1.17. Artikel 41 - Maatstaf 17: Financieel

Strategische doelstelling 1: De vrijwaring van een gezonde financiële positie is voor de VRT een absolute noodzaak.

Maatstaf 17: De VRT behaalt jaarlijks minstens het cumulatieve resultaat over de duur van de beheersovereenkomst conform het financieel plan in bijlage. Dit veronderstelt dat jaarlijks minstens 90% wordt gehaald van de plafonds voor radioreclame en televisiesponsoring.

De VRT realiseert bij afsluiting van ieder boekjaar een solvabiliteitsratio (verhouding eigen vermogen / balans-totaal) van minimaal 30%.

Het deficit van gecumuleerd maximaal 27 miljoen euro mag uitsluitend veroorzaakt zijn door de kost van het renovatieproject ToM.

Het eigen vermogen van de VRT zal einde 2011 niet lager liggen dan 109 miljoen euro.

De VRT zet een efficiency verbeteringstraject op dat de garantie biedt dat bij constant beleid (inhoudelijk én financieel) de uitvoering van de openbare omroepopdracht na 2011 gevrijwaard blijft.

 

Strategische doelstelling 2: De VRT heeft oog voor het ESR-vorderingensaldo van de Vlaamse overheid.

Maatstaf 17:Het ESR resultaat mag cumulatief op het einde van 2011 maximaal 49 miljoen euro ongunstiger zijn dan het resultaat van het financieel plan in bijlage. Op jaarbasis mag er een divergentiemarge van maximaal 10 miljoen euro zijn t.o.v. van de projectie van het ESR-resultaat in bijlage.

 

Strategische doelstelling 3: Transparantie m.b.t. de financiële afspraken met de Vlaamse overheid en de naleving van de richtlijnen van de Europese Commissie is een absolute noodzaak.

Maatstaf 17:De VRT verstrekt in haar jaarverslag additionele financiële informatie over haar inkomstenbronnen, de kost van haar output (radionetten, televisienetten, Internet, Mobiel) en de nettokosten van de Openbare Omroepopdracht.

De inkomsten uit de advertentiemarkt en de inkomsten uit de exploitatie van afgeleiden van het VRT aanbod worden gegenereerd via aparte juridische entiteiten. Alle andere commerciële activiteiten worden via een gescheiden analytische boekhouding bijgehouden.

De VRT zal vanaf het boekjaar 2009 haar geconsolideerde jaarrekening rapporteren volgens het IFRS normenkader.

 

Strategische doelstelling 4: De VRT behoudt haar professionele benadering van de pensioenproblematiek.

Maatstaf 17:De VRT rapporteert in uitvoering van de beheersovereenkomst jaarlijks over de resultaten van het VRT- pensioenfonds voor statutaire werknemers en het VRT pensioenfonds voor contractuele werknemers. 

 

Om deze performantiemaatstaf te behalen dient de VRT:

  1. jaarlijks minstens het cumulatieve resultaat over de duur van de beheersovereenkomst conform het financieel plan dat opgenomen is in de beheersovereenkomst, wat veronderstelt dat jaarlijks minstens 90% van de plafonds voor radioreclame
    en televisiesponsoring gehaald moeten worden, te behalen;
     
  2. bij de afsluiting van iedere boekjaar een solvabiliteitsradio van minimaal 30% te behalen;
     
  3. het deficit van gecumuleerd maximaal 27 miljoen euro uitsluitend te veroorzaken door de kost van het renovatieproject ToM;
     
  4. in 2011 een eigen vermogen te hebben dat niet lager zal liggen dan 109 miljoen euro;£
     
  5. een efficiency verbeteringstraject op te zetten dat een garantie biedt dat bij constant beleid uitvoering van de openbare omroepopdracht na 2011 gevrijwaard blijft;
     
  6. een ESR resultaat te hebben dat cumulatief op het einde van 2011 maximaal 49 miljoen euro ongunstiger mag zijn dan het resultaat van het financieel plan dat is opgenomen is in de beheersovereenkomst, en op jaarbasis een divergentiemarge van maximaal 10 miljoen euro te hebben t.o.v. de projectie van het ESR resultaat dat is opgenomen in de beheersovereenkomst;
     
  7. in haar jaarverslag additionele financiële informatie over haar inkomstenbronnen, de kost van haar output en de nettokosten van de Openbare Omroepopdracht te verstrekken;
     
  8. vanaf het boekjaar 2009 haar geconsolideerde jaarrekening te rapporteren volgens het IFRS normenkader;
     
  9. jaarlijks te rapporteren over de resultaten van het VRT-pensioenfonds voor statutaire werknemers en het VRT-pensioenfonds voor contractuele werknemers;
     
  10. de inkomsten uit de advertentiemarkt en de inkomsten uit de exploitatie van afgeleiden van het VRT-aanbod via aparte juridische entiteiten te genereren en alle andere commerciële activiteiten via een gescheiden analytische boekhouding bij te houden.


De VRT stelt dat de vrijwaring van een gezonde financiële positie voor de VRT een absolute noodzaak is. Met betrekking tot de elementen van deze performantiemaatstaf werd het volgende meegedeeld:

  1. In de beheersovereenkomst wordt het gecumuleerd resultaat over 2007 tot 2011 geraamd op -73.503.000 euro. In de realiteit bedraagt het cumulatief resultaat -16,8 miljoen euro, wat 65,5 miljoen euro beter is dan gepland.

    De opbrengsten uit radioreclame bedragen 38 miljoen euro en liggen 2,9 miljoen euro onder de voorziene minimumgrens uit de beheersovereenkomst. De door de overheid gegarandeerde omzet van 40,9 miljoen euro werd niet gehaald, en de knipperlichtprocedure werd in werking gesteld. Wel stijgen de ontvangsten uit radioreclame in 2011 ten opzichte van 2010 (35,7 miljoen in 2010).

    De opbrengsten uit tv-sponsoring waarin ook de sponsoring alliantiepartners is vervat, bedragen  9,7 miljoen euro en liggen onder de maximumgrens van 10 miljoen euro voorzien in de beheersovereenkomst. De opbrengsten uit alliantiesponsoring televisie bedragen 4.512.000 euro en liggen 12.000 euro boven de maximumgrens. Dit bedrag werd in mindering gebracht bij de aanvraag van een extra dotatie uit de knipperlichtprocedure voor radioreclame.      
     
  2. De solvabiliteitsratio bij het afsluiten van het boekjaar 2011 bedroeg 54,6 %.
     
  3. In de beheersovereenkomst bedraagt het budget van TOM voor de jaren 2007 tot 2011 samen 27,4 miljoen euro. De werkelijke kosten bedroegen gecumuleerd 9,1 miljoen euro, en dit tekort werd conform de bepalingen voorzien in de beheersovereenkomst, aangezuiverd via de afzonderlijke reserve “verkoop van onroerende activa”.  Het gecumuleerd deficit van maximaal 27 miljoen euro over de volledige duur van  de beheersovereenkomst is nooit in het gedrang gekomen. Er werd immers -  omwille van besparingsredenen - in 2008 beslist om fase 2 van het project niet uit te voeren, en dit voor de duur van de lopende beheersovereenkomst.
     
  4. De VRT waakt er over dat het eigen vermogen eind 2011 niet lager zal liggen dan 109 miljoen euro. Deze bewaking gebeurt in de opeenvolgende meerjarenplannen. Eind 2011 bedroeg het eigen vermogen 177,8 miljoen euro.
     
  5. Volgens de beheersovereenkomst bedroeg de te realiseren besparing in 2011 35 miljoen euro.  De gerealiseerde besparing bedraagt 102,2 miljoen euro. Dat is 67,2 miljoen euro beter dan het engagement vastgelegd in de beheersovereenkomst.
     
  6. In de beheersovereenkomst is er eind 2011 een over te dragen tekort van -55 miljoen euro gebudgetteerd. Op 31 december 2011 is afgesloten met een over te dragen overschot van +52,3 miljoen euro, wat 107,3 miljoen euro beter is dan voorzien in de beheersovereenkomst. In de beheersovereenkomst is een verlies van -5,9 miljoen euro vooropgesteld. Het boekjaar 2011 sloot af met een overschot van 8,6 miljoen euro, of een positieve variantie van 14,5 miljoen euro.
     
  7. De VRT verschaft in het jaarverslag informatie over haar inkomstenbronnen (de vier pijlers ter financiering van de VRT), over de kosten van haar output (radio- en televisienetten, internet en mobiele media), de netto kosten van de publieke omroepopdracht, en het eventuele netto-surplus of ondercompensatie van de openbare omroepopdracht.
     
  8. De VRT is voor wat betreft de geconsolideerde jaarrekening niet IFRS-conform (International Financial Reporting Standard).
    Na de impactanalyse over de invoering van een IFRS-boekhouding, heeft de VRT geoordeeld dat de kleine toegevoegde waarde van dergelijke rapportering niet opweegt tegen de aanzienlijke meerkosten aan mankracht die een IFRS-implementatie met zich mee brengt. IFRS zou bovendien een vierde set van aanrekeningregels betekenen (naast de statutaire jaarrekening, de VOI-jaarrekening en de ESR-rapportering), hetgeen mogelijkerwijze de transparantie rond de globale financiële rapportering van de VRT vermindert.Ten slotte wordt, voor zover de VRT inschat, de geconsolideerde jaarrekening door de directe stakeholders van de VRT niet gebruikt als een analyse- of controle-instrument op de financiële performantie van de VRT.
     
  9. A. Het pensioen-financieringsmechanisme Statutairen VRT.

    Het Pensioenfinancieringsorganisme Statutairen VRT werd opgericht eind 1997. Het is belast met het beheer van de reserves voor het nakomen van de wettelijke pensioenen van statutaire personeelsleden van de VRT en hun begunstigden. Het dekt ook de kostprijs van de overlevingspensioenen voor de echtgenoten van overleden VRT-werknemers.
    In 2011 werd het Pensioenfinancieringsorganisme Statutairen VRT gefinancierd door een vaste overheidstoelage van 23,7 miljoen euro, werknemersbijdragen van 7,5% en een patronale toelage van 19,5% van het barema. 
    De return voor het Pensioenfinancieringsorganisme Statutairen VRT voor 2011 bedraagt -2,0%. Het balanstotaal bedraagt eind 2011 352,8 miljoen euro. Eind 2011 vertegenwoordigen de aandelen 30%, de obligaties 58%, het vastgoed 9% en cash 3%.  Volgens het actuarieel verslag van de aangewezen actuaris bedragen de verplichtingen (op PBO-basis) eind 2011 1.157 miljoen euro. Het fonds heeft dus een financieringsgraad van 30%.
    De netto-pensioenverplichtingen zijn ten opzichte van einde 2010 gestegen van 666 miljoen euro tot 805 miljoen euro, dit is een stijging met 139 miljoen euro.  Deze stijging wordt verklaard door 4 factoren :

    1.  De stijging van de verworven pensioenen van de nog actieve statutairen : 1 jaar meer diensttijd van 858 actieve statutairen verhogen de verplichtingen met 27 miljoen euro.

    2. De gewijzigde actualisatievoet voor de berekening van de huidige waarde van de toekomstige pensioenen.  In het actuarisverslag van 2010 wordt een actualisatievoet van 5% gehanteerd, dewelke toen overeenstemde met het gemiddelde verwachte lange termijn rendement van de activa.  Na de beslissing om de pensioenverplichtingen over te dragen naar de Vlaamse Gemeenschap komt het Pensioenfinancieringsorganisme in een overgangssituatie met een maximale looptijd van 7 jaar.  Er wordt immers geen overheidsdotatie meer toegekend zodat de activa naar verwachting in 2018 zullen uitgeput zijn.  Er is dan ook geen lange termijn belegginsstrategie meer mogelijk.  In afspraak met de regeringscommissaris en de commissaris revisor van het Pensioenfinancieringsorganisme werd daarom besloten om de actualisatievoet te baseren op de financieringskost van de Vlaamse Gemeenschap.  Als referte werd de OLO-rente (lineaire obligaties) genomen op de laatste beursdag van 2011 voor de gemiddelde looptijd van de verplichtingen (14 jaar) en verhoogd met 40 basispunten.  Op die manier werd de actualisatievoet vastgelegd op 4,7% wat ten opzichte van de in 2010 toegepaste discontofactor een verhoging inhoudt van de verplichtingen. 

    3. De door het Pensioenfinancieringsorganisme nieuw aangestelde actuaris Esofac is van oordeel dat de in 2010 gehanteerde MR/FR sterftetafels een onvoldoende prudente benadering zijn van de leeftijdsverwachting.  In zijn actuariële berekeningen heeft hij een leeftijdscorrectie toegepast die varieert van 7 jaar langer leven voor de populatie geboren tussen 1979  en 1973 tot 2 jaar langer leven voor de populatie geboren tussen 1949 en 1943.  Deze gewijzigde hypothesen met betrekking tot de leeftijdsverwachting en de nieuwe actualisatievoet hebben een negatieve impact op de pensioen-verplichtingen van 93 miljoen euro. 

    4. De activa van het fonds zijn met 18,5 miljoen euro gedaald van 371 miljoen euro einde 2010 tot 352,5 miljoen euro einde 2011.  De kloof tussen in- en uitstroom van cash werd jaar na jaar groter en bedraagt in 2011 op jaarbasis ruim 14 miljoen euro.  In 2011 kon deze kloof niet worden gedicht met een rendement op de activa omwille van de slechte prestaties op de financiële markten.

    B. Het Pensioenfonds Contractuelen VRT.

     De contractuele werknemers vallen onder de pensioenregelingen van de private sector. Voor deze medewerkers bestaat er sinds januari 2001 het Pensioenfonds Contractuelen VRT dat voorziet in een aanvullende pensioenregeling, bovenop het wettelijk pensioen (de zogenaamde tweede pensioenpijler) en in een tegemoetkoming in geval van overlijden of invaliditeit. Het fonds wordt integraal door de werkgever gefinancierd door een jaarlijkse werkgeversbijdrage van 6% van de bruto loonmassa.

    In 2011 heeft het Pensioenfonds Contractuelen VRT verder acties ondernomen om te voldoen aan de verwachtingen van deugdelijk bestuur zoals opgelegd door de FSMA.

    Het Pensioenfonds Contractuelen VRT is eind 2011 volledig gefinancierd en de allocatie is als volgt: de aandelen vertegenwoordigen 47% van de portefeuille, de obligaties 43%, het vastgoed 9% en cash 1%. Voor het Pensioenfonds Contractuelen VRT bedraagt de return over het boekjaar 2011 -4,8%. Het balanstotaal bedraagt eind 2011 44 miljoen euro. De financieringsratio van de verplichtingen per eind 2011 bedraagt 127%. 
     
  10. In artikel 38 van de beheersovereenkomst wordt bepaald dat de Raad van Bestuur kan besluiten om voor de inkomsten uit de exploitatie van de afgeleiden van het VRT-aanbod een afzonderlijke dochtervennootschap op te richten. Tot op heden was dit volgens de VRT niet aan de orde. De VRT voert wel een volledig gescheiden boekhouding voor haar Line Extensions activiteiten. De inkomsten uit de advertentiemarkt worden via een aparte vennootschap verworven (Vlaamse Audiovisuele Regie).

 

Conclusie: De VRT blijkt de performantiemaatstaf voor het punt 8 (vanaf het boekjaar 2009 zijn geconsolideerde jaarrekening te rapporteren volgens het IFRS normenkader) niet behaald te hebben. Na het uitvoeren van een impactanalyse heeft de VRT geoordeeld dat de kleine toegevoegde waarde van een dergelijke rapportering niet opweegt tegen de aanzienlijke meerkost die deze rapportering met zich meebrengt. Bovendien zou de IFRS-implementatie mogelijkerwijze de transparantie rond de globale financiële rapportering van de VRT verminderen.