Boete van 500 euro voor TV Oost voor het niet conform de regelgeving uitzenden van productplaatsing

Korte samenvatting van de beslissing:

De VRM controleerde de uitzendingen van de particuliere regionale televisieomroeporganisaties (30 maart 2019, 16u-19u), waaronder TV Oost.

Tijdens de onderzochte periode wordt het programma ‘Relax’ uitgezonden, waarin productplaatsing aanwezig is. De VRM is van oordeel dat in het programma-item over het ‘ZEB Fashion Event’ rechtstreeks wordt aangespoord tot aankoop van goederen of diensten en bovendien overmatige aandacht wordt geschonken aan de producten en diensten in kwestie. TV Oost begaat bijgevolg inbreuken op de voorwaarden die gelden voor programma’s met productplaatsing (artikel 100, § 1, 2° en 3°, van het Mediadecreet).  

De VRM besluit om TV Oost voor deze inbreuken op het Mediadecreet een administratieve geldboete van 500 euro te geven. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM onder meer rekening met het gegeven dat inbreuken op de voorwaarden die gelden bij het uitzenden van productplaatsing ernstige inbreuken zijn.

Mediadecreet

“Productplaatsing is toegestaan ten aanzien van :

1° het opnemen of het verwijzen naar een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk tegen betaling. In voorkomend geval is productplaatsing enkel toegestaan in (televisie)films, series, sportprogramma’s en lichte amusementsprogramma’s, met uitzondering van kinderprogramma’s;

2° goederen of diensten die gratis worden geleverd, zoals productiehulp en prijzen, met het oog op de opneming ervan in een programma. In voorkomend geval is productplaatsing toegestaan in alle soorten programma’s, behoudens in alle kinderprogramma’s van de openbare omroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Regering kan dit verbod uitbreiden tot de kinderprogramma’s van de andere omroeporganisaties."

‘De programma's die productplaatsing bevatten, voldoen aan al de volgende voorwaarden:

1° de inhoud en, in geval van lineaire uitzendingen, de programmering ervan, worden nooit dusdanig beïnvloed dat de verantwoordelijkheid en de redactionele onafhankelijkheid van de omroeporganisatie worden aangetast;

2° ze sporen niet rechtstreeks aan tot aankoop of huur van goederen of diensten, in het bijzonder door die producten of diensten specifiek aan te prijzen;

3° het product of de dienst in kwestie krijgt geen overmatige aandacht;

4° als het programma in kwestie is geproduceerd of besteld door de omroeporganisatie zelf of door een aan hem verbonden onderneming, worden de kijkers duidelijk gewezen op de aanwezigheid van productplaatsing. Het programma in kwestie wordt in het begin en op het einde ervan, en als het na een reclamepauze wordt hervat, op passende wijze als zodanig aangeduid om verwarring bij de kijkers te voorkomen. De Vlaamse Regering kan daarover nadere regels bepalen.’

Partij 1:
VRM
Partij 2:
VZW Regionale Televisie Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas, Dagelijkse Regionale Informatie en Educatie
Kamer:
Algemene kamer
Datum publicatie: 2 augustus 2019
Beslissingsnummer:
2019/025
Type procedure:
Beslissing