5. Algemeen besluit
In het eerste hoofdstuk werd de Vlaamse mediasector afgebakend door na te gaan welke spelers in welke mediasegmenten actief zijn.
In de radiowereld staan er de komende jaren enkele veranderingen op til. De landelijke private radio-omroepen worden decretaal verplicht om te investeren in DAB+. Om in afwachting van een analoge switch-off de diversiteit in het commerciële radiolandschap te bewaren, wordt een nieuwe categorie van commerciële radio-omroepen in het leven geroepen in de vorm van commerciële netwerkradio’s. Deze radio’s kunnen vanaf 1 januari 2018 worden opgestart. Lokale radio’s krijgen na 31 december 2017 de mogelijkheid om een beroep te doen op specifieke frequentiepakketten, zodat de mogelijkheid tot ketenvorming verdwijnt. De publieke omroep VRT behoudt zijn positie.
Bij de televisieomroeporganisaties deden zich enkele verschuivingen voor. Eind 2015 nam KADET, een nieuwe kinderzender die zich richt op jongens tussen acht en twaalf, het kanaal van jongerenzender JIM in. Medialaan nv nam Bites Europe nv over. Het kreeg op die manier zender Acht in handen. Vanaf 1 oktober 2016 kreeg deze de naam CAZ. Medialaan wil CAZ profileren als mannenzender. Medialaan veranderde ook de naam van 2BE naar Q2 om zo een link te maken met radiozender Qmusic en zijn doelpubliek. Tegelijk lanceerde SBS Belgium nv een nieuwe zender na VIER en VIJF, namelijk ZES. Deze ontwikkelingen moeten gezien worden in het kader van het duidelijker positioneren van zenders voor de advertentiemarkt.
We zien op vlak van televisie eveneens de doorbraak van OTT, televisiedistributie via het internet. Via Proximus TV Overal, STIEVIE of Yelo Play kijk je tv via het internet. Maar ook de Vlaamse zenders profileren zich via hun website en/of app waarop ze meer en meer televisiecontent beschikbaar stellen. Bovendien betreden internationale spelers de Vlaamse televisiemarkt via het internet.
Op distributievlak blijft Telenet de belangrijkste speler in het televisielandschap. Een wijziging is wel dat Orange (vroeger Mobistar) in het eerste kwartaal van 2016 een nieuw aanbod digitale tv lanceerde. Dit is mogelijk gemaakt door de Marktanalysebesluiten van 1 juli 2011 van de Conferentie van Regulatoren voor de elektronische Communicatiesector (CRC). Orange maakt daarvoor gebruik van de kabelinfrastructuur.
In 2016 vielen er in de wereld van de geschreven pers minder grote verschuivingen te noteren dan in het jaar voordien, toen De Persgroep onder andere Story, Humo en TeVe-Blad van Sanoma overnam en Think Media Magazines failliet ging. Toch waren er enkele vermeldenswaardige feiten. Zo stopten de bladen Menzo en Che, die uitgeverij Cascade in 2015 nog overnam van het failliete Think Media Magazines. Het tijdschrift Joepie, dat vorig jaar van week- tot maandblad vervelde, zal vanaf 2016 slechts vier maal per jaar op papier verschijnen. De digitale poot van Joepie wordt belangrijker dan het fysieke blad. Ook reismagazine Grande hield in fysieke vorm op te bestaan, maar gaat enkel digitaal verder.
Op het terrein van distributie van geschreven pers nam Bpost in 2016 zowel distributeur AMP, dagbladwinkels Press Shop en Relay als pakjesnetwerk Kariboo! over van het Franse Lagardère. Deze overname moet echter nog goedgekeurd worden door de mededingingsautoriteit.
De mogelijkheden van het internet worden door de verschillende mediavormen intensief gebruikt. Sociale media, websites en apps zijn de vaste verlengstukken geworden van heel wat mediamerken uit radio, tv en geschreven pers.
Convergentie en crossmedialiteit zijn ingeburgerd in het Vlaamse medialandschap. Merken zijn de belangrijkste ankerpunten geworden, en worden probleemloos van de ene mediavorm naar de andere mediavorm geëxporteerd.
Op het einde van het eerste hoofdstuk werd een overzichtstabel gemaakt waarin reeds op basis van aanwezigheid van spelers in de verschillende schakels van de waardeketens een indicatie van concentratie wordt gegeven.
In het tweede hoofdstuk werden de Vlaamse mediagroepen onder de loep genomen. In een wijzigend medialandschap proberen deze groepen op verschillende vlakken steeds sterkere posities te verwerven.
Dit betrachten ze onder andere via strategische allianties te bewerkstelligen. Zo bestaan drie mediagroepen (De Vijver Media, Mediahuis en Medialaan) uit intersecties van andere Vlaamse mediagroepen.
Ook via overnames tracht men terrein te winnen. Deze overnames kunnen dan weer tot gevolg hebben dat bepaalde samenwerkingen opgezegd worden.
Telenet verwierf in 2016 de eigendom over Base. Daardoor hoeft het in de toekomst niet langer gebruik te maken van een MVNO-overeenkomst met Orange om toegang te hebben tot een mobiel telefonienetwerk. Deze overname heeft ook gevolgen voor Medialaan dat Mobile Vikings overnam van Base.
Een andere manier om de positie van de groep te versterken gebeurt door verticale integratie, het innemen van posities in andere schakels in de waardeketen. Zo zien we dat Telenet, dat van oorsprong enkel in de distributiesector actief was, ook acties onderneemt in contentproductie en aggregatie (bijvoorbeeld zenders VIER, VIJF en ZES via De Vijver). Anderzijds neemt Medialaan (oorspronkelijk actief in de schakels contentproductie en aggregatie) via STIEVIE en de overname van Mobile Vikings posities in de schakel distributie in.
In het tweede hoofdstuk onderzocht de VRM voor het eerst de cumulatie van mandaten van personen die als wettelijke functiehouder bij media-ondernemingen optreden. Er bestaan inderdaad concentraties aan mandaten, maar deze dienen vooral in de context van de lokale radioketens gesitueerd te worden.
De eigenlijke concentratie werd bestudeerd in het derde hoofdstuk. De verhoudingen binnen de Vlaamse mediasector werden in dit hoofdstuk aan de hand van een aantal indicatoren gekwantificeerd.
De vaststelling van de vorige jaren omtrent concentratie in de radiosector blijft bestaan. De concentratie is erg groot. Dit komt door het overwicht van de VRT. De concentratie vergrootte zelfs in 2016. Dit is het gevolg van het toenemend marktaandeel van VRT-zenders, maar ook van de daling van het marktaandeel van de kleinere zenders. Dit concentratieprobleem wordt deels veroorzaakt door de beperkte beschikbaarheid van radiospectrum. In de loop van 2016 werd een piste onderzocht voor de toekenning van een bijkomende landelijke radio-omroep, maar dit bleek in de praktijk niet haalbaar. Met de overschakeling naar digitale radio kan er wel plaats komen voor meer radioconcurrentie. In de toekomst wil het beleid sterk inzetten op DAB+.
Ondanks de stijging van de populariteit van nieuwe vormen van tv-consumptie zoals Netflix, lijken de traditionele televisieomroepen stand te houden.
Ten gevolge van nieuwe technologieën zijn de inkomstenmodellen voor televisie gewijzigd. Hierdoor zijn er spanningen rond de verdeling van de inkomsten tussen de spelers binnen de verschillende schakels in de keten naar het oppervlak gekomen. Contentproducenten, aggregatoren en distributeurs willen elk een zo groot mogelijk aandeel van de inkomsten opeisen. Vooral contentproducenten en distributeurs lijken in een bevoorrechte positie te zitten. We merken wel dat de totale hoeveelheid VOD-opvragingen bij de traditionele distributiemaatschappijen en de hierdoor gegenereerde inkomsten afnemen.
De televisiewaardeketen wordt gekenmerkt door verticale integratie. Zoals hierboven reeds beschreven, gaat Telenet – als dominante speler op de distributiemarkt – ook op andere schakels van de waardeketen een belangrijkere positie innemen. Zo heeft het 50% in handen van De Vijver Media, dat onder andere de televisieomroepen VIER, VIJF en ZES en het productiehuis Woestijnvis overkoepelt. Telenet investeert, net zoals concurrent Proximus, ook meer en meer in televisiecontent. Anderzijds begeeft Medialaan, die voordien vooral als contentproducent en aggregator actief was, zich ook op het distributiepad.
Als we kijken naar de concentratiemaatstaven binnen de televisiesector zien we dat er bij de productiehuizen een lage concentratiegraad heerst. Bij de televisieomroepen is de mediagroepenconcentratie echter sterk. Bovendien voorspellen we dat de verkoop van Bites Europe (Acht/CAZ) aan Medialaan en de start van een nieuwe zender ‘ZES’ door SBS de concentratie van enkele mediagroepen zal doen toenemen. In de distributiesector is er ook een hoge mate van concentratie. Het is afwachten of de introductie van een nieuwe speler, Orange, en over-the-top initiatieven, zoals STIEVIE, hier verandering in kunnen brengen.
De gedrukte pers blijft door een moeilijke periode gaan wegens onder andere dalende verkoopcijfers en dalende advertentieopbrengsten. Dit is vooral problematisch voor de magazinemarkt.
Bij de dagbladen wordt de daling in gedrukte verkoop voor een stuk gecompenseerd door stijgende digitale verkoopcijfers. Bij de zogenaamde kwaliteitskranten ligt de digitale verkoop het hoogst, en heeft de digitale verkoop een belangrijk aandeel in de totale verkoop ingenomen.
De concentratie bij de uitgeversgroepen van kranten is sterk toegenomen door de oprichting van Mediahuis in 2013. De 7 belangrijkste betalende Vlaamse kranten worden sindsdien uitgegeven door slechts twee uitgeverijen, De Persgroep en Mediahuis.
Het is moeilijk om concentratie te meten op het internet, aangezien de surfer veel meer websites kan bezoeken dan diegene die in dit hoofdstuk besproken worden en gemakkelijk naar meerdere websites kan surfen. Toch merken we wat websites van Vlaamse mediagroepen betreft, een hoge concentratie op vlak van groepen en een lage concentratie op vlak van websites. De relatieve populariteit van radio, tv of geschreven pers in hun eigen medium, wordt niet altijd weerspiegeld op het internet. De nieuwsmedia zijn erg populair, hun websites worden het meest bezocht. Ook op de sociale media doen zij het goed, samen met de mediamerken die zich een eerder jong imago aanmeten.
Voor elke mediavorm werd de cumulatie van bestuursmandaten bestudeerd. Daaruit bleek dat de controle over de media bij veel verschillende personen berust.
Ook dit jaar werden de prijzen van Vlaamse mediaproducten bestudeerd. De kosten voor radio, televisie en geschreven pers zijn in 2015 opnieuw gestegen, en dit sneller dan de index der consumptieprijzen. De onrechtstreeks kosten om van mediaproducten te genieten zoals de kosten voor een computer, een mobiele telefoon zijn evenwel gedaald (met uitzondering van de stijgende elektriciteitskosten).
Ten slotte werd de Vlaamse mediasector ook gesitueerd in een internationale context. Door de taalbarrière is het voor Vlaamse media-ondernemingen niet evident om activiteiten in het buitenland te ontplooien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat De Persgroep en Mediahuis hun overnames in 2015 hoofdzakelijk op de Nederlandse markt uitvoerden. Roularta deed zijn activiteiten in Frankrijk dan weer volledig van de hand. De internationale participaties in de Vlaamse productiehuizen nemen toe. Wat de sociale media betreft, situeert de controle zich voornamelijk in het buitenland. Dit zorgt ervoor dat een deel van de Vlaamse reclamebestedingen naar het buitenland vloeien.
Hoewel er niet één speler is die de hele Vlaamse mediasector domineert, blijken veel vormen van horizontale, verticale of crossmediale concentratie te bestaan in en tussen een aantal segmenten van verschillende Vlaamse mediavormen. Voor de aggregatie van klassieke mediaproducten is 80 tot 100% van de markt in handen van negen mediagroepen. Dit kan een risico inhouden voor de diversiteit van het aanbod. Op radiovlak blijft het VRT-aandeel meer dan de helft bedragen. We merken ook de toenemende activiteiten van de dominante televisiedistributeur Telenet in andere delen van de televisiewaardeketen. In de markt van de geschreven pers is de dominantie in de krantenmarkt van slechts twee grote uitgevers, De Persgroep en Mediahuis, opvallend.
De verschillende manieren waarop de Vlaamse overheid intervenieert om diversiteit en concurrentie in de mediasector te behouden en te stimuleren, werden in het vierde hoofdstuk beschreven.
Ze werden beschreven volgens een bestaand schema dat een onderscheid maakt tussen restricties, tegengewicht, economische tussenkomst, transparantie en organisatorische maatregelen.
Over het algemeen werd opgemerkt dat audiovisuele media aan meer restricties en tegengewichtmaatregels onderhevig zijn dan gedrukte media en internet.
In Vlaanderen kennen we vrij weinig eigendomsrestricties. In de audiovisuele sector zijn er wel een aantal vormen van regulering. De Marktregulering op grond van artikelen 190-192/3 van het Mediadecreet, het DVB-wholesale model en de regeling rond de signaalintegriteit vallen binnen deze categorie.
Diversiteit kan bewerkstelligd worden door tegengewicht te bieden. Daarmee worden inspanningen en systemen bedoeld die het doel hebben om het publiek alternatieven voor de vrije markt of de commerciële media aan te bieden. Voorbeelden die hierin kaderen zijn bijvoorbeeld must-carryverplichtingen en de evenementenregeling. In de beheersovereenkomst van de openbare omroeporganisatie VRT zijn engagementen qua diversiteit ingeschreven. Het Fonds Pascal Decroos steunt diepgravend onderzoek. Door een ondertitelingsopdracht in te schrijven in het Mediadecreet heeft de beleidsmaker er voor gezorgd dat nieuws- en duidingsprogramma’s meer toegankelijk worden voor een deel van het publiek dat vroeger die toegang niet had.
De Vlaamse overheid komt via een aantal acties economisch tussenbeide om de diversiteit van het media-aanbod te bevorderen. Zo zijn er de Mediacademie, de steun aan de regionale televisieomroeporganisaties, de stimuleringsregeling van de audiovisuele sector en Screen Flanders.
Naast de Vlaamse maatregelen zijn er ook een aantal federale economische maatregelen genomen ten behoeve van de aanbieders van mediaproducten: het tax sheltersysteem voor audiovisuele producties, het distributiecontract met Bpost en een gunstige BTW-regeling voor de kranten.
Door een aantal transparantiemaatregelen die de Vlaamse overheid voorzien heeft, wordt inzicht gegeven in de problematiek van de mediaconcentratie.
De aanmaak van dit eigenste mediaconcentratierapport, het nazicht van de beheersovereenkomst van de VRT en het toezicht op de erkenningen, zendvergunningen en kennisgevingen zijn een aantal opdrachten die de VRM kreeg met de bedoeling om de diversiteit te bevorderen door beter inzicht in de achterliggende structuren.
Daarnaast zijn er initiatieven zoals het Kenniscentrum voor cultuur- en mediaparticipatie, Mediawijs of het Elektronisch Nieuwsarchief.
Ten slotte zijn er een aantal organisatorische maatregelen die getroffen werden, zoals de oprichting van de VRM en het bestaan van de Belgische en Europese mededingingsautoriteit.
Eveneens in het vierde hoofdstuk werden er een aantal voorstellen geformuleerd om in de toekomst nog beter naar de diversiteit van het Vlaamse medialandschap toe te werken. Een aantal voorstellen kregen extra aandacht en werden opgenomen als beleidsaanbeveling. Met deze voorstellen wordt geanticipeerd op een mogelijk gevaar voor de concentratie en/of diversiteit binnen de Vlaamse mediasector. Ze kunnen verder uitgewerkt worden wanneer het beleid effectief van oordeel is dat er actie vereist is.
Onder de categorie restricties werden een uitbreiding van DAB+ en de maatregelen die in het kader van de Europese verordening in verband met netneutraliteit getroffen zullen worden, vermeld.
Als vorm van tegengewicht blijft, indien het nodig geacht wordt om tv-omroepen beschikbaar te stellen aan dienstenverdelers, de piste van de must-offerverplichtingen een mogelijke remedie. Ook een mogelijk beperkend mechanisme op investeringen van dienstenverdelers in coproducties van de eigen mediagroep (in het kader van de stimuleringsregeling van de audiovisuele sector) wordt als mogelijk instrument overgenomen uit het vorige rapport.
Op het vlak van transparantie is er de bijkomende rapportering over netneutraliteit en de suggestie om de informatiebehoefte over tv-kijken via internet in kaart te brengen.
Onder organisatorische maatregelen zouden bijkomende bevoegdheden betreffende privacybescherming voor de VRM kunnen ressorteren.