Quotaverslagen

Artikel 154 en 155 van het Mediadecreet bepalen de quotaverplichtingen van de VRT en de particuliere lineaire televisieomroeporganisaties.

Artikel 154:
De televisieomroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap en de particuliere lineaire televisieomroeporganisaties streven ernaar om het grootste gedeelte van hun niet aan informatie, sport, spel, reclame, teletekst en telewinkelen gewijde zendtijd te reserveren voor Europese producties.

Een aanzienlijk deel ervan moet worden besteed aan Nederlandstalige Europese producties.

De Vlaamse Regering kan ter uitvoering van lid 1 en lid 2 quota opleggen.

Artikel 155:
De televisieomroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap en de particuliere lineaire televisieomroeporganisaties streven ernaar om ten minste tien procent van hun niet aan informatie, sport, spel, reclame, teletekst en telewinkelen gewijde zendtijd te besteden aan Europese producties die vervaardigd zijn door van de televisieomroeporganisaties onafhankelijke producenten.

Een aanzienlijk deel ervan moet worden besteed aan recente producties. Dat zijn producties die binnen een periode van vijf jaar nadat ze gemaakt zijn, worden uitgezonden.

Er moet voldoende ruimte worden gemaakt voor recente Nederlandstalige Europese producties.

De Vlaamse Regering kan ter uitvoering van leden 1, 2 en 3 quota opleggen.

Artikel 156 van het Mediadecreet schrijft voor dat de televisieomroeporganisaties elk jaar voor 31 maart aan de Vlaamse Regulator voor de Media een verslag bezorgen over de wijze waarop aan de bepalingen van artikelen 154 en 155 is voldaan.

Op deze pagina kan u de quotaverslagen 2014 tot en met 2020 terugvinden.