4.5.4 Uitbreidingsmogelijkheden

4.5.4.1 ‘Public interest test’ bij fusies, overnames of samenwerkingsverbanden

Fusies, overnames en samenwerkingsverbanden tussen ondernemingen (in het mededingingsrecht ‘concentraties’ genoemd) van een zekere omvang moeten vooraf worden goedgekeurd door de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) of in sommige gevallen door de Europese Commissie (EC). Deze controles op concentraties van ondernemingen gebeuren respectievelijk overeenkomstig boek IV van het Wetboek van Economisch Recht (WER) en de EG-concentratieverordening van 20 januari 2004 (EUMR).

Artikel 21, vierde lid van de EUMR bepaalt dat, ondanks de exclusieve bevoegdheid van de Europese Commissie voor concentraties met een Europese omvang, ‘de lidstaten passende maatregelen (kunnen) nemen ter bescherming van andere gewettigde belangen dan die welke in deze verordening in aanmerking zijn genomen.’ De ‘pluraliteit van de media’ wordt hierbij uitdrukkelijk als voorbeeld van een gewettigd belang gegeven om maatregelen bij concentraties te verantwoorden.

Bij de toetsing van een concentratie (niet alleen van Europese, maar ook van Belgische omvang) kan dus, naast de beoordeling van mededingingsfactoren (zoals hogere prijzen of verminderde innovatie) door de EC of de BMA, ook in een bijkomende controle worden voorzien door een andere instantie, die nader de impact op de pluraliteit van de media onderzoekt (bv. in een ‘public interest test’).

Onder andere in het Verenigd Koninkrijk beschikt de minister van media over de mogelijkheid om bij voorgenomen concentraties ‘public interest considerations’ te laten onderzoeken en Ofcom te vragen om de effecten van een fusie op het mediapluralisme vooraf te onderzoeken.

Het beleid zou, als het dat belangrijk vindt, regelgeving kunnen uitvaardigen om in bepaalde gevallen ook een ‘public interest test’ op te leggen bij fusies, overnames en samenwerkingsverbanden tussen bedrijven.

4.5.4.2 Mogelijke maatregelen naar aanleiding van COVID-19

Vlaamse audiovisuele producties worden de laatste jaren steeds meer op buitenlandse zenders geprogrammeerd. De inkomsten die hieruit voortvloeien bieden meer ademruimte aan de producenten. Door de coronacrisis konden internationale fora en beurzen waarop deze formats aan de wereld voorgesteld worden niet doorgaan. De Vlaamse overheid zou een digitaal alternatief kunnen faciliteren.