SD 3.2. Sport | Verbindend, universeel toegankelijk en participatie-bevorderend

Sport is een wezenlijk onderdeel van zowel de informatie- als ontspanningsopdracht en de verbindende rol van de publieke omroep. De VRT zet in op sportnieuws, duiding en analyse. De VRT voorziet in een toegankelijk aanbod van een brede waaier aan sporten. De VRT draagt met haar sportaanbod bij tot zowel passieve sportbeleving en -inzicht, als tot actieve sportdeelname

3.2.1. Minstens twee aanbodsmerken besteden naast voetbal en wielrennen aandacht aan ten minste dertig kleine sporten

Volgens de VRT kwamen zowel op tv, online als op de radio meer dan dertig sportdisciplines aan bod (Radio 1 belichtte 55 sporten en Sportweekend op Eén 53 sporten).

Naast de klassieke sporttakken zoals voetbal, wielrennen, basketbal, volleybal, atletiek en tennis kwamen onder meer hockey, boksen, schaatsen, bobsleeën, zeilen, triatlon en jumping aan bod. Extra aandacht ging naar sportbeoefening door vrouwen, zoals het vrouwenwielrennen en het WK basketbal voor vrouwen. Om minder bekende sporten te promoten voerde de VRT een actief programmeringsbeleid. Samenvattingen van minder bekende sportdisciplines werden regelmatig gekoppeld aan populaire sportevenementen (bijvoorbeeld: verslagen van motorcross- of handbalwedstrijden werden uitgezonden voor of na een wielerwedstrijd).

Sporza (het VRT-aanbodsmerk voor sport) verzorgde een vast sportblok in de hoofdjournaals op televisie. Naast wedstrijdverslagen zonden Eén en Canvas sportdocumentaires uit.

Sport kwam aan bod op de verschillende radionetten in sportnieuws en analyses. Radio 1 had als informatiezender het meest aandacht voor sport. Het radionet gaf rechtstreekse verslaggeving van wielerwedstrijden (zoals de voorjaarklassiekers en de Ronde van Frankrijk) en voetbalwedstrijden (de Belgische voetbalcompetitie, de Champions League voetbal, de Europa League voetbal en wedstrijden van de Belgische nationale voetbalploeg) en allerlei andere sporten zoals hockey, tennis en zwemmen. MNM programmeerde onder andere zijn “sportweken”, waarbij het in verschillende programma’s aandacht had voor minder bekende sporten, zoals hockey, curling, rugby en boksen.

Sporza vernieuwde zijn website en mobiele apps. Daarbij ging extra aandacht naar toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid. Online werd ingezet op verslaggeving, achtergrondinformatie en uitslagen & klassementen van sportevenementen. Op Sporza.be was plaats voor minder populaire sporten (zoals de Olympische Winterspelen en de Europese kampioenschappen) en disciplines waarin Belgische atleten of teams voor opvallende prestaties zorgden (zoals het WK gymnastiek, het EK atletiek en het WK basketbal). Ook de stage van de Belgische paralympische atleten in Frankrijk werd online in beeld gebracht.

Het overzicht van de verschillende sportdisciplines is als bijlage 12 opgenomen.

De performantiemaatstaf blijkt hiermee behaald te zijn.

3.2.2. De VRT organiseert twee keer per jaar overleg met de partners op het veld, zoals de sportfederaties en Sport Vlaanderen

De VRT stelt dat sportredactie voortdurend overlegde met de organisaties waarvan ze evenementen covert. Zo had de redactie regelmatig contact met de Belgische voetbalbond, de Pro League, de Belgische wielerbond, de Volleyballiga en –bond, de Basketbal-, Handbal- en Hockeyfederaties, de organisatie van de Memorial Van Damme en de organisatoren van alle klassieke wielerwedstrijden in Vlaanderen, van het tennistoernooi van Antwerpen, van jumpings en van het gymgala in Antwerpen. De VRT overlegde met de vertegenwoordigers van Sport Vlaanderen en met de Vlaamse Sportfederatie en Sportraad.

Ook overlegde Ketnet bijvoorbeeld met Sport Vlaanderen voor Competitiebeesten. Met de actie Goede voornemens zette Studio Brussel, samen met Sport Vlaanderen, zijn luisteraars aan om sportieve en gezonde voornemens waar te maken. De coolste sportclub van Vlaanderen was een actie samen met Sport Vlaanderen om te zoeken naar de sportclub waar sport en vriendschap het meest hand in hand gaan.

Nog meer voorbeelden van overleg en samenwerkingen in het kader van sport zijn opgenomen in bijlage 8.

De performantiemaatstaf blijkt hiermee behaald te zijn.