kunnen de auditieve en visuele boodschappen in de sponsorvermelding niet als louter imago-ondersteunende slogan of baseline worden beschouwd. De vermelding bevat een rechtstreeks koopbevorderende boodschap en beantwoordt niet aan de bepalingen van artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat NV Medialaan reeds eerder voor soortgelijke inbreuken werd gesanctioneerd. De VRM besluit een geldboete van 5.000 euro op te leggen.

14. VRM tegen NV Medialaan - 2016/014

Bij de controle van 2 december 2015 (8u-20u) werden de uitzendingen van vtmKzoom onderzocht.

De VRM stelt vast dat een uitgezonden sponsorvermelding voor de elektronische speelgoedhondjes 'Zoomer Zuppies' niet conform de regelgeving werd weergegeven.

De sponsorvermelding doet meer dan de kijker inlichten over het product. Bovendien kunnen de boodschappen in deze vermelding niet als louter imago-ondersteunende slogan of baseline worden beschouwd. De vermelding bevat een rechtstreeks koopbevorderende boodschap en voldoet niet aan de bepalingen van artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat NV Medialaan voor soortgelijke inbreuken al eerder werd gesanctioneerd. De VRM besluit een geldboete van 5.000 euro op te leggen.

Bij de controle op 2 december 2015 (8u-20u) wordt daarnaast ook vastgesteld dat vtmKzoom te veel televisiereclame heeft uitgezonden.

Het Mediadecreet bepaalt dat het aandeel van televisiereclame- en telewinkelspots per klokuur niet meer dan 20% (12 minuten) mag bedragen. Uit het onderzoek en de beelden blijkt echter dat NV Medialaan tussen 14u en 15u 26% van de zendtijd aan televisiereclame heeft besteed. Dit aandeel bestond uit twee reclameblokken van ongeveer 6 minuten en één langere reclamespot voor 'Zoomer Zuppies' van 3 minuten en 43 seconden. De VRM besluit een geldboete van 2.500 euro op te leggen.

Ook wordt vastgesteld dat een kinderprogramma wordt onderbroken voor reclame. Aangezien NV Medialaan een eerste keer dergelijke inbreuk begaat, wordt een waarschuwing uitgesproken.

15. VRM tegen NV Medialaan - 2016/028

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (20 februari 2016, 16u-22u), waaronder Vitaya (NV MEDIALAAN).

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding uitgezonden die een rechtstreekse aansporing tot consumptie bevat.

De VRM stelt dat de decreetgever een onderscheid heeft willen maken tussen een sponsorvermelding en een reclameboodschap, die allebei vormen van commerciële communicatie zijn. Dit onderscheid wordt in de parlementaire voorbereiding bij het decreet van 29 juni 2007 als volgt verduidelijkt: “[…] Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan [de definitie van sponsoring], omdat deze niet aanzet tot consumptie.”

Aangezien sponsoring een vorm van commerciële communicatie is, mag een sponsorvermelding promotionele elementen bevatten. Uit bovenstaande parlementaire voorbereiding volgt echter duidelijk dat een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins mag aanzetten tot consumptie. Een sponsorvermelding mag dus promotionele elementen bevatten, zolang deze niet aanzetten tot consumptie.

Door de VRM moet dan ook steeds worden beoordeeld of een sponsorvermelding al dan niet een rechtstreeks koopbevorderende boodschap bevat, wat overeenkomstig het Mediadecreet niet toegelaten is.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het beperkte marktaandeel van het omroepprogramma en met het geringe tarief voor de betreffende sponsorvermelding. De VRM besluit een administratieve geldboete van 2.000 euro op te leggen.

16. VRM tegen NV Medialaan - 2016/029

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (2 maart 2016, 17u-23u), waaronder VTM (NV MEDIALAAN).

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorboodschap uitgezonden die specifieke aanprijzingen bevat.

De VRM stelt dat de decreetgever een onderscheid heeft willen maken tussen een sponsorvermelding en een reclameboodschap, die allebei vormen van commerciële communicatie zijn. Dit onderscheid wordt in de parlementaire voorbereiding bij het decreet van 29 juni 2007 als volgt verduidelijkt: “[…] Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan [de definitie van sponsoring], omdat deze niet aanzet tot consumptie.”

Aangezien sponsoring een vorm van commerciële communicatie is, mag een sponsorvermelding promotionele elementen bevatten. Uit bovenstaande parlementaire voorbereiding volgt echter duidelijk dat een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins mag aanzetten tot consumptie. Een sponsorvermelding mag dus promotionele elementen bevatten, zolang deze niet aanzetten tot consumptie.

Door de VRM moet dan ook steeds worden beoordeeld of een sponsorvermelding al dan niet een rechtstreeks koopbevorderende boodschap bevat, wat overeenkomstig het Mediadecreet niet toegelaten is.

Uit de beelden en het onderzoek blijkt dat de desbetreffende sponsorvermelding specifieke aanprijzingen bevat. In de spot wordt specifiek gewezen op de werkzaamheid en de doeltreffendheid van het product. In de spot wordt het product aangewezen als de oplossing voor een specifiek probleem door vermelding van het product met een specifieke eigenschap.

De sponsorvermelding krijgt zo het wervend karakter van een ingekorte reclameboodschap met specifieke promotionele elementen die de kijker aanzetten tot consumptie, waardoor manifest geen rekening wordt gehouden met het door de decreetgever gemaakte onderscheid tussen een reclameboodschap en een sponsorvermelding.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat VTM reeds eerder een administratieve geldboete werd opgelegd bij eerdere inbreuken.

Gelet op het herhaaldelijke karakter van de inbreuk, het significante marktaandeel van het omroepprogramma en het hoge tarief voor de sponsorvermelding, legt de VRM een administratieve geldboete van 10.000 euro op.

17. VRM tegen NV Njam! - 2016/030

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (20 februari 2016, 16u-22u), waaronder Njam!.

Tijdens de onderzochte periode wordt het programma ‘DIY’ uitgezonden. Het programma bestaat uit vijf verschillende rubrieken waarin telkens iets wordt gemaakt, o.a. madeleines.

Het logo voor productplaatsing wordt getoond aan het begin en aan het einde van het programma. Het programma wordt gesponsord, een sponsorvermelding wordt aan het begin en op het einde van het programma getoond. De rubriek waarin madeleines worden gemaakt, duurt zes minuten en twintig seconden. Om de madeleines te maken gebruikt de chef ‘Tagatesse’-suiker.

Uit de beelden en het onderzoek blijkt dat de positieve eigenschappen van dit product door de chef op een rij worden gezet: ‘ideaal om af te kicken van een suikerverslaving’‘dezelfde zoete smaak als suiker’ en ‘je moet er veel minder van gebruiken dan van gewone suiker’.

Uit de beelden blijkt ook dat de verpakking van de ‘Tagatesse’-suiker als enige ingrediënt gedurende het hele recept zichtbaar in beeld staat. Op het moment dat de positieve eigenschappen auditief worden vermeld, neemt de chef de verpakking er bij. Gedurende de veertien seconden dat de chef de verpakking vast heeft en toont, is deze tot tweemaal toe drie à vier seconden schermvullend in beeld.

Door de combinatie van die beelden met de auditieve opsomming van de promotionele kenmerken van het product, gaat het programma veel verder dan louter nieuwe of interessante eigenschappen van producten onder de aandacht brengen. De VRM meent dat er sprake is van specifiek aanprijzen en het rechtstreeks aansporen tot aankoop.

De VRM besluit Njam! te waarschuwen voor deze inbreuk op het Mediadecreet. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de afgelopen jaren geen gelijkaardige inbreuk op het Mediadecreet werd vastgesteld.

18. VRM tegen NV SBS Belgium - 2016/031

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (20 februari 2016, 16u-22u), waaronder VIER. Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding uitgezonden voor ‘Promagnor’.

Uit de definities van het Mediadecreet volgt dat sponsoring een vorm van commerciële communicatie is met als doel om een onderneming, overheid of natuurlijke persoon zijn of haar naam, handelsmerk, imago, activiteiten of producten meer bekendheid te geven.

Aangezien sponsoring een vorm van commerciële communicatie betreft, mag een sponsorvermelding promotionele elementen bevatten. Een sponsorvermelding mag, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een sponsorvermelding mag dus promotionele elementen bevatten, zolang deze niet aanzetten tot consumptie. De toegelaten bewoordingen in een sponsorvermelding zijn dan ook niet beperkt tot een louter imago-ondersteunende slogan of baseline. Waar de decreetgever dit soort slogans aanhaalt, is dit slechts ter illustratie van toegelaten bewoordingen in een sponsorvermelding die niet aanzetten tot consumptie.

Uit de beelden van het onderzoek blijkt dat in de desbetreffende sponsorvermelding de positieve eigenschappen van het product op een rij worden gezet waardoor onmiskenbaar promotionele elementen voorkomen.

De boodschap van het scenario in de sponsorvermelding (men is vermoeid, men neemt ‘Promagnor’, men is terug energiek) is duidelijk: het beveelt het product in kwestie aan als een doeltreffende en gezonde oplossing voor vermoeidheid. De combinatie van de beelden met de auditieve en visuele opsommingen van de promotionele kenmerken van het product zet de kijker rechtstreeks aan om het product te gaan kopen. De boodschap gaat verder dan het product meer bekendheid geven, waartoe een sponsorvermelding zich overeenkomstig het Mediadecreet dient te beperken. Bovendien kunnen de auditieve en visuele boodschappen in deze sponsorvermelding in ieder geval ook niet als louter imago-ondersteunende slogan of baseline worden beschouwd.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met beslissing 2016/013 die over dezelfde sponsorvermelding handelde. De VRM besluit een administratieve geldboete van 5.000 euro op te leggen.

19. VRM tegen VZW Regionale Televisie Vlaams-Brabant-Halle-Vilvoorde - 2016/036

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (2 april 2016, 17u-20u), waaronder Ring TV.

In het programma ‘Viva – Bed&Breakfast – Streekproduct’ is productplaatsing aanwezig. In het programma komen twee items voor: een korte reportage over een B&B en een langere reportage over een kaasmakerij.

Ring TV mag programma’s uitzenden die productplaatsing bevatten. Het volstaat echter niet om enkel het PP-logo te plaatsen op de decretaal voorgeschreven momenten. Het programma moet onder meer voldoen aan alle voorwaarden van artikel 100, § 1, van het Mediadecreet.  Zo mag het programma niet rechtstreeks aansporen tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die producten of diensten aan te prijzen.

De VRM stelt vast dat de B&B tijdens het programma-item op een aantrekkelijke manier in beeld wordt gebracht. Door het aldus tonen en/of lovend becommentariëren van de B1B wordt deze specifiek aangeprezen en spoort het programma ‘Viva’ rechtstreeks aan tot aankoop.

Ring TV overschrijdt ook de limieten van de aandacht die in geval van productplaatsing aan het product in kwestie mag worden besteed, waardoor er sprake is van overmatige aandacht.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat de omroeporganisatie zich bereid verklaarde de nodige aanpassingen door te voeren om zich maximaal te conformeren aan het Mediadecreet en op geen enkel ogenblik de kijker heeft willen misleiden. Daarom is een waarschuwing in dit geval een gepaste sanctie.

20. VRM tegen VZW Regionale Omroep Brabant - 2016/037

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (2 april 2016, 17u-20u), waaronder ROB TV.

De VRM onderzocht het gebruik van het PP-logo door deze regionale televisieomroeporganisatie maar stelde geen inbreuk vast.  

21. VRM tegen VZW Audio Video Studio Oost-Vlaamse Televisie - 2016/038

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (2 april 2016, 17u-20u), waaronder AVS.

Reclameboodschap niet duidelijk herkenbaar en onderscheiden van redactionele inhoud
Tijdens de onderzochte periode wordt meermaals een reclameboodschap buiten het reclameblok – en zonder eindbumper – uitgezonden. De reclameboodschap wordt onmiddellijk gevolgd door een sponsorvermelding voor het programma. Er is geen duidelijk onderscheid met de rest van de programma’s.

Het Mediadecreet schrijft voor dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Reclame moet worden gescheiden van andere onderdelen van het programma met visuele en/of akoestisch en/of ruimtelijke middelen, opdat er bij de kijkers geen verwarring zou ontstaan tussen reclame en andere programmaonderdelen.

De VRM besluit dat AVS op dit punt een inbreuk heeft begaan op het Mediadecreet.

Sponsorvermelding
Er wordt ook een sponsorvermelding uitgezonden die een duidelijk verkoopsbevorderend element bevat dat aanzet tot consumptie. De sponsorvermelding is bijgevolg niet in overeenstemming met het Mediadecreet.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat het om een eerste inbreuk gaat. De VRM meent dat in dit geval een waarschuwing een gepaste sanctie is.

22. VRM tegen VZW Tele-Visie-Limburg - 2016/039

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (2 april 2016, 17u-20u), waaronder TV Limburg.

De VRM stelde vast dat TV Limburg  twee reclame-items heeft uitgezonden die als publi-reportage werden aangekondigd.  Het accent van deze items lag echter niet op redactionele en informatieve inhoud en door de relatief korte duur en/of de presentatievorm kregen beide items het karakter van een reclamespot.  Hieruit volgt dat de omroeporganisatie een inbreuk heeft begaan op artikel 81, § 5, van het Mediadecreet. TV Limburg wordt hiervoor gewaarschuwd.

23. VRM tegen NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie - 2016/041

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (10 april 2016, 17u-23u), waaronder Eén.

Tijdens de onderzochte periode wordt tweemaal een sponsorvermelding uitgezonden voor bol.com.

Uit de beelden blijkt dat de woorden "denk je aan koken, denk je aan onze kookwinkel" uitsluitend auditief maar niet visueel worden vermeld. De VRM stelt vast dat deze bewoordingen en de gehanteerde intonatie door de voice-over in de betrokken sponsorvermelding vrij vaag zijn zodat er geen sprake is van een vraagstelling of rechtstreekse aanspreking die de kijker zou aanzetten tot consumptie.

Er wordt geen inbreuk op het Mediadecreet (artikel 2, 41°) vastgesteld.

24. VRM tegen NV Medialaan - 2016/042

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (10 april 2016, 17u-23u), waaronder VTM.

De VRM stelt vast dat de beginbumper van de twee reclameblokken die het programma ‘Blind Getrouwd’ onderbreken, telkens beeldvullend minder dan vijf seconden duurt (in casu 3 en 2 seconden), en geen vermelding ‘RECLAME’ bevat.

De VRM is van oordeel dat dit niet volstaat opdat de reclamespots duidelijk herkenbaar zouden zijn en kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud.

Met het oog op het creëren van een grote rechtszekerheid heeft de VRM in 2015 een overleg met de sector georganiseerd en een standpunt ingenomen over het onderscheid tussen reclame en redactionele inhoud. De uitzending van VTM voldoet niet aan de vooropgestelde richtlijnen.

De VRM legt VTM een boete van 5.000 euro op.

25. VRM tegen NV Medialaan - 2016/043

De VRM controleerde de uitzendingen van VTM (20 mei 2016, 20u40-23u00). Hierbij werd het programma ‘The Voice van Vlaanderen’ onderzocht.

In 3 reclameblokken wordt telkens een fragment met redactionele inhoud getoond. De presentatrice van het programma ‘The Voice van Vlaanderen’ vermeldt dat de sms-lijnen op dat ogenblik sluiten en dat de kijker geen geldige stem meer kan uitbrengen voor zijn favoriete deelnemer.

Noch aan het begin, noch aan het einde van deze redactionele boodschap is een visueel, akoestisch of ruimtelijk middel waarmee de reclamespots van deze redactionele boodschap worden onderscheiden.

Artikel 79, §1, van het Mediadecreet bepaalt dat televisiereclame duidelijk moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud.

Wanneer reclameboodschappen afgewisseld worden met eigen redactionele fragmenten, dient het scheidingsprincipe gerespecteerd te worden. Zowel het Mediadecreet, de Europese regels als de interpretatie ervan bepalen dat reclame op elk ogenblik moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud, opdat ze niet met elkaar zouden worden verward door de kijker.

De VRM besluit dat VTM op deze wijze een inbreuk heeft begaan op artikel 79, §1, van het Mediadecreet door in de reclameblokken eigen, redactionele fragmenten in te lassen.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM o.a. rekening met het gegeven dat het een ernstige inbreuk betreft en het feit dat Medialaan voor een eerdere inbreuk op hetzelfde artikel van het Mediadecreet reeds een boete werd opgelegd.

VTM wordt een boete van 15.000 euro opgelegd.

26. VRM tegen NV SBS Belgium - 2016/045

Onderdeel 1: Sponsorvermelding met rechtstreeks koopbevorderende boodschap

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (6 mei 2016, 16u-22u), waaronder VIER.

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding uitgezonden voor ‘parship.be’. In de sponsorvermelding wordt de website specifiek aangeprezen voor kijkers die op zoek zijn naar een geschikte partner. Hierdoor gaat de boodschap verder dan meer bekendheid aan een product geven of een imago-ondersteunende boodschap, waartoe een sponsorvermelding zich overeenkomstig het Mediadecreet dient te beperken. Door deze rechtstreeks koopbevorderende boodschap is niet voldaan aan de bepalingen uit het Mediadecreet.

Bij het vastleggen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat SBS voor een soortgelijke inbreuk reeds een administratieve geldboete heeft gekregen. Anderzijds wordt ook rekening gehouden met het relatief beperkte marktaandeel van de omroeporganisatie.

De VRM legt VIER een geldboete van 7.500 euro op.

Onderdeel 2 : Sponsorvermelding zonder sponsoridentificatie

Op dezelfde datum wordt een sponsorvermelding uitgezonden waarbij de sponsoridentificatie ontbreekt. Hierdoor wordt de kijker onvoldoende duidelijk gewezen op het bestaan van een sponsorovereenkomst.

SBS erkent de inbreuk.

De VRM legt VIER een geldboete van 2.500 euro op. De VRM houdt rekening met het feit dat SBS de inbreuk op eigen initiatief heeft rechtgezet door het vereiste sponsorlogo in latere uitzendingen toe te voegen. 

27. VRM tegen NV Medialaan - 2016/052

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (1 juni 2016, 17u-23u), waaronder VTM.

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorboodschap voor ‘Tönnissteiner’ uitgezonden.  De sponsorboodschap bevat een nadrukkelijke verwijzing naar de producten van het merk.

De VRM stelt dat de decreetgever een onderscheid heeft willen maken tussen een sponsorvermelding en een reclameboodschap, die allebei vormen van commerciële communicatie zijn. Dit onderscheid wordt in de parlementaire voorbereiding bij het decreet van 29 juni 2007 als volgt verduidelijkt: “[…] Het onderscheidende criterium is dan ook de boodschap, en niet de vorm, van de sponsorvermelding. Zo kan een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins aanzetten tot consumptie. Een louter imago-ondersteunende slogan of baseline van de sponsor voldoet aan [de definitie van sponsoring], omdat deze niet aanzet tot consumptie.”

Aangezien sponsoring een vorm van commerciële communicatie is, mag een sponsorvermelding promotionele elementen bevatten. Uit bovenstaande parlementaire voorbereiding volgt echter duidelijk dat een sponsorvermelding, in tegenstelling tot een reclameboodschap, geenszins mag aanzetten tot consumptie. Een sponsorvermelding mag dus promotionele elementen bevatten, zolang deze niet aanzetten tot consumptie.

Door de VRM moet dan ook steeds worden beoordeeld of een sponsorvermelding al dan niet een rechtstreeks koopbevorderende boodschap bevat, wat overeenkomstig het Mediadecreet niet toegelaten is.

Uit de beelden en het onderzoek blijkt dat de sponsorvermelding in kwestie specifieke aanprijzingen bevat. In de spot wordt nadrukkelijk verwezen naar het specifieke gamma van de producten van Tönnissteiner door de audiovisuele en auditieve voorstelling van de verschillende smaken van de suikervrije vruchtenlimonades. Bijgevolg beantwoordt de sponsorboodschap niet aan de bepalingen van artikel 2, 41°, van het Mediadecreet.

Bij het bepalen van de sanctie kan de VRM er niet aan voorbij gaan dat Medialaan voor soortgelijke inbreuken op VTM reeds eerder een administratieve geldboete heeft gekregen (beslissingen 2016/011 en 2016/013).

Gelet op het herhaaldelijk karakter van de inbreuk, het significante marktaandeel van het omroepprogramma en het hoge tarief voor de sponsorvermelding, wordt een administratieve geldboete van 10.000 euro opgelegd.

28. VRM tegen NV Medialaan - 2016/053

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (5 juli 2016, 8u-20u), waaronder 2BE (het huidige Q2).

Sponsorboodschap zonder sponsoridentificatie

Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorboodschap uitgezonden die geen sponsoridentificatie bevat.

Medialaan erkent de inbreuk die te wijten zou zijn aan een menselijke vergissing. Medialaan geeft aan de sponsorboodschap onmiddellijk te hebben aangepast conform de regelgeving.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het feit dat dergelijke inbreuk reeds eerder bij Medialaan werd vastgesteld (beslissing 2015-043 en 2015-062).

De VRM besluit een administratieve geldboete van 2.500 euro op te leggen.

Geen duidelijk onderscheid tussen reclame en redactionele inhoud

Eveneens worden twee reclameblokken uitgezonden waarbij er geen duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud is. Dit doordat de beginbumper telkens minder dan 5 seconden beeldvullend wordt getoond en hierbij ook het woord “RECLAME” niet wordt vermeld.

Artikel 79, § 1, van het Mediadecreet schrijft voor dat televisiereclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Reclame moet worden gescheiden van andere onderdelen van het programma met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen.

De doelstelling van deze bepaling is vermijden dat bij de kijkers verwarring ontstaat tussen reclame en andere programmaonderdelen.

Hieruit volgt dat het loutere feit dat van enig visueel en/of akoestisch en/of ruimtelijk middel gebruik wordt gemaakt om de reclame te scheiden van de programma’s, op zich niet volstaat om aan de bepalingen van artikel 79, § 1, van het Mediadecreet te voldoen. De reclame moet door deze afscheiding of afbakening voor de kijker duidelijk herkenbaar zijn en kunnen worden onderscheiden van de redactionele inhoud.

Bij de toetsing van een uitzending aan artikel 79, § 1, van het Mediadecreet, moet telkens in concreto worden nagegaan of de gebruikte middelen om reclame te scheiden van andere onderdelen van het programma, doeltreffend zijn. Bij de beoordeling van deze elementen in een concrete zaak moet mogelijke verwarring bij de kijker als leidraad dienen.

De VRM besluit dat in voorliggend geval niet wordt vermeden dat bij de kijker verwarring kan ontstaan tussen reclame en andere programmaonderdelen.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de schending van het principe van de scheiding reclame – redactionele inhoud een ernstige inbreuk betreft, evenals met een eerder veroordeling voor dergelijke inbreuk (beslissing 2015-039).

De VRM besluit een administratieve geldboete van 5.000 euro op te leggen.

29. VRM tegen NV Vlamex - 2016/055

De VRM controleerde de uitzendingen van diverse televisieomroeporganisaties (6 augustus 2016, 16u-22u), waaronder STORIES TV.

Tijdens de onderzochte periode wordt het programma ‘Zomergrillen’ uitgezonden. Het programma bevat productplaatsing. Het PP-logo aan het begin van het programma is minder dan 2 seconden zichtbaar door het ontbreken van elk contrast met de achtergrondbeelden. Het PP-logo is op geen enkel moment op een duidelijke en contrasterende wijze in beeld gebracht.  Bijgevolg heeft STORIES TV een inbreuk begaan op artikel 100, § 1, 4°, van het Mediadecreet en artikel 2, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 betreffende het gebruik van een logo voor de aanduiding van productplaatsing.

In de betrokken uitzending blijkt ook sprake te zijn van overmatige aandacht. Dit is volgens artikel 100, § 1, 3°, van het Mediadecreet niet toegestaan.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat Vlamex eerder voor gelijkaardige inbreuken werd gesanctioneerd. Bijgevolg wordt een administratieve geldboete van 2.000 euro opgelegd.

30. VRM tegen NV DOBBIT - 2016/058

De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (21 september 2016, 16u-22u), waaronder DOBBIT TV.

Tijdens de onderzochte periode wordt meermaals éénzelfde aflevering van het programma ‘Dak isoleren’ uitgezonden. In het programma wordt getoond hoe men een dak kan isoleren. De verpakkingen en producten die gebruikt worden om het dak te isoleren (afplaktape, dichtingskit, dampscherm, isolatiemes, isloatierollen) worden duidelijk getoond. Op deze manier is er overmatige aandacht voor het merk van de gebruikte producten. Dit wordt niet betwist door de omroeporganisatie.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, dit echter onder specifieke voorwaarden. Zo mogen de producten of diensten in kwestie geen overmatige aandacht krijgen.

Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met eerdere beslissingen over gelijkaardige inbreuken bij DOBBIT TV en met het beperkte kijkbereik van het programma. De VRM legt een administratieve geldboete van 1.500 euro op.